Tijdens de operatie

Een operatie kan spannend zijn. Voor uw operatie krijgt u eerst een infuus. Hierna gaat u naar de operatiekamer. Hier wordt u aangesloten op de monitor en krijgt u de afgesproken verdoving. Hoe verloopt een operatie bij het LUMC verder? En met welke medewerkers krijgt u te maken tijdens uw operatie?
Chirurgen zijn aan het opereren.

Infuus vooraf

Op de dag van de operatie krijgt u eerst een infuus. Meestal krijgt u dat infuus in de rug van uw hand. Hierna brengt de anesthesiemedewerker u naar de operatiekamer. In de operatiekamer schuift u vanuit uw bed over op een smalle operatietafel.

 

Op de operatiekamer

Op de operatietafel wordt u aangesloten op een monitor. Hiermee houden we uw hartritme, bloeddruk en het zuurstofgehalte in het bloed in de gaten tijdens de operatie. Gaat u onder narcose, dan meten we ook hoe diep u in slaap bent. Dit doen we met behulp van een sticker die we op uw voorhoofd plakken. U neemt vervolgens samen met het team een controlelijst en uw gegevens door. We controleren of u de juiste patiënt bent en of de juiste operatie gepland staat. Ook stemmen we af of alle materialen er zijn en wat we tijdens de operatie van elkaar verwachten.

Verdoving en onder narcose (anesthesie)

In het LUMC wordt uw verdoving tijdens een operatie verzorgd door een anesthesioloog. De verdoving kan bijvoorbeeld inhouden dat u een ruggenprik krijgt of algehele anesthesie (narcose). De anesthesioloog wordt daarbij bijgestaan door een anesthesiemedewerker. De anesthesioloog zet na de laatste controle een kapje met zuurstof op uw neus en mond. Hier ademt u door. Via het infuus krijgt u pijnstilling en de slaapmiddelen ingespoten. U voelt zich eerst draaierig en valt daarna in een diepe slaap. Daarna plaatst de anesthesioloog een beademingsbuisje in de keel, mond of luchtpijp. Soms krijgt u nog een extra infuus, blaaskatheter of maagsonde ingebracht. Dit is dan vooraf met u besproken op de polikliniek.   

Tijdens de operatie

De anesthesioloog zorgt naast voor de verdoving voor het stabiel houden van alle lichaamsfuncties gedurende de operatie. De monitor waarop u bent aangesloten meet voortdurend uw hartslag, zuurstofgehalte en bloeddruk. De operateur voert samen met de operatieassistenten uw operatie uit. Deze operateur vertelt uw contactpersoon na de operatie telefonisch hoe het gegaan is. Als u wakker bent en u voelt zich goed, dan hoort u direct hoe de operatie is verlopen.