Studie biedt kansen om effectiever te vaccineren, óók tegen andere ziekten

Manier waarop immuunsysteem reageert op tuberculosevaccin verschilt per mens

8 januari 2024
leestijd
Vaccins zijn er in verschillende soorten en maten, maar de manier waarop het immuunsysteem reageert op een vaccin, zou bij ieder mens hetzelfde zijn. In een studie met het BCG-vaccin tegen tuberculose hebben onderzoekers van het LUMC en het Radboudumc in Nijmegen aangetoond dat die laatste aanname niet klopt: het immuunsysteem komt bij de helft van de mensen niet in actie.

Tegelijkertijd liggen er ook kansen om de reactie op vaccins te verbeteren. Bijvoorbeeld door op een geschikter moment te vaccineren. Vervolgonderzoek moet uitwijzen op wat voor moment dat dan zou moeten zijn. De ontdekking kan ook bijdragen aan het ontwikkelen van nieuwe tuberculosevaccins én van nieuwe vaccins in het algemeen.

Tuberculose is een infectieziekte, die wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte kan in alle organen voorkomen (en schade aanrichten), maar vaak zit het in de longen. Veel voorkomende symptomen zijn aanhoudend hoesten (soms met ophoesten van bloed), gewichtsverlies en nachtzweten. Tegen tuberculose is een maanden durende medicijnkuur beschikbaar, maar als iemand geen goede behandeling krijgt, kan de ziekte dodelijk zijn. Volgens de WHO stierven in 2022 ruim 1,3 miljoen mensen in de wereld aan tuberculose.

Tegen tuberculose bestaat ook al meer dan een eeuw het BCG-vaccin, dat de kans verkleint dat tuberculose iemand ernstig ziek maakt. Het vaccin bevat verzwakte tuberculose-bacteriën. Die zijn ongevaarlijk, maar moeten er wel voor zorgen dat het afweersysteem in actie komt. Bekend was al dat het vaccin vooral bij jonge kinderen beschermt, maar niet zozeer bij volwassen, die de ziekte juist vaak overbrengen.

Kwart onderzoekdeelnemers in staat bacteriën zonder vaccin op te ruimen

Tijdens de studie kregen onderzoekdeelnemers, die allemaal nog nooit tuberculose hadden gehad, het BCG-vaccin. Door middel van bloedtesten keken onderzoekers in het laboratorium of cellen van het afweersysteem in staat waren om bacteriegroei te remmen. Zo kwamen Krista van Meijgaarden (promovenda bij de afdeling infectieziekten) en Simone Joosten (associate professor bij infectieziekten) erachter dat het vaccin niet bij iedereen leidde tot de reactie van het immuunsysteem die nodig is om de infectie daadwerkelijk op te ruimen.

Ongeveer een kwart van de mensen was vóór vaccinatie al in staat de bacteriën te doden. Bij een ander kwart van de deelnemers gebeurde dat na vaccinatie. Ongeveer de helft was dus niet in staat om de bacteriën op te ruimen, ongeacht BCG-vaccinatie. Bovendien bleken de twee groepen die bacteriën kunnen opruimen, dat op verschillende manieren te doen. Ook dat was een nieuwe ontdekking.

Reactie op vaccinatie straks misschien vooraf te voorspellen

Waarom de reactie op het vaccin kan verschillen, weten de onderzoekers niet. Daarachter komen is de heilige graal. Wel hebben ze sterke aanwijzingen dat het iets te maken heeft met de stofwisseling (metabolisme) en de status van het immuunsysteem van mensen op het moment van vaccineren. Mogelijk valt de reactie op vaccinatie vooraf te voorspellen door eigenschappen van het immuunsysteem te onderzoeken. "Stel – en het is maar een voorbeeld – het heeft iets te maken met vitamine C", zegt Joosten. "Dan kun je de vaccineffectiviteit misschien verhogen door mensen vitamine C te laten slikken. Wereldwijd kunnen we daarmee voor enorme veranderingen zorgen", zegt ze.

Belangrijk voor het testen van nieuwe vaccins

De LUMC-onderzoekers spreken daarom ook van een doorbraak. "Hiervoor wisten we niet eens dát er verschillen in de immuunrespons waren. Wij hebben nu een stukje van die puzzel opgelost", zegt Van Meijgaarden. De nieuwe resultaten kunnen leiden tot een beter en effectiever gebruik van het BCG-vaccin. Ook dragen de bevindingen bij aan het ontwikkelen van nieuwe tuberculosevaccins. Bovendien zou de in Nature Communications gepubliceerde studie ook een inspiratie kunnen zijn voor andere vaccinstudies.