Patiëntenfolder

Keizersnede

Je behandelend arts heeft je verteld dat je baby via een keizersnede geboren gaat worden. In deze folder vind je informatie over een geplande keizersnede. Een geplande keizersnede gaat op bijna dezelfde manier als een spoedkeizersnede. Het verschil tussen de soorten keizersnedes zijn in de tekst aangegeven.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Verloskunde en GeboorteHuis Leiden.

Voorbereiding

Wat gaat er vooraf aan het onderzoek of de behandeling?

Opname op de kraamafdeling 

Bij een geplande keizersnede word je op de dag van de operatie opgenomen op de kraamafdeling van het GeboorteHuis. Hieronder lees je welke voorbereidingen er voor de operatie zijn. 

Het voorbereidingsgesprek 

Wanneer je van je behandelend arts hoort dat er een keizersnede gepland gaat worden, maakt de doktersassistente een afspraak voor het voorbereidingsgesprek. Dit vindt plaats op de polikliniek. De verpleegkundige/ doktersassistente vertelt je hierin wat de gang van zaken is bij een keizersnede. Ook hoor je wat je tijdens je opname op de afdeling kunt verwachten. Bijzonderheden en wensen die belangrijk zijn voor de verzorging van jou en je baby in het ziekenhuis komen ter sprake. De afdelingssecretaresse belt je 2 dagen voor de operatie op en vertelt je op welk tijdstip we je verwachten op de dag van de operatie. 

Controles en bloedafname 

De ochtend van je opname in het GeboorteHuis meten we je bloeddruk, temperatuur en hartslag. Ook luisteren we nog even naar de hartslag van de baby. Daarnaast neemt de verpleegkundige bloed bij je af voor kruisbloed en Hb-bepaling (hemoglobinebepaling). 

Anesthesist 

Wanneer de operatie gepland is, ontvang je via mijnLUMC een vragenlijst van de anesthesie. Vul deze in voordat je naar het spreekuur PreOperatieve Screeningspolikliniek (POS) van de anesthesie gaat (route 17, B1-R). 

Aan de hand van je medische gegevens bekijkt de anesthesist welke vorm van anesthesie voor jou de beste is. Lees meer hierover in de patiëntenfolder Anesthesie van de afdeling Anesthesie. 

Contact opnemen met de Anesthesie kan van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 12.00 uur en van 15.00 uur tot 16.30 uur via 071-526 45 83. 

Wat als er tijdens de bevalling besloten wordt dat de baby via een keizersnede geboren moet worden? 

Nadat dit besloten is, wordt er vaak bloed bij je afgenomen en krijg je een operatiejasje aan. Meestal krijg je ook alvast de urinekatheter ingebracht. Daarnaast krijg je de medicijnen ter voorbereiding op de operatie. Op de operatiekamer zie je de anesthesist. Hij of zij besluit in overleg met jou en de gynaecoloog welke vorm van anesthesie het meest geschikt is op dat moment. Alles gaat heel snel, maar we proberen je zo goed mogelijk uit te leggen aan jou en je partner wat er allemaal gebeurt.

Hoe kunt u zich voorbereiden?

De dag van de keizersnede 

Vanaf 0.00 uur op de dag van de keizersnede mag je niet meer eten en drinken. Tot 2 uur voor de operatie is helder drinken (zoals water, thee zonder melk, limonadesiroop) toegestaan. Je mag geen nagellak of make-up op hebben en geen sieraden dragen. Mocht je contactlenzen of een gebitprothese hebben, dan moet je die voor de operatie uitdoen.

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

Je krijgt een operatiejasje aan. Op de operatiekamer krijg je een urinekatheter en een infuus. Ongeveer 24 uur na de operatie worden deze weer verwijderd. Ter voorbereiding op de operatie krijgt je medicijnen: een drankje om het maagzuur te neutraliseren, een tablet tegen de misselijkheid en 2 tabletten paracetamol. Vervolgens word je per bed naar de operatieafdeling gebracht. 

Je partner 

Wanneer je een ruggenprik krijgt, mag je partner bij de ingreep aanwezig zijn. Je partner krijgt een operatiepak bij de ingang van de operatiekamer (OK). Een OK-medewerker maakt met jouw toestel foto’s van de geboorte. 

De baby 

Zodra je kind geboren is, overhandigt de gynaecoloog hem of haar aan de kinderarts. De eerste controle van je baby vindt plaats in een kamertje dat aan de OK grenst. Daarna krijg je je kind te zien en brengt de kinderarts de baby in de couveuse naar de afdeling. Jij gaat naar de uitslaapkamer (verkoever). Je partner mag bij je blijven of met de kinderarts en jullie baby mee naar de afdeling gaan. 

Op de afdeling krijgt de baby vitamine K en wordt die gewogen en getemperatuurd. De baby krijgt een mutsje op, een luier aan en wordt in doeken gewikkeld. De baby mag, als jullie dat willen, bloot bij je partner op de borst liggen en wordt dan zorgvuldig toegedekt. Dit huid-op-huidcontact is belangrijk voor de hechting tussen ouder en kind. 

Wanneer jij op de uitslaapkamer bent aangekomen, worden je baby en partner naar je toegebracht. Je baby wordt bloot bij je neergelegd onder de dekens. Je start met borstvoeding wanneer jij en je baby daar aan toe zijn. Als je voor kunstvoeding hebt gekozen, geeft je partner het eerste flesje. Wanneer je al snel terug mag naar de afdeling, zal het huid-op-huidcontact op de afdeling plaatsvinden. 

Mocht jullie kind intensievere zorg of observatie nodig hebben, dan gaat het naar de afdeling Neonatologie. Zodra jij terug mag naar je eigen kamer op het GeboorteHuis, ga je eerst naar de afdeling Neonatologie. Hier kun je je baby zien, aanraken en eventueel zelf voeden. Dit alles hangt er natuurlijk van af of de baby in goede conditie is. 

Na de operatie 

Op de uitslaapkamer wordt je hartslag, bloeddruk, de wond en het bloedverlies goed in de gaten gehouden. Wanneer de controles stabiel zijn, word je door de verpleegkundige van de afdeling opgehaald. Het duurt meestal 1 tot 2 uur voordat je weer op je kamer in het GeboorteHuis terug bent. 

Verzorging van de baby 

De verpleegkundige betrekt jou en je partner bij de verzorging van de baby. Je zult merken dat je langzamerhand de zorg (gedeeltelijk) kunt overnemen. De kraamverzorgende geeft je thuis verdere uitleg over de verzorging van je baby. 

Op de afdeling zijn speciale clip-on-cribbedjes: deze bedjes worden aan je bed vastgemaakt, zodat je baby zo dicht mogelijk bij je is. 

Wanneer je borstvoeding wilt geven, helpt de verpleegkundige je met het aanleggen van je baby. De eerste dagen zal de houding waarin je borstvoeding geeft niet de meest ideale zijn. Dit komt door je buikwond, maar dit wordt elke dag beter. De verpleegkundigen en de lactatiekundige geven je adviezen ter ondersteuning. Wanneer je baby op de afdeling Neonatologie ligt en om wat voor reden dan ook niet aan de borst kan, helpt de verpleegkundige je met het afkolven van de moedermelk. Je ontvangt de patiëntenfolder(s) Borstvoeding en/of Afkolven van moedermelk.

Pijnstilling 

Na de operatie krijg je verschillende soorten pijnstilling. Via het infuus in je hand of arm krijg je van tijd tot tijd morfine. Je kunt als dat nodig is de dosis morfine zelf verhogen  met een knop die verbonden is aan het infuus. Dit is om de pijn extra te bestrijden of te voorkomen. Soms zit het slangetje van de verdoving na de operatie nog in je rug en zal via dat slangetje de pijnstilling gegeven worden. Ook hier kun je zelf extra morfine toedienen. Na ongeveer 24 uur wordt deze pijnstilling gestopt.

Na de operatie wordt er ook direct gestart met het gebruik van pijnstillende tabletten. Zo wordt het lichaam voorbereid op goede pijnstilling nadat de morfinepomp gestopt is. Het is belangrijk dat je goed aangeeft hoeveel pijn je hebt en of de pijnstilling voldoende helpt. We gebruiken daarvoor een pijnscore. Lees meer over deze pijnscore en pijnbestrijding in de folder Anesthesie van de afdeling Anesthesie. 

Weer bewegen (mobiliteit) 

De dag van de keizersnede helpt de verpleegkundige je na de operatie met de verzorging. Deze dag breng je in bed door. De volgende dag kom je met hulp van de verpleegkundige uit bed, om even op een stoel te zitten of onder de douche te gaan. De dagen hierna wordt je mobiliteit uitgebreid. Als je nog verdoving via een ruggenprik hebt, moet je in bed blijven totdat deze is verwijderd en je je gevoel in je benen helemaal terug hebt. 

Na de operatie krijg je dagelijks een injectie in je been. Dit is om trombose te voorkomen. Deze injectie krijg je totdat je naar huis gaat. 

Wondverband en hechtingen 

Na 24 uur wordt het wondverband verwijderd. De hechtingen in de buikwond zijn zelfoplosbaar.

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Eten en drinken

De keizersnede is een grote buikoperatie, daarom moet je na de keizersnede rustig aan doen met eten en drinken. Na de operatie mag je eerst af en toe een slokje drinken. Het benodigde vocht krijg je via het infuus. Als alles goed gaat, je meer trek hebt in eten en drinken en je niet misselijk wordt, dan mag je rustig aan meer eten en drinken. De derde dag krijg je, als je nog geen ontlasting hebt gehad, een tablet Dulcolax om de darmen te activeren.

Neem je kauwgom mee?

Na de keizersnede is één van de mogelijke complicaties dat je darmen te langzaam op gang komen. De darmen liggen dan stil, wat kan zorgen voor een opgeblazen buik en pijn. 

Het risico hierop kan verlaagd worden door het gebruik van suikervrije kauwgom. 

Ons advies is om 1,3,6 en 9 uur na de keizersnede gedurende 20 minuten op suikervrije kauwgom te kauwen. 

Neem dus suikervrije kauwgom mee in je koffer naar het ziekenhuis! 

Nazorg

Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?

Naar huis (ontslag) 

Kraamzorg 

Je blijft 36 uur in het ziekenhuis na een keizersnede. De kraamzorgorganisatie die je zelf geregeld hebt, wordt door jouzelf of je partner telefonisch op de hoogte gebracht van de geboorte van jullie kind. De verpleegkundige van de afdeling zal je zeggen wanneer het een goed moment is om de kraamzorg te bellen. Ook zal de verpleegkundige een overdracht mee naar huis geven. Zo weet de kraamzorg thuis precies welke zorg jij en je baby in het ziekenhuis hebben gehad. 

Als je baby is opgenomen op de afdeling Neonatologie, ga je de derde dag na de operatie naar huis. De verpleegkundige zal je uitleggen hoe je zogeheten ‘uitgestelde kraamzorg’ kunt regelen. Je kunt hiervan gebruikmaken als je baby langer in het ziekenhuis opgenomen moet blijven dan jij. 

Ontslaggesprek 

De dag na de operatie heb je een ontslaggesprek met je arts of de verloskundige. Het is handig om vragen die je hebt van te voren op te schrijven. De nacontrole op de polikliniek vindt na ongeveer 6 weken plaats. 

De verpleegkundige draagt de zorg na je ontslag over aan de kraamzorg, de verloskundige en de huisarts. Wanneer je partner je komt halen, mag de auto voor korte tijd bij de Spoedeisende Hulp worden neergezet. De kraamverzorgende, de verpleegkundige of een gastvrouw begeleidt je naar de auto.

Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Heb je nog vragen? 

Mocht je naar aanleiding van deze informatie nog vragen hebben, dan kunt je daarmee altijd terecht bij de verpleegkundige. Dat kan via telefoonnummer 071-526 0900. 

Een goed herstel toegewenst!

Handige links

Meer informatie 

Lees ter voorbereiding op de kraamtijd bij GeboorteHuis Leiden en de eerste tijd thuis de patiëntenfolder Na de bevalling (keizersnede): Kraamtijd in GeboorteHuis Leiden en thuis.