Patiëntenfolder

Urinestoma volgens Bricker

Binnenkort wordt u in het ziekenhuis opgenomen om bij u een urinestoma volgens de methode van Bricker aan te leggen. Een stoma is een kunstmatige uitgang, in dit geval via de buikwand. De uroloog heeft u daar reeds over ingelicht. In deze folder informeren wij u over de ingreep en de opname.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Urologie.

Onze zorg

Wat is Urinestoma volgens Bricker?

Een urinestoma is een kunstmatige uitgang voor urine. Een urinestoma wordt aangelegd als urine het lichaam niet meer langs de natuurlijke weg kan verlaten.   

Een urinestoma ziet eruit als rood slijmvlies zoals bijvoorbeeld de binnenzijde van de wang. Een stoma is ongevoelig. Het uitvloeien van urine heeft u niet meer onder controle zodat een opvangsysteem noodzakelijk is. 

Waarom doen we dit onderzoek/deze behandeling?

Een urinestoma volgens de techniek van Bricker   

Bij deze operatie wordt de blaas verwijderd en met behulp van een stuk dunne darm een urinestoma aangelegd. Normaal gesproken gaat de urine via de beide urineleiders (ureters) naar de blaas waar het tijdelijk opgeslagen wordt. U plast de urine uit via de plasbuis (urethra). Na de operatie kan dit niet meer.   

Tijdens de operatie worden de urineleiders op het stukje dunne darm geplaatst. De darm wordt vervolgens door een opening in de buik naar buiten geleid en vastgehecht aan de buikwand. Op deze wijze loopt een voortdurende stroom van urine vanuit de nieren door de urineleiders en het nieuwgevormde stoma naar buiten in een stomazakje.  

Voorbereiding

Wat gaat er vooraf aan het onderzoek of de behandeling?

De voorbereiding   

Anesthesie 
Voorafgaande aan de opname heeft u een afspraak op het preoperatieve spreekuur van de polikliniek Anesthesie. De anesthesist doet lichamelijk onderzoek en legt u alles uit over de verdoving en pijnbestrijding rondom de operatie. De anesthesist vertelt u ook welke medicijnen u wel en niet van uzelf mag innemen op de dag van de operatie.   

Stomaverpleegkundige  

Omdat u een stoma krijgt, gaat u voorafgaande aan de opname langs bij de stomaverpleegkundige voor een informatiegesprek over het krijgen van een urinestoma. Dit gesprek duurt ongeveer 1 à 1,5 uur. Afhankelijk van de snelheid van opname wordt er aansluitend aan het informatiegesprek een plaatsbepaling van het stoma gedaan of er wordt met u afgesproken dat u belt naar de stomaverpleegkundige als u weet wanneer u opgenomen gaat worden. Als u uit een ander ziekenhuis verwezen bent voor de operatie geldt dat u het voorbereidende gesprek bij de stomaverpleegkundige hebt in het verwijzende ziekenhuis. De langetermijncontroles zullen hier ook weer plaatsvinden.  

In de opnameperiode komt de stomaverpleegkundige van het LUMC bij u langs. De afdelingsverpleegkundigen verzorgen het stoma en begeleiden u in het aanleren van de stomazorg volgens een stappenplan. De stomaverpleegkundige zorgt ervoor dat de materialen die u thuis nodig heeft worden besteld en afgeleverd.  

Hoe kunt u zich voorbereiden?

Graag willen wij u verzoeken om bij de opname urine mee te nemen voor onderzoek. 

Gebruikt u medicijnen van uzelf dan verzoeken wij u deze medicijnen, in originele verpakking, bij de opname mee te nemen samen met een actueel medicijnoverzicht van uw apotheek. 

De avond voor de operatie mag u tot 24 uur zoals gebruikelijk eten en drinken.  

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

De opnamedag 

U wordt de avond voor de operatie opgenomen op de afdeling J9-Q, voor het specialisme urologie. U wordt ontvangen door de verpleegkundige die u uw bed zal wijzen en een opnamegesprek met u en uw naaste(n) zal houden. Tevens is er voor u de gelegenheid om vragen te stellen. Ook zal er wat bloed bij u worden afgenomen.  

De operatie  

Voor de operatie is het belangrijk dat u nuchter bent. Van 24 uur tot 6 uur ’s morgens mag u alleen heldere dranken drinken. Hierna moet u nuchter zijn. Wel mag u uw ochtendmedicijnen met een slokje water innemen.   

De verpleging krijgt een telefoontje wanneer u naar de operatiekamer toe moet. U krijgt dan een ziekenhuisjasje aan en mag de medicatie die door de anesthesie voorgeschreven is innemen. U wordt naar de operatiekamers gebracht waar u als eerste wordt opgevangen door de anesthesist.   

Er wordt een infuus bij u ingebracht waardoor u vocht en medicijnen krijgt toegediend.   

De operatie vindt plaats onder algehele narcose.   

In het geval van kwaadaardige tumor worden ook de lymfeklieren rondom de blaas verwijderd. De uroloog heeft dit met u op de polikliniek besproken.   

Na het verwijderen van de blaas wordt er een stukje darm vrijgemaakt. De resterende darmstukken worden weer aan elkaar vastgehecht. De urineleiders, die inmiddels van de blaas zijn losgemaakt, worden in het vrijgemaakte stukje darm vastgezet. Het andere uiteinde van het stukje darm wordt door een opening in de buikwand [het stoma] naar buiten gebracht en vastgehecht aan uw buikwand.  

Bij deze operatie wordt tevens vaak het volgende verwijderd:   

Bij mannen:  

  • Prostaat Zaadblaasjes 
  • Soms de urinebuis  

Bij vrouwen: 

  • Baarmoeder en - afhankelijk van leeftijd - de eierstokken  
  • Urinebuis met een deel van de voorwand van de schede (in geval van kwaadaardigheid)  

Bij de ingreep wordt in iedere urineleider een katheter (een dun kunststof slangetje) achtergelaten om de nieuwe aansluiting netjes te laten genezen. Bij een kijkoperatie zitten deze slangetjes inwendig in het stoma. Bij een open operatie zullen deze door het stoma naar buiten geleid zijn.   

De kijkoperatie duurt gemiddeld 7 uur en de open operatie duurt gemiddeld 5 uur. Na de operatie verblijft u een poosje op de uitslaapkamer. Hierna wordt u weer naar de afdeling gebracht. Indien er een indicatie voor is, verblijft u een nachtje op de PACU.  

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Terugkomst op de afdeling  

Als alles goed gaat met u en de pijn onder controle is, komt u terug op de afdeling Urologie.   

Na de operatie heeft u:   

  • Een infuus in uw arm voor het toedienen van vocht en/of medicijnen.  
  • Eventueel een infuus in uw hals voor het toedienen van vocht en/of medicijnen. 
  • Zuurstof via een neusbrilletje.
  • Een pijnpomp, die aangesloten is op uw infuus. Hiermee kunt u zichzelf door middel van een druk op een knop pijnstilling toedienen indien dit noodzakelijk is. Hiernaast krijgt u ook paracetamol. 
  • Een stoma. Uit het stoma komt 1 katheter. Deze dient voor een goede afvloed van urine en zal in de loop van de opname verwijderd worden.
  •  1 wonddrain. Deze drains dienen voor het af laten lopen van wondvocht. Ze worden meestal 2 dagen na de operatie verwijderd. 
  • Een buikwond met hechtingen.

Wat is de prognose?

De duur van het verblijf in het ziekenhuis  

  

De opnameduur hangt onder andere af van de bij u toegepaste operatietechniek. Ongeveer 7 op de 10 patiënten komt in aanmerking voor een kijkoperatie (robotgeassisteerd door het DaVinci Xi-systeem). Uw uroloog bespreekt met u of u in aanmerking komt voor een kijkoperatie of dat het een klassieke ‘open’ operatie voor u moet worden. De opnameduur na een kijkoperatie is ongeveer 1 week. Na een klassieke open ingreep is dit ongeveer 2 weken. Voor beide technieken geldt dat de daadwerkelijke opnameduur afhankelijk is van het verloop en het herstel na de operatie.

Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?

  • De darmen komen moeizaam op gang.  
  • Problemen met de wond en/of het stoma.  
  • Geen goede afvloed van urine vanuit de nieren waardoor u flankpijn kan krijgen.  
Nazorg

Waar moet u op letten na uw onderzoek/behandeling?

Het verdere verloop na de operatie   

De dag van de operatie heeft u bedrust. De dag daarna gaan we starten met bed/stoel mobilisatie. Het is belangrijk snel te starten met mobiliseren om zo complicaties te voorkomen zoals decubitus en longontsteking.   

U mag de dag na de operatie voorzichtig starten met wat te drinken. Afhankelijk van hoe dit gaat, wordt het dieet uitgebreid. Soms komen de darmen niet op gang en hopen maagsappen zich op met misselijkheid tot gevolg. Dan kan het nodig zijn een maagsonde te plaatsen zodat de maagsappen afgevoerd worden en uw maag leeg blijft. Zodra uw darmen weer op gang komen kan deze weer verwijderd worden.  

Iedere dag wordt het stoma verzorgd door de verpleegkundige. De verpleegkundige begeleidt u bij het aanleren van de verzorging van het stoma. De stomaverpleegkundige komt ook een keer bij u langs om de materialen voor thuis te bestellen en het stoma te inspecteren. Voor de stomazorg thuis wordt er, in overleg met u, thuiszorg geregeld.   

De eerste dagen na de operatie heeft u een pijnpomp. Regelmatig zal u gevraagd worden hoe het met de pijn is. Indien u naast de pijnpomp nog veel pijn heeft, moet u dit goed aangeven aan de verpleegkundige zodat hij/zij hierop actie kan ondernemen. Als de pijnpomp verwijderd is, wordt er doorgegaan met andere pijnstilling (o.a. de paracetamol). In de buikwond en rondom het stoma zitten hechtingen die ongeveer na 10 dagen verwijderd worden.   

Als u met de open techniek geopereerd bent, komen er naast de katheter nog 2 slangetjes uit het stoma die na 10 dagen verwijderd worden. Hierna wordt er een controle-echo gemaakt om te kijken of er een goede afvloed van urine is.   

Als u met de robotgeassisteerde techniek geopereerd bent, zijn deze 2 slangetjes aan de buitenzijde niet zichtbaar; ze zitten binnen in het stoma. De slangetjes (dubbel J-katheters) worden met een kijkonderzoek op de polikliniek na 3 weken verwijderd. De controle-echo volgt dan ook poliklinisch binnen 2 weken. 

Het ontslag  

Bij het ontslag krijgt u een afspraak voor de polikliniek mee naar huis. Indien nodig, krijgt u ook recepten voor medicatie waar u thuis mee door moet gaan, zoals bijvoorbeeld pijnstilling.   

Door de verpleegkundige wordt er thuiszorg geregeld die u thuis gaat begeleiden en ondersteunen bij de verzorging van het stoma. Na het ontslag komt u ongeveer 3 a 4 keer terug op de stomapoli.   

Leefregels voor thuis  

  • Niet zwaar tillen.  
  • Niet sporten.  
  • Geen zwaar huishoudelijk werk verrichten. 
  • Rust naar behoefte. Gedurende enkele maanden kunt u zich nog snel vermoeid voelen. Forceer niets, maar probeer langzaam uw conditie weer op te bouwen.

Contact bij problemen na uw onderzoek/behandeling

Wanneer moet u hulp inschakelen?   

Tot aan het 1e polibezoek moet u contact opnemen met het ziekenhuis als u:   

  • Koorts krijgt boven de 38,5 graden. 
  • Een slangetje (dubbel J-katheter) uit het stoma ziet komen (in het geval van robotgeassisteerde techniek).  
  • Als er bij de wond een flinke roodheid en/of zwelling ontstaat.  
  • U weinig tot geen urine produceert. 
  • U flankpijn heeft.
Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Bij vragen en/of problemen kunt u contact opnemen:   

Tijdens kantooruren
Polikliniek Urologie
071-526 23 04   

Buiten kantooruren
Afdeling Urologie
071-526 29 00