MUTYH-geassocieerde polyposis (MAP)
Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Klinische Genetica.
Wat is MUTYH-geassocieerde polyposis (MAP)?
Polyposis en erfelijkheid
Bij mensen met meer dan 10 poliepen spreekt men van ‘polyposis’. Bij een deel van deze mensen is een onderliggend defect in het DNA aanwezig. Er zijn verschillende genen bekend die in verband staan met polyposis, maar het vaakst worden een oorzaak in het APC-gen of MUTYH-gen gevonden. Polyposis veroorzaakt door het APC-gen heet ‘familiaire adenomateuze polyposis (FAP). Meer informatie hierover vindt u bij de uitleg over het ziektebeeld FAP.
Ongeveer 10 tot 20% van de mensen met polyposis heeft MUTYH-geassocieerde polyposis, afgekort MAP. Dit is een erfelijke aandoening waarbij meestal tussen de 10 en honderden poliepen ontstaan gedurende het leven. Mensen met MAP hebben een verhoogd risico op darmkanker. Ook kunnen hogerop in de darm, in de maag of twaalfvingerige darm, poliepen ontstaan.
Wat is MUTYH geassocieerde polyposis (MAP)?
MUTYH geassocieerde polyposis (MAP) is een erfelijke aandoening die een sterk verhoogd risico geeft op het ontstaan van darmpoliepen en daarmee ook een verhoogd risico op darmkanker. Ook is het risico groter op het krijgen van poliepen en kanker in de maag en twaalfvingerige darm. Er is mogelijk ook een iets verhoogd risico op kanker van de urinewegen en bij vrouwen is er mogelijk ook een iets groter risico op het ontstaan van kanker in de eierstokken. Bij ongeveer 10% van de mensen met meer dan 20 poliepen wordt de aandoening veroorzaakt door het MAP-syndroom. Bij ongeveer 1% van alle darmkankerpatiënten wordt de ziekte veroorzaakt door MAP. Darmkanker ontstaat bij deze patiënten vaak op jongere leeftijd dan bij patiënten met een niet-erfelijke vorm van darmkanker.
Verschijnselen
MAP zorgt niet meteen voor klachten. Deze kunnen ontstaan als zich (meerdere) poliepen ontwikkelen in de darm en/of als er darmkanker ontstaat. Als u veel darmpoliepen heeft of darmkanker krijgt, kunt u last krijgen van een veranderde stoelgang, bloed en/of slijm bij de ontlasting, krampende buikpijn of de aandrang om telkens te moeten plassen of poepen. Ook vermoeidheid kan optreden. De meeste mensen met darmpoliepen hebben echter helemaal geen klachten.
MAP zorgt mogelijk ook voor een iets verhoogd risico op kanker van de urinewegen en bij vrouwen is er mogelijk ook een iets groter risico op het ontstaan van kanker in de eierstokken. Een klacht die gepaard gaat met blaaskanker is bloed in de urine, vaak moeten plassen of pijn bij het plassen. Neem in dat geval contact op met uw behandelend arts.
Eierstokkanker geeft pas in een vergevorderd stadium klachten. Zo kan uw buik dikker worden door de groeiende tumor of door vochtophoping. Via de darm worden poliepen verwijderd voordat zij kunnen ontaarden in kanker. Als kanker toch ontstaat, dan wordt het vaak in een vroeg stadium opgespoord. Op dit moment is het aantal studies te beperkt en zijn de risico’s en leeftijden van ontstaan nog niet duidelijk genoeg om controle- of operatie-adviezen voor eierstokkanker en blaaskanker te geven. Ook de leeftijden van ontstaan zijn nu geen reden voor vroege controle. Ook zijn er voor beide vormen van kanker geen goede controlemethoden beschikbaar.
Oorzaak
Genen bevatten de informatie voor onze erfelijke eigenschappen. Bij mensen die een erfelijke aanleg hebben voor MAP, is er een aangeboren fout - een mutatie - aanwezig in een deel van het erfelijk materiaal dat verantwoordelijk is voor het opsporen en herstellen van DNA-fouten. Bij MAP gaat het om het MUTYH-gen. Niet alle mensen met MAP krijgen daadwerkelijk kanker, zeker niet als zij op tijd beginnen met controles van de darm.
MAP erft recessief over. Dat wil zeggen: u loopt pas het risico op MAP als u van beide ouders het gen met de fout (mutatie) mee hebt gekregen. Om die reden ontstaat MAP vaak zonder dat andere familieleden darmkanker krijgen. Als uw ouders beiden dragers zijn van het gen met de mutatie, dan is de kans 25% dat u MAP krijgt. Er is daarnaast een kans van 25% dat u geen genen met de fout meekrijgt en een kans van 50% dat u alleen drager bent van één gen met een mutatie. Dragers zijn gezond en hebben, voor zover wij nu weten, geen duidelijk verhoogd risico op darmkanker.
Waarom u bij ons in goede handen bent
Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) heeft veel expertise in het vaststellen van een erfelijke aanleg voor darmpoliepen en -kanker. Ons ervaren team van klinische genetici, pathologen en Maag-Darm-Lever (MDL)-artsen is bedreven in het herkennen en informeren van patiënten met MAP en hun familie én in het proberen te voorkomen dat zij darmkanker ontwikkelen. Dat gebeurt door regelmatig de dikke darm te controleren. Onze specialisten werken nauw samen om de zorg die u krijgt zo goed mogelijk af te stemmen. Die samenwerking is belangrijk, want zo krijgen we een goed beeld van u en kunnen we beter inspelen op uw medische en persoonlijke situatie. Samen met u bespreken de artsen of u een behandeling nodig heeft en welk advies het beste past bij uw situatie. U kunt uw familieleden laten inlichten, omdat MAP erfelijk is en zij het mogelijk ook hebben. Klinisch genetici zorgen dat u een goed advies voor een darmonderzoek krijgt.
Wetenschappelijk onderzoek naar MAP
Het LUMC biedt niet alleen patiëntenzorg, maar is ook een onderzoekscentrum. We doen wetenschappelijk onderzoek, zowel klinisch als in het laboratorium, om de kennis over MAP te vergroten. We onderzoeken onder meer het risico om kanker te krijgen, de leeftijden waarop dat gebeurt en de verschillen hierin tussen patiënten. Hierdoor komen we meer te weten over deze aandoening, waardoor we een nog beter afgestemd controleschema kunnen ontwikkelen om kanker te voorkomen. In het laboratorium doen wij onderzoek naar de tumoren zelf om deze beter te leren herkennen en een voorspelling te kunnen doen over de werkzaamheid van verschillende behandelingen én de gevolgen van de oncologische behandeling. De onderzoeksresultaten gebruiken we bij de behandeling van onze patiënten.
Bij ongeveer twee derde van de mensen met polyposis wordt geen onderliggend genetisch defect gevonden. Vooral bij mensen met minder dan 20 poliepen wordt vaak geen oorzaak gevonden. In deze groep patiënten zoeken we op wetenschappelijke basis verder naar mogelijke nieuwe oorzaken.
Clinical trials
Als onderzoekscentrum testen we de nieuwste geneesmiddelen. Als de standaardmedicijnen bij u onvoldoende werken, kan in sommige gevallen een experimenteel middel worden geprobeerd. Deze middelen worden in het LUMC in studieverband aangeboden. Dit heet een clinical trial. U kunt uw arts hiernaar vragen, maar het behandelteam zal ook zelf alle behandelmogelijkheden uitgebreid met u bespreken.
U kunt om meerdere redenen bij ons terecht voor een diagnose. Als u klachten heeft die mogelijk duiden op het hebben van poliepen, maar ook als de ziekte MUTYH-geassocieerde polyposis (MAP) in uw familie voorkomt en u wilt weten waar u aan toe bent. Via genetisch onderzoek kunnen we eventueel bepalen of u de erfelijke aanleg heeft.
Afspraak maken voor diagnose MAP
Voor een eerste afspraak bij een van onze specialisten heeft u een verwijzing nodig van uw huisarts of van uw eigen specialist. Zodra u bent doorverwezen, nemen wij contact met u op om een afspraak te maken. U hoeft daar zelf niets voor te ondernemen. Voorafgaand aan uw afspraak stuurt de MDL-afdeling u een vragenlijst die u thuis moet invullen. Als u deze opstuurt, ligt uw stamboom klaar tijdens uw eerste afspraak.
Blijkt u MAP te hebben en dus een verhoogd risico op het ontwikkelen van (meer) darmpoliepen en het krijgen van darmkanker? Dan kunt u op korte termijn bij een Maag-Darm-Lever (MDL)-arts terecht voor een afspraak. Deze arts zal uw dikke darm controleren.
Komt MAP in uw familie voor en wilt u weten of u de aandoening heeft? Dan kunt u een DNA-onderzoek overwegen. Hiermee kunnen wij bepalen of u de erfelijke aanleg voor MAP heeft of niet.
Wie komt u tegen en wat staat u te wachten?
Welke specialisten u tegenkomt tijdens uw bezoek en welke onderzoeken we doen, hangt af van de reden dat u bij ons komt. Heeft u al klachten en is er daarom een verdenking dat u MAP heeft, dan zal uw ziekenhuisbezoek anders verlopen dan wanneer u komt voor een genetisch onderzoek. Als u al klachten heeft, kan het zijn dat u eerst wordt gezien door de MDL-arts. Als u nog geen klachten heeft, zult u eerst een afspraak bij de afdeling Klinische Genetica krijgen.
Onderzoek bij de verdenking op MAP
Uw eerste afspraak heeft u met een klinisch geneticus of genetisch consulent. Hij of zij bespreekt met u welk onderzoek nodig is. Vaak is het nodig om medische gegevens van uzelf en/of uw familieleden op te vragen. Daarvoor krijgt u toestemmingsformulieren - inclusief een retourenvelop - mee naar huis, die u aan uw familieleden kunt geven.
Als er op basis van uw eigen en/of familiegegevens inderdaad een verdenking is op MAP, kan er DNA-onderzoek worden gedaan. Daarvoor wordt bloed bij u of een familielid afgenomen. Wij gaan vervolgens op zoek naar de precieze erfelijke oorzaak.
U krijgt uitgebreide uitleg over de aandoening en we nemen de tijd om samen met u te bespreken wat het voor u en uw familieleden kan betekenen als een DNA-test een erfelijke genafwijking aantoont. Wij bieden tevens psychologische begeleiding aan bij de keuzes die u moet maken. Bij kinderen en jongvolwassenen vindt bijna altijd een gesprek plaats bij de psycholoog voorafgaand aan en na DNA-onderzoek.
Het kan zijn dat uw familieleden belang hebben bij de uitkomst van het erfelijkheidsonderzoek. In dat geval vragen wij u uw familie te informeren. Wij helpen u daarbij door een informatiebrief mee te geven.
Uitslag van het onderzoek
Genetisch onderzoek is ingewikkeld en neemt veel tijd in beslag. Gemiddeld duurt het 4 tot 8 weken voordat we u kunnen vertellen wat de uitslag is van het DNA-onderzoek. U krijgt hiervoor een afspraak bij de klinisch geneticus. Ook krijgt u een samenvatting thuisgestuurd van het erfelijkheidsonderzoek. Als u daarna nog vragen heeft, kunt u contact opnemen om bijvoorbeeld een nieuwe afspraak te maken.
Welke behandelingen zijn er mogelijk?
Het is op dit moment nog niet mogelijk om MUTYH-geassocieerde polyposis (MAP) te genezen. Wel kan een mogelijke tumor worden voorkomen of vroegtijdig worden opgespoord. Onze specialisten stellen samen met u een behandelplan op, zodat u de best mogelijke zorg krijgt.
Welke behandelingen zijn er mogelijk bij MAP?
De keuze voor een behandeling hangt af van het aantal poliepen, de grootte van de poliepen en waar deze zich in de darm bevinden, maar ook van uw eigen wensen. Ons medisch team stelt met u een behandeladvies op en bespreekt dit met u en uw naasten. We nemen de voor- en nadelen van alle behandelmogelijkheden met u door. Uiteindelijk is de beslissing om met een behandeling te starten altijd aan u. Geef het ook gerust bij de arts aan als u tijd nodig heeft om hierover na te denken.
Controle van de darm
Iemand met MAP heeft een risico van zo’n 60% om darmkanker te krijgen. Het advies is daarom om vanaf 18- tot 20-jarige leeftijd tweejaarlijks de darmen te controleren. Dat gebeurt met een coloscopie, waarbij een internist of MDL-arts de binnenkant van de dikke darm bekijkt. De arts zoekt dan naar een darmpoliep en zal deze, zo mogelijk, verwijderen. Zo kunnen we voorkomen dat een poliep kwaadaardig wordt. Hierdoor daalt het risico op darmkanker aanzienlijk. Bij sommige patiënten met MAP is het aantal poliepen te groot om deze tijdens de coloscopie te verwijderen. Mocht dit het geval zijn, dan zal met u de mogelijkheid van een preventieve darmoperatie worden besproken.
Mocht er toch darmkanker ontstaan, dan heeft u de keuze om de tumor en een omliggend deel van de darm te laten verwijderen, of zelfs vrijwel de gehele dikke darm te laten verwijderen. De beslissing om alleen het deel van de tumor, of een groter deel van de darm te laten verwijderen, wordt samen met u genomen. Bij deze beslissing wordt gekeken naar hoeveel poliepen er aanwezig zijn in de rest van de darm en hoe groot deze poliepen zijn. Ook uw eigen voorkeur speelt hier een belangrijke rol. Het risico dat u nogmaals darmpoliepen en darmkanker krijgt is groter als u MAP heeft. De betrokken medisch specialisten geven u uitleg over de voor- en nadelen van de verschillende soorten operaties, zodat u een weloverwogen besluit kunt nemen. Lees meer over de mogelijke behandelingen bij onze uitgebreide patiënteninformatie over darmkanker.
Controle van de maag en twaalfvingerige darm
Bij MAP is er een groter risico op het ontwikkelen van poliepen in het eerste gedeelte van de dunne darm (de twaalfvingerige darm) en maag. Ongeveer een derde van de MAP-patiënten ontwikkelt gedurende het leven een keer een poliep in de twaalfvingerige darm en soms in de maag. Daardoor is er ook een iets verhoogd risico op het ontwikkelen van kanker op deze plaats. Het advies is daarom om vanaf 20- tot 25-jarige leeftijd onderzoek te laten doen van de maag en twaalfvingerige darm. Afhankelijk van de aan- of afwezigheid van poliepen spreken we af hoe vaak we u willen zien voor dit onderzoek. Dit is in ieder geval eens per 5 jaar.
Hoe kunt u zich op de behandeling voorbereiden?
- Neemt u een recente medicatielijst mee als u een afspraak heeft met de MDL-arts of gynaecoloog, zodat hij of zij precies weet welke medicijnen u momenteel gebruikt. Weet u niet precies wat u gebruikt? Dan kunt u een medicatielijst bij uw apotheek ophalen.
- Krijgt u een darmcontrole? Lees dan onze informatie over de coloscopie.
- Heeft u nog vragen ter voorbereiding op uw onderzoek of een behandeling? Neem dan contact op met uw behandelaar.
Wat is de prognose?
Als u MAP heeft, is het geven van een prognose moeilijk. Het is niet met zekerheid te zeggen of u later daadwerkelijk kanker ontwikkelt. Wel is het risico een stuk kleiner als u tijdig controles krijgt van de darm.
Mensen met MAP hebben een risico van zo’n 60% om dikkedarmkanker te krijgen. De gemiddelde leeftijd waarop dikkedarmkanker wordt ontdekt, is tussen de 40 en 60 jaar. Daarnaast bestaat het risico op het ontwikkelen van een tweede darmtumor. Als u MAP heeft, is het risico op het krijgen van dunnedarmkanker ongeveer 4 procent. Het risico op het ontwikkelen van eierstokkanker ligt tussen de 6 en 14 procent.
Het is wel bekend dat als u MAP heeft en darmkanker krijgt, u een betere prognose heeft dan iemand die darmkanker krijgt zonder dat hij of zij MAP heeft. Patiënten met MAP overwinnen vaker de kanker. Mogelijk herkent het eigen afweersysteem de kankercellen eerder, doordat de tumor relatief meer DNA-fouten bevat. Daardoor vallen de afweercellen de tumor eerder aan. Het risico is kleiner dat de tumor verder groeit en uitzaait naar andere organen.
Meedoen aan wetenschappelijk onderzoek
In het LUMC doen we onderzoek naar MAP om verschillende vragen te kunnen beantwoorden. We kijken onder meer hoe groot het risico is om kanker te ontwikkelen, hoe vaak patiënten het beste langs kunnen komen voor een controle en hoe de kanker het beste kan worden opgespoord. Ook is er in het LUMC een biobank, waar biomaterialen – zoals bloedplasma, stukjes weefsel, losse cellen en urine – liggen opgeslagen. Het kan zijn dat u wordt gevraagd of u hiervoor materiaal wilt doneren.
Heeft u MUTYH-geassocieerde polyposis (MAP)? Dan kan het zijn dat u nog met vragen of zorgen zit. Via regelmatige controlebezoeken houden we een vinger aan de pols en u kunt bij uw arts terecht, bijvoorbeeld als u vragen heeft of iets wilt overleggen. We proberen de zorg zo goed mogelijk op uw specifieke wensen aan te passen.
Welke specifieke nazorg kunnen we bieden bij deze aandoening?
Hoe vaak u in het LUMC komt voor controlebezoeken hangt af van het verloop van uw ziekte. Is uw situatie stabiel, dan komt u gemiddeld 1 keer per 2 jaar op controle. Als u toch darmkanker of een andere vorm van kanker of een goedaardige tumor ontwikkelt, dan moet u vaker naar het LUMC toe. De diagnose kanker krijgen kan erg confronterend zijn. Als u tussentijds wilt spreken met een Maag-Darm-Lever (MDL)-arts of klinisch geneticus, dan is dat uiteraard mogelijk.
Te horen krijgen dat u een erfelijke vorm van kanker heeft, kan confronterend zijn. Niet alleen voor u, maar ook voor uw familieleden. Als u hierover wilt praten, kunt u terecht bij een van onze psychologen. Ook werkt het LUMC samen met organisaties die patiënten met een erfelijke vorm van (darm)kanker bijstaan. De stichting Lynch Polyposis is hiervan de grootste patiëntenorganisatie. Deze stichting is voor patiënten met een erfelijke aanleg voor darmkanker en poliepen, waaronder MAP, FAP enLynch syndroom. De stichting Lynch Polyposis organiseert jaarlijks diverse bijeenkomsten waarbij ook altijd artsen en onderzoekers uit het LUMC aanwezig zijn. Op deze bijeenkomsten kunt u in contact komen met lotgenoten.
Waar moet u op letten na uw behandeling?
Zodra MAP bij u is vastgesteld, is het belangrijk om uw lichaam goed in de gaten te houden. Een veranderd ontlastingspatroon en bloed- of slijmverlies kunnen tekenen van (veel) darmpoliepen en darmkanker zijn. Omdat de meeste darmpoliepen geen klachten geven terwijl ze wel kunnen uitgroeien tot darmkanker, is het daarnaast met name van belang dat er regelmatig preventieve onderzoeken plaatsvinden, zoals de coloscopie.
Contact bij problemen na uw behandeling
Loopt u tegen problemen aan, heeft u nog vragen of wilt u graag iets overleggen met uw arts? Neemt u voor darmproblemen contact op met uw MDL-arts via telefoonnummer 071 - 527 35 75. Als u voor darmkanker bent geopereerd en klachten ontwikkelt, dan belt u met de polikliniek Chirurgie op telefoonnummer 071 - 526 23 77. De klinisch geneticus is te bereiken op 071 - 526 80 33.
Behandelteam
Dr. M. Nielsen
Klinisch geneticus
Dr. A.M.J. Langers
Maag-darm-leverarts
Dr. K.N. Gaarenstroom
Gynaecoloog-oncoloog
Dr. L.B. van der Meer
Psycholoog
Prof. dr. R.A.E.M. Tollenaar
Oncologisch chirurg
Afdelingshoofd Heelkunde
Wie kunt u verder tegenkomen?
- Maag-Darm-Leverziekten: Prof. Dr. H.F.A. Vasen, Prof. Dr. J.C.H. Hardwick
- Pathologie: Prof. Dr. J. Morreau
- Moleculaire genetica: Dr. C.M. Tops
Aan welke studies kan je meedoen?
Patiëntgebonden onderzoek
Het LUMC doet mee aan een aantal (inter)nationale studies naar MAP en kanker en de onderliggende factoren. Het doel van deze onderzoeken is het beter in kaart brengen van de risico’s van patiënten op het krijgen van darm- en andere vormen van kanker.
Een ander onderzoek dat we in het LUMC doen, richt zich op het identificeren van eigenschappen van kankergezwellen bij patiënten met MAP. We willen onderzoeken of die eigenschappen gevolgen hebben voor de behandeling en het verloop van de ziekte.
Een groot deel van ons onderzoek naar MAP kunnen we niet verrichten zonder de hulp van patiënten. We stellen het daarom erg op prijs wanneer u mee wilt doen met een onderzoek. Als patiënt kan het meedoen aan wetenschappelijk onderzoek voordelen met zich meebrengen. Zo lopen er in het LUMC regelmatig zogeheten clinical trials. Dit zijn studies naar bijvoorbeeld nieuwe geneesmiddelen, die mogelijk beter werken dan de huidige behandelingen. Het kan zijn dat we vragen of u hieraan mee wilt doen, maar u mag er uiteraard ook zelf naar informeren. De arts zal u in elk geval over deze studies voorlichten. We informeren u uitvoerig en u krijgt altijd de tijd om eerst goed na te denken over deelname. Als u meedoet met een onderzoek, is dat altijd op vrijwillige basis. Dat betekent dat u er ook op ieder moment mee kunt stoppen als u dat wilt.
Waar doen we momenteel onderzoek naar?
Klinische en tumorkenmerken bij mensen met MAP
In dit onderzoek verzamelen we families in Nederland met MAP. Deze gegevens worden samengevoegd met families uit onder andere Duitsland, Engeland en Australië. Met de gegevens kunnen we berekenen hoe groot het risico is op het ontwikkelen van (darm)kanker. Ook kijken we of er nog andere soorten kanker vaker voorkomen bij deze patiënten.
De resultaten van deze studie zouden kunnen leiden tot aanpassingen in de richtlijnen voor MAP. Ook onderzoeken wij of andere genetische factoren het risico op het krijgen van kanker vergroten bij iemand met MAP.
Tenslotte doen we onderzoek in het weefsel van darmkankerpatiënten met MAP. Wanneer er bij een patiënt darmkankerweefsel is verwijderd, dan kunnen we dit weefsel gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek. Er wordt dan naar de kenmerken van de kanker gekeken. Inzicht in de kenmerken van tumoren kunnen van belang zijn voor de behandeling en het voorspellen van het ziekteverloop.
Heeft u MAP en doet u nog niet mee aan ons onderzoek? Dan kunt u contact opnemen met de afdeling Klinische Genetica via telefoonnummer 071-5268033 of door een e-mail te sturen aan dr. M. Nielsen.
U krijgt dan een informatiefolder thuis waarmee u zich ook kunt aanmelden voor het onderzoek. Na uw toestemming vragen wij uw medische gegevens en/of weefselmateriaal op. Hiervoor hoeft u niks te doen.
Onderzoek naar onverklaarde polyposis
De afdeling Pathologie onderzoekt in nauwe samenwerking met de afdeling Klinische Genetica mensen met onverklaarde polyposis. Dit zijn onder andere mensen met meer dan 10 poliepen bij wie er geen mutatie in het APC, MUTYH of andere polyposis-genen worden gevonden. Het onderzoek richt zich vooral op het vinden van de oorzaak hiervan: gaat het om een mutatie die maar in een deel van de lichaamscellen aanwezig is (mozaïek) of een gemiste mutatie? Of is er sprake van een mutatie in een ander (onbekend) gen? Of speelt erfelijke aanleg helemaal geen rol?
Ook zal naar oorzaken worden gezocht bij mensen met die 2 of meer keer darmkanker hebben gehad en mensen bij wie gedurende het bevolkingsonderzoek darmpoliepen werden gevonden.
Vervolgens proberen wij de gevolgen van deze erfelijke aanleg, waaronder het risico op poliepen en tumoren in de darm en eventueel maag en twaalfvingerige darm, zo nauwkeurig mogelijk in kaart te brengen. Hieruit zullen uiteindelijk ook adviezen voor periodiek preventief onderzoek voortvloeien.
De onderzoekers van dit project zijn onder andere mevrouw M. Nielsen van de afdeling Klinische Genetica en prof. H. Morreau van de afdeling Pathologie. Voor vragen over dit onderzoek kunt u contact opnemen met dr. M. Nielsen.
Contact
Wilt u meer weten of hebt u nog vragen? Neem dan contact met ons op of volg de links voor aanvullende informatie.
Patiëntportaal mijnLUMC
In het patiëntportaal mijnLUMC vindt u een duidelijk overzicht van uw behandelingen en hebt u inzicht in uw medische gegevens. Snel en veilig. Thuis, onderweg en in het ziekenhuis.
Patiënt verwijzen
Informatie voor artsen en instellingen die patiënten naar het LUMC willen verwijzen.
Contactgegevens voor patiënten
- Polikliniek Klinische Genetica: 071 - 526 80 33
- Polikliniek MDL: 071 - 526 35 75
- Polikliniek Algemene Chirurgie: 071 - 526 23 77