Percutane behandeling voor chronische totale occlusie (CTO) (Dotterbehandeling van langdurig geblokkeerde kransslagvaten CTO)

Wat is Percutane behandeling voor chronische totale occlusie (CTO) (Dotterbehandeling van langdurig geblokkeerde kransslagvaten CTO)?

Voor het behandelen van een langer bestaande volledige blokkade van (een van) de kransslagaders (ook wel CTO genoemd) is een geavanceerde interventieprocedure nodig.

Bij een CTO is de kransslagader langzaam verstopt geraakt. Doordat dit zo langzaam gaat, ontstaan er nieuwe bloedvaten. Deze nieuwe bloedvaten brengen het zuurstofrijke bloed alsnog naar het gebied van het hart waar het oorspronkelijke bloedvat dit zou moeten doen. Hierdoor blijft het hart werken. Vaak is dit toch onvoldoende. Hierdoor blijft een deel van het hart zuurstoftekort houden. Sommige patiënten voelden daardoor pijn op de borst of zijn kortademig bij inspanning. Dit hoeft niet voor iedereen zo te zijn.

Een CTO wordt ontdekt met een hartkatheterisatie. Als u een CTO heeft kunnen er redenen zijn om deze te moeten behandelen. Bijvoorbeeld als er zuurstof tekort is van de hartspier of als u klachten heeft.

In het LUMC maken wij gebruik van de nieuwste dottertechnieken om een CTO te behandelen. Via kleine gangetjes of kleine bloedvaatjes via een andere kransslagader kan de bloedtoevoer naar het afgesloten bloedvat weer hersteld worden. Soms is het nodig dit in twee verschillende behandelingen te doen. Het doel is altijd om het bloedvat weer open te krijgen. Zo kunnen wij de zuurstof toevoer naar de hartspier verbeteren en/of uw klachten verhelpen.

Waarom doen we dit onderzoek/deze behandeling?

Dotteren van een CTO biedt patiënten met ernstige coronaire blokkades een effectieve oplossing om de bloedstroom naar het hart te herstellen, symptomen te verlichten en de kwaliteit van leven te verbeteren. Zonder dat hiervoor een open hart operatie nodig is, zoals dat vroeger wel het geval was.

Door gebruik te maken van geavanceerde technieken en ervaring in het LUMC kunnen we de slagingskans van de procedure verhogen en de risico’s minimaliseren.

Waarom u bij ons in goede handen bent

Patiënten die kiezen voor een dotter van de CTO in het LUMC profiteren van de expertise van ons toegewijde team van interventiecardiologen met uitgebreide ervaring in het uitvoeren van deze complexe procedures. Daarnaast beschikken we over geavanceerde apparatuur en technieken, en werken we nauw samen met andere specialisten in en buiten het ziekenhuis om de best mogelijke zorg te bieden.

Wat gaat er vooraf aan het onderzoek of de behandeling?

Heeft uw arts u verteld dat u een CTO heeft en bent u naar ons verwezen, dan worden uw gegevens in ons hartteam besproken. Samen met de hartchirurg kijkt de interventiecardioloog die gespecialiseerd is in CTO dotters (dr. Al Amri of dr. Montero Cabezas) of het nodig is de CTO te behandelen en of het technisch mogelijk is. Als dit zo is, dan wordt u voor een gesprek uitgenodigd bij een van hen op de polikliniek voor een voorgesprek. Tijdens dit gesprek nemen we al uw gegevens door en krijgt u uitleg over de behandeling en te verwachten resultaten.

Hoe kunt u zich voorbereiden?

Medicatie: Volg de instructies van uw cardioloog met betrekking tot het innemen of stopzetten van medicijnen voor de behandeling. Het kan nodig zijn om bepaalde medicijnen te stoppen of aanpassingen te maken in de dosering.Nuchter blijven: Meestal wordt u gevraagd om enkele uren voor de procedure niet te eten of te drinken. Volg de instructies die u van het ziekenhuis heeft ontvangen.Begeleiding: Zorg ervoor dat u iemand regelt om u naar het ziekenhuis te brengen en weer op te halen, aangezien u mogelijk enige tijd nodig heeft om te herstellen na de behandeling.

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

 Net als bij een gewone hartkatheterisatie maken wij zoveel mogelijk gebruik van de bloedvaten in de pols, of als dit niet mogelijk is, de lies om de dotterbehandeling uit te kunnen voeren. Omdat wij zowel het afgesloten als de nieuw gevormde bloedvaten tegelijk willen zien, gebruiken we beide polsen of één pols en één lies.

U wordt plaatselijk verdoofd en bent tijdens de procedure bij bewustzijn. Dit is belangrijk, omdat wij regelmatig willen weten hoe het met u gaat.

Via een dunne buis (katheter) kunnen wij dan de kransslagvaten afbeelden. Met speciale draden en ballonkatheters kunnen de verstoppingen doorbroken worden. Als de bloedvaten heel erg verkalkt zijn kan het soms ook nodig zijn om de verkalkingen te behandelen met een hele kleine boor of speciale ballonnen.

Als het bloedvat open is kijken wij met een speciale camera aan de binnenkant van het bloedvat om te zien of welke stent (soort pennenveer) er nodig is om het bloedvat open te houden. Vaak is meer dan 1 stent nodig. Door gebruik te maken van deze camera kunnen wij de resultaten van de behandeling verbeteren en zoveel mogelijk voorkomen dat het bloedvat opnieuw verstopt raakt.

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Na de behandeling kan u de pols(en) of het been (lies) gedurende enkele uren niet gebruiken tot de slagader afgesloten is. Hierna krijgt u instructies om het de eerste 1-2 weken rustig aan te doen met de arm en/of het been. Vermijd zware fysieke inspanning, tillen of inspannende activiteiten gedurende een bepaalde periode, zoals geadviseerd door uw cardioloog.  Gedurende 1 week mag u niet autorijden.

Als de CTO behandeling zonder complicaties is verlopen, dan mag u vaak dezelfde dag al naar huis. Het is belangrijk om de voorgeschreven medicijnen nauwkeurig in te nemen volgens de instructies die u mee zal krijgen.

Het kan zijn dat uw pols of lies wat dik en blauw is of een paar dagen gevoelig. Dat is normaal. Daar hoeft u zich niet ongerust over te maken. Bij toename van zwelling, pijn of roodheid neemt u contact op met een arts. U krijgt bij ontslag uit het ziekenhuis alle informatie hierover mee.

Wanneer krijgt u de uitslag?

De uitslag en het verloop van de CTO behandeling wordt direct na de procedure met u besproken door de interventiecardioloog. Deze zal de resultaten van de behandeling uitleggen en eventuele vervolgstappen of aanbevelingen met u bespreken.

Wat is de prognose?

Het succespercentage en de prognose van een CTO behandeling is over het algemeen zeer goed, maar varieert per individu en is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de ernst van de blokkades, de algehele gezondheidstoestand en de opvolging van het behandelplan. Het LUMC is voortdurend bezig met onderzoek naar verbeteringen op het gebied van complexe dotterbehandelingen om de prognose van patiënten te optimaliseren en de behandelresultaten verder te verbeteren.

Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?

Hoewel een CTO dotterbehandeling over het algemeen veilig is, kunnen er enkele risico’s en mogelijke complicaties voorkomen. Het risico hierop is klein.

Deze kunnen omvatten:

• Bloeding of blauwe plek op de plaats van de katheterinbrenging (pols of lies)
• Beschadiging van de bloedvaten of kransslagaders.
• Allergische reacties op de gebruikte contrastmiddelen.
• Hartritmestoornissen.
• Restenose (opnieuw optreden van vernauwing) van de behandelde kransslagader.
• Zeldzame complicaties, zoals hartinfarct of beroerte.

Tijdens de procedure doen wij er alles aan om de risico’s zo klein mogelijk te houden. Als zij zich toch voordoen dan zullen wij deze direct behandelen.

Het is belangrijk om deze risico's met uw interventiecardioloog te bespreken en eventuele zorgen of vragen die u heeft te uiten.

Meedoen aan wetenschappelijk onderzoek

Als u geïnteresseerd bent in deelname aan wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot complexe coronaire interventies of chronische totale coronaire occlusies, kunt u dit aan de behandelend interventiecardioloog laten weten. Het LUMC is betrokken bij verschillende klinische onderzoeken en studies om de behandeling en uitkomsten verder te verbeteren. Uw behandelend arts kan u meer informatie geven over de beschikbare onderzoeken en of u in aanmerking komt voor deelname.

Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?

Na de CTO dotterbehandeling kunt u rekenen op de nodige nazorg. Het LUMC biedt ondersteuning en vervolg voor uw herstel. Dit kan omvatten:

• Controleafspraken: U wordt uitgenodigd voor regelmatige controleafspraken met uw cardioloog om de voortgang van uw herstel te beoordelen en eventuele vragen te beantwoorden.
• Medicatiebeheer: Uw medicatie wordt gecontroleerd en aangepast indien nodig. U ontvangt instructies over hoe u uw medicijnen moet innemen en eventuele bijwerkingen die u moet melden.
• Leefstijladvies: Het is mogelijk dat u advies en begeleiding ontvangt over gezonde leefstijlkeuzes, zoals dieet, lichaamsbeweging en stressmanagement, om uw algehele gezondheid te bevorderen en het risico op toekomstige hartproblemen te verminderen.

Indien nodig kan het LUMC u ook doorverwijzen naar andere zorginstellingen of gespecialiseerde zorgverleners voor aanvullende nazorg, revalidatieprogramma's of specifieke behandelingen.

Waar moet u op letten na uw onderzoek/behandeling?

Na uw CTO dotterbehandeling is het belangrijk om op de langere termijn op verschillende aspecten te letten:

• Medicatie: Blijf uw voorgeschreven medicijnen volgens de instructies innemen en neem contact op met uw cardioloog als u bijwerkingen ervaart.
• Leefstijlveranderingen: Overweeg gezonde leefstijlveranderingen, zoals een uitgebalanceerd dieet, regelmatige lichaamsbeweging, stoppen met roken en stressmanagement, om uw algehele hartgezondheid te verbeteren.
• Controleafspraken: Blijf regelmatig controleafspraken bijwonen bij uw cardioloog om uw herstel en algemene gezondheid op te volgen.
• Waarschuwingssignalen: Wees alert op mogelijke waarschuwingssignalen zoals pijn op de borst, kortademigheid, ongewone vermoeidheid of hartkloppingen. Neem bij het optreden van dergelijke symptomen contact op met uw cardioloog.

Het is essentieel om open te blijven communiceren met uw behandelend arts en eventuele zorgen of vragen te bespreken die u heeft tijdens uw herstel- en nazorgperiode.

Contact bij problemen na uw onderzoek/behandeling

Afdeling cardiologie (tot 1 week na opname) via telefoonnummer 071-5263009.

Aan welke studies kan je meedoen?

Als u geïnteresseerd bent in deelname aan wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot complexe coronaire interventies of chronische totale coronaire occlusies, kunt u dit aan de behandelend interventiecardioloog laten weten.

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Afdeling cardiologie (tot 1 week na opname):

071-5263009

Poli cardiologie tijdens kantooruren ma t/m vr:

071-5263714

hartpoli@lumc.nl

Handige links

Belangrijk: Deze informatie is bedoeld als algemene gids en kan variëren op basis van individuele omstandigheden. Raadpleeg altijd uw behandelend arts of zorgverlener voor specifieke medische adviezen en instructies.