Ontslag als de kraamzorg er nog niet is - folder
Deze informatie is opgesteld door GeboorteHuis Leiden.
Gefeliciteerd met de geboorte van jouw baby! Om goed voorbereid naar huis te gaan vind je in deze folder handige informatie en tips. Als je thuis vragen hebt of er is iets niet duidelijk, dan bel je je eigen verloskundige.
Voor jouw baby
MISSELIJK
De eerste 48 uur na de bevalling kan je baby misselijk zijn. Hierbij kan hij of zij spugen en niks willen drinken. De natuur heeft het zo geregeld dat je baby extra energie heeft om deze eerste dagen door te komen. Het is belangrijk dat je iedere 3 uur voeding aanbiedt.
VERSCHONEN
Voor iedere voeding verschoon je jouw baby. Het is belangrijk om de plas- en poepluiers bij te houden. Mocht je thuiskomen zonder kraamzorg, bewaar dan de luiers tot de kraamverzorgende er is, zodat ze het kan nakijken of noteer alle plas- en poepluiers.
ONTLASTING
Je baby heeft de eerste dagen zwarte, plakkerige ontlasting. Dit wordt ook wel meconium genoemd. Smeer de billetjes van je baby eventueel in met vaseline, zodat je de billen makkelijker kunt schoonmaken.
TEMPERATUUR
Controleer de temperatuur van je baby direct bij thuiskomst. Controleer dit ook bij elke verschoning. Een normale temperatuur is tussen 36,5 en 37,5 graden. Lees hier meer informatie over bij het onderwerp ‘Temperatuur van je baby’ op pagina 4.
RUST
Je baby vindt huid op huid contact heerlijk en wordt er rustig van. Wanneer je baby vaak door verschillende mensen wordt vast gehouden, kan dit onrust en teveel prikkels geven. Daarom raden wij aan om je baby vooral door jezelf en/of partner te laten dragen en verzorgen.
VEILIG SLAPEN
Je baby slaapt het veiligst op zijn rug in een wieg of eigen bedje. Zorg ervoor dat het bedje kort is opgemaakt, zodat je baby met de voetjes tegen de onderkant van het bedje ligt. Daardoor kan je baby niet onder het dekentje of lakentje komen. Laat je baby niet in de Maxi-Cosi of het ouderlijk bed slapen zonder toezicht.
HUILEN
Als je baby huilt en je kunt geen oorzaak vinden (luier schoon, voeding gehad, boertje gedaan, temperatuur goed) dan heeft hij of zij behoefte aan troost. Neem je baby tegen de borst, zodat hij je hart hoort kloppen. Dat maakt je baby rustig. Geef je (schone) pink om op te zuigen, daar heeft je baby soms ook behoefte aan. Lukt het niet, overleg met je eigen verloskundige.
Voeding
VOEDINGSSIGNALEN
Let op de voedingssignalen bij je baby. Als je baby honger heeft kun je dat zien aan zijn of haar gedrag:
- Minder diep slapen of wakker worden;
- Zoek bewegingen maken met zijn of haar hoofd of mond;
- Smakgeluiden
- Op handen of vingers sabbelen.
Merk je deze signalen op, wacht dan niet tot je baby echt onrustig wordt of gaat huilen, maar probeer de voeding te geven op het moment dat je baby daarom vraagt.
QR code voedingssignalen van het LUMC/Geboortehuis
BORSTVOEDING
Probeer de eerste dagen om de 3 uur te voeden. Als je baby eerder voedingssignalen laat zien mag je de baby altijd tussendoor aan de borst leggen. Hoe vaker wordt aangelegd, hoe beter (als het voor jou niet pijnlijk is). Als je baby aan de borst zuigt en dicht bij je is, helpt dat om de borstvoeding goed op gang te brengen. Het is niet erg als je baby niet iedere voeding goed zuigt. Een paar minuten drinken per borst is prima voor de eerste 24 tot 48 uur. Een baby drinkt goed als hij een grote hap neemt. De tepel én een deel van de tepelhof (het donkere stuk eromheen) moeten in zijn mond zitten. Je baby drinkt goed aan de borst als hij grote, langzame slokbewegingen maakt. Je hoort of ziet soms ook het slikken. De baby laat de tepel niet steeds los en doet geen snelle sabbelbewegingen. Sabbelen is alsof de baby speelt met de tepel, zonder echt te drinken. Goed drinken zorgt ervoor dat je borstvoeding goed op gang komt en je baby genoeg voeding binnenkrijgt. De meeste baby’s zijn na 20 minuten totaal aan beide borsten wel moe en voldaan.
TIPS VOOR HET GEVEN VAN BORSTVOEDING
- Vergeet niet je handen te wassen met water en zeep voordat je je baby borstvoeding geeft.
- Ga rechtop zitten of ga liggen. Zorg bij zitten voor ondersteuning in je rug en onder je arm. Als je nog niet zo ervaren bent is liggend aanleggen wat moeilijker. Leg de baby zo dat je baby met zijn buik tegen jouw buik ligt met het neusje bij je tepel.
- Zorg dat je baby goed kan happen. Wacht tot het mondje goed open gaat. Als je baby dat niet uit zichzelf doet kun je dat stimuleren door voorzichtig met je tepel over zijn mondje en kin te gaan. Zorg bij het aanhappen dat je baby een grote hap neemt. Zodoende komt de tepel én (een deel van) de tepelhof in zijn mond. Het eerste aanzuigen kan een wat stekend gevoel geven, maar als je baby goed is aangelegd mag het drinken geen pijn doen.
- Controleer of je baby goed aan de borst ligt. Hoor je smakgeluidjes of doet het pijn haal hem of haar van je borst. Verbreek het vacuüm dan voorzichtig met je pink in zijn mondhoek en probeer het opnieuw.
- Je baby laat vanzelf los als hij genoeg heeft gehad. Je kan dan verschonen en de andere borst aanbieden. Deze voeding duurt meestal minder lang.
FLESVOEDING
Een baby heeft ongeveer 8 voedingen per dag nodig met de fles. Dat betekent dat je baby ongeveer elke 3 uur wil drinken. Biedt daarom de fles iedere 3 uur aan. Je mag flesvoeding ook op verzoek aan je baby geven met een maximale tussenpauze van 4 uur. Bied de eerste nacht 10-15ml in het flesje aan. Voor het bereiden van kunst- of flesvoeding is het belangrijk dat de fles, speen en andere benodigdheden schoon zijn. Was je handen met water en zeep voordat je de fles klaarmaakt. Volg de adviezen op vanuit het ziekenhuis en/of je verloskundige over de hoeveelheden en bereiding. Het kan zijn dat je baby niet alles opdrinkt, dit geeft niet. Giet overtollige melk weg. Spoel de fles na gebruik goed af met koud water.
KLAARMAKEN FLESVOEDING
- Zet alles op een schone theedoek of hydrofiele luier klaar op het aanrecht.
- Doe de voorgeschreven hoeveelheid koud kraanwater in de fles.
- Verwarm het water in een flessenwarmer (automatisch ingesteld), magnetron of in een pannetje met water op het fornuis.
- Voeg de voeding toe: gebruik daarvoor altijd het meegeleverde maatschepje dat bij de voeding hoort en houd je aan de voorgeschreven hoeveelheid voeding.
- Roer de voeding rustig door.
Controleer altijd de temperatuur met een druppeltje op de binnenkant van je pols.
QR code filmpje flesvoeding van het voedingscentrum
Temperatuur van je baby
De temperatuur van je baby kan de eerste dagen wisselen. Onderweg naar huis kan hij of zij afkoelen. In de eerste 24 uur moet je de temperatuur van je baby elke 3 tot 4 uur meten, bijvoorbeeld bij elke voeding. De temperatuur van je baby is goed als die tussen de 36,5 en 37,5 graden is. Is de temperatuur lager dan 36,5 of hoger dan 37,5? Volg het schema hieronder en bel je verloskundige als dat nodig is.
Temperatuur | Wat moet je doen |
Lager dan 36 ˚ C | Controleer of de thermometer diep genoeg zit. Zo niet, meet opnieuw. Is de temperatuur lager dan 36 ˚ C: bel de verloskundige. |
Tussen 36,0 - 36,5 ˚ C | Ga samen met je baby huid-op-huid warm in bed liggen. Ontbloot je eigen bovenlichaam en leg je baby bloot op je borst. Laat de luier om en doe een mutsje op. Dek je baby goed toe met warme dekens. Meet de temperatuur dan na een uur nog een keer. Is hij niet gestegen, bel dan de verloskundige. |
Tussen 36,5 – 36.7 ˚ C | De temperatuur is goed, maar wel een beetje laag. Doe je baby een mutsje op en eventueel een extra dekentje en/of warmere kleertjes aan. |
Tussen 36,7 – 37,5 ˚ C | Dit is een goede temperatuur. Je hoeft niets te doen. Houd het mutsje wel op. |
Tussen 37,5 – 38,0 ˚ C | Doe het mutsje van de baby af, leg je baby boven de dekens of kleed hem wat koeler. Meet dan de temperatuur na een uurtje nog een keer. Blijft de temperatuur te hoog, bel dan je verloskundige. |
Hoger dan 38,0 ˚ C | Bel de verloskundige. |
QR code filmpje temperatuur van 24baby.nl
Klaarmaken van een kruik
Een hete waterkruik maak je als volgt klaar:
- Controleer de kruik voor gebruik, let hierbij vooral op het rubbertje wat in de dop zit. Dit moet soepel aanvoelen en mag geen scheurtjes hebben. De kruik is alleen waterdicht als het rubbertje nog goed is.
- Vullen van de kruik: In de kraamweek gebruik je heet water uit de kraan in de kruik. Zet de kruik in de gootsteen als je de kruik vult met heet water.
- Pak een doek om de kruik mee uit de gootsteen te pakken. Draai de dop er recht en stevig op. Controleer of de kruik lekt door de kruik eerst af te drogen en daarna over een droog aanrecht te rollen. Houd hem daarna nog even schuin op zijn kop om zeker te zijn dat hij niet lekt.
- De waterkruik wordt thuis alleen gebruikt om de wieg voor te verwarmen. Als je baby in de wieg ligt, haal je de kruiken eruit. Zo voorkom je dat je baby zich brandt aan een warme kruik.
QR code filmpje klaarmaken kruik van Kraamzorg de Waarden
Voor jezelf
RUST
Op de dag van de geboorte van je baby ben je moe en opgewonden tegelijk. Je verkeert in een soort van roes en misschien wil je je baby aan iedereen laten zien. Probeer ook veel te rusten en te slapen als je baby slaapt. Het is niet raar als je niet goed kunt slapen. Je lichaam is moe, maar er is zoveel gebeurd dat je hoofd nog druk is. Daardoor kun je wakker blijven, ook al wil je slapen.
BLOEDVERLIES
Door het loslaten van de placenta (moederkoek) ontstaat er een wond in de baarmoeder. Daarom kun je behoorlijk bloedverlies hebben. Je kunt het niet vergelijken met een menstruatie. Stolsels ter grootte van een kleine vuist zijn normaal, schrik hier niet van. Geef het wel altijd door aan de kraamverzorgende de volgende ochtend. Bij meer dan twee stolsels neem je contact op met je verloskundige. Ga nooit in bad direct na de bevalling en gebruik geen tampons.
WANNEER VERLIES JE TEVEEL BLOED
Wanneer je meer dan 2 kraamverbanden per 30 – 60 minuten nodig hebt of wanneer je je duizelig en niet lekker voelt, bel je direct je verloskundige!
NAWEEËN
Het samentrekken van de baarmoeder is heel normaal maar kan wel pijnlijk zijn. Hoe vaker je bent bevallen, hoe meer en/of pijnlijker de naweeën kunnen zijn. Ook na een snelle bevalling kan het soms pijnlijker zijn. Je mag altijd paracetamol nemen, ook wanneer je borstvoeding geeft. Je mag per 24 uur 3 tot 4 keer 1000mg paracetamol tabletten innemen.
PLASSEN
Zorg dat je iedere 3 uur gaat plassen en probeer nooit je plas op te houden. Als je blaas gevuld is kan je baarmoeder niet goed samentrekken en kan dit zorgen voor extra bloedverlies. Omdat je net bevallen bent en misschien een zwelling, knip of hechtingen hebt, kan plassen de eerste dagen, steken of prikken. Probeer daarom onder de douche te plassen of gebruik een kannetje en giet dit over je schaamstreek terwijl je plast. Spoel altijd na en dep daarna droog. Gebruik een schoon maandverband na je toiletbezoek.
ONTLASTING
Als je voelt dat je ontlasting moet hebben ga dan meteen naar het toilet. Na de bevalling voelt het soms alsof je moet, maar komt er niets. Dat is normaal. Je kan ook last hebben van winderigheid. Schaam je daar niet voor. Het is normaal als het een paar dagen duurt voordat je weer goed naar het toilet kunt. Als je hechtingen hebt, hoef je niet bang te zijn dat die loslaten.
Wanneer neem je contact op met je verloskundige?
Neem in de volgende gevallen altijd contact op met je verloskundige:
Baby:
- Temperatuurproblemen bij je baby (lager dan 36,5 of hoger dan 37,5 ˚ C)
- Ademhalingsproblemen bij je baby
- Snelle ademhaling meer dan 60 p/min
- Neusvleugels bewegen bij elke ademhaling
- Kreunende of piepende ademhaling
- Huidintrekkingen tussen of onder de ribben
- Blauwe verkleuring rond mond of nagels
- Als je baby heel slaperig en suf is en niet goed drinkt
- Als de huid van je baby blauw/grauw wordt
- Als je baby binnen 24 uur geel ziet
Moeder:
- Bij hoofdpijn, niet lekker voelen en misselijkheid
- Koorts bij jou (>38 ˚ C)
- Ruim bloedverlies (stolsels groter dan een hand of een kraamverband dat binnen een half uur vol is)
Vertrouw je het niet? Neem dan contact op met je verloskundige. Dat kan 24 uur per dag.