Genonderzoek geeft nieuw aanknopingspunt voor behandeling borst- en eierstokkanker

29 januari 2024
leestijd
In Nederland hebben enkele duizenden mensen een verhoogde kans op borst- en/of eierstokkanker door een erfelijke mutatie in het BRCA1-gen. Er zijn behandelingen met medicijnen, maar er is een kans dat de tumor hieraan went. In dat geval werkt de medicijnen niet altijd meer even goed. Daarom zijn alternatieven nodig. Onderzoekers hebben hiervoor een nieuw aanknopingspunt gevonden.

Eiwit EXO1 remmen

BRCA1 is een gen dat helpt bij het herstel van DNA-schade. Bij dragers van een erfelijke mutatie in dit gen, worden DNA-breuken niet goed gerepareerd door verlies van de functie van BRCA1. Dit leidt tot verschillende fouten in het DNA die tumorgroei kunnen veroorzaken. Onderzoekers van het LUMC hebben samen met onderzoekers van het National Institute of Health uit de Verenigde Staten, het UMCG en UMC Utrecht ontdekt dat verlies van het eiwit EXO1 helpt om de BRCA1-gemuteerde cellen aan te pakken.

In het onderzoek, dat deze week verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift Molecular Cell, tonen de auteurs aan dat het verlies van EXO1 in BRCA1-gemuteerde cellen tot zoveel DNA-schade leidt, dat deze cellen doodgaan. Sylvie Noordermeer, groepsleider DNA-recombinatie en kanker in het LUMC: “Dit komt doordat het verlies van de functie van zowel BRCA1 als EXO1 tegelijkertijd twee verschillende DNA-reparatieprocessen in de gemuteerde cel uitschakelt. De gezonde cellen blijven over.”

Vervolgstappen

“Nu we dit aanknopingspunt hebben, gaan we op zoek naar een stof die EXO1 kan remmen”, vertelt Noordermeer. “Hiermee kan mogelijk een nieuwe medicijn worden ontwikkeld. Dit wordt onderzocht in verschillende pre-klinische studies, voordat dit naar de klinische praktijk kan worden gebracht.”

Haico van Attikum, hoogleraar chromatine en DNA-reparatie in het LUMC: “We hopen natuurlijk zo snel mogelijk de stof te vinden die EXO1 remt, maar een tijdspad is daarvoor niet te voorspellen. Het hangt er echt vanaf hoe snel de juiste stof gevonden wordt en welke aanpassingen er gemaakt moeten worden. Daarnaast kan bijvoorbeeld blijken dat de stof beter werkt in combinatie met andere stoffen. Dat noemen we combinatietherapie. Daar moet goed onderzoek naar gedaan worden."

Behandeling op maat

De onderzoekers zien dit onderzoek als een belangrijke toevoeging voor het aanbieden van een behandeling op maat voor een specifieke groep patiënten met borst- en/of eierstokkanker. Die behandeling richt zich op de genetische kenmerken van specifieke patiënten, in dit geval een erfelijke mutatie in het BRCA1-gen. Noordermeer: “In de toekomst kan bij een patïent worden vastgesteld wat de oorzaak is van de ziekte.  En kan in het geval van een BRCA1-mutatie een gerichte behandeling, wellicht met een stof die EXO1 remt, gestart worden.”

Belang van fundamenteel onderzoek

Fundamenteel onderzoek richt zich op beter begrijpen hoe iets werkt. In dit geval is onderzocht hoe DNA-schade in gezonde cellen goed opgeruimd kan worden en wat er mis gaat in kankercellen met een BRCA1-mutatie. Van Attikum: “Dit beter begrijpen, maakt de weg vrij voor ontwikkeling van betere behandelingen. Dat is de kracht van fundamenteel onderzoek.”

De eerste auteurs van het onderzoek zijn Bert van de Kooij, Anne Schreuder en Raphael Pavani, uit de onderzoeksgroepen van Sylvie Noordermeer (LUMC), Haico van Attikum (LUMC) en André Nussenzweig (NIH). Lees hier de publicatie in Molecular Cell.