Vaattoegangsproblemen bij hemodialyse
Onze zorgNieren zijn belangrijke organen. Ze halen afvalstoffen en vocht uit uw bloed. Als uw nieren niet of nauwelijks werken, moet uw bloed op een andere manier worden schoongemaakt. Dat kan tijdelijk met behulp van hemodialyse. Uw bloed wordt dan gezuiverd door een kunstnier buiten het lichaam, die is aangesloten op uw bloedbaan. Het is belangrijk dat deze verbinding altijd zo goed mogelijk functioneert. In het LUMC werkt een hooggespecialiseerd team dat jarenlange ervaring en technologische innovaties inzet om voor u een behandeling op maat te maken met de grootste kans van slagen.
Waarom u bij ons in goede handen bent
Tijdens een dialyse stroomt tussen de 40 en 60 liter bloed door een kunstnier buiten het lichaam. Een gewoon bloedvat is te kwetsbaar voor zoveel bloed. Daarom leggen artsen via een operatie een zogeheten shunt aan in de arm. Zij verbinden dan direct – of met behulp van een kunststof buisje - een slagader aan een ader. Door deze verbinding – de shunt - wordt de ader dikker, waardoor het makkelijker is om deze aan te prikken en vervolgens het bloed te zuiveren. Het nadeel van een shunt is dat er soms problemen ontstaan, zoals een vernauwing waardoor er niet genoeg bloed naar het dialyseapparaat kan stromen. Onze medisch specialisten hebben uitgebreide ervaring met het plaatsen van verschillende soorten shunts en met het oplossen van eventuele problemen die gepaard kunnen gaan met deze kunstmatige bloedvatverbinding.
Multidisciplinair team

Als u een shunt laat zetten in het LUMC, bent u in handen van een nefroloog. Dat is een arts die zich heeft gespecialiseerd in de zorg bij nieraandoeningen. Dit is uw regievoerend arts. De nefroloog werkt nauw samen met een multidisciplinair team, bestaande uit specialisten van verschillende afdelingen zoals een vaatchirurg en een radioloog.
In het LUMC werken deze specialisten samen om u zorgvuldig te begeleiden en te behandelen. Zij zoeken met u naar de best mogelijke oplossing om eventuele bloedvatproblemen tijdens het dialyseren te voorkomen. Er zijn verschillende opties voor het aanbrengen van een shunt, zoals het maken van de bloedvatverbinding met uw eigen bloedvaten of een kunststof buisje. De keuze voor een behandeling hangt af van uw persoonlijke situatie, waarbij verschillende zaken – zoals de conditie van uw hart en bloedvaten – worden meegewogen.
Wetenschappelijk onderzoek naar vaattoegangsproblemen
In het LUMC vindt veel onderzoek plaats naar hoe we vaatproblemen bij dialysepatiënten kunnen voorkomen. Daarbij staat altijd de patiënt centraal. Zo onderzoeken wij het succespercentage van verschillende behandelingen, hoe we een shunt verder kunnen verbeteren en doen we baanbrekend onderzoek naar het vinden van alternatieve manieren om shunts te maken. Aan sommige onderzoeken kunt u zelf meedoen. Uw behandelaar zal u daarover informeren.
- Wat zijn de symptomen bij vaattoegangsproblemen bij hemodialyse?
-
Eventuele klachten hangen af van het type shunt dat u heeft. Er zijn twee opties voor het maken van een shunt: de verbinding tussen een ader en slagader is gemaakt met behulp van de eigen bloedvaten of het is tot stand gekomen door een kunststof buisje.
Bij een shunt die is gemaakt van de eigen bloedvaten kan een vernauwing (stenose) ontstaan, waardoor er niet voldoende bloed naar de kunstnier loopt. Hierdoor duurt het langer voordat een dialyse klaar is, kan uw arm dikker worden of voelt u de shunt niet trillen, maar kloppen.
Als uw ader en slagader aan elkaar zijn verbonden met een kunststof buisje, dan kan er eveneens een vernauwing ontstaan. Ook is het risico op infecties groter, waardoor u last kunt krijgen van koorts, een rode huid en pijn in uw shuntarm.
- Waardoor ontstaan vaattoegangsproblemen bij hemodialyse?
-
Het is nog niet goed bekend waarom er een vernauwing optreedt in een shunt. Waarschijnlijk spelen verschillende factoren een rol, zoals hoe de shunt wordt aangeprikt en hoe hard het bloed stroomt. Wat ook meespeelt is of er sprake is van aderverkalking en of de bloedvatwand ontstoken is.