Baarmoederhalskanker (cervixcarcinoom)
Deze informatie is opgesteld door de afdeling Gynaecologie.
Wat is Baarmoederhalskanker (cervixcarcinoom)?
Bij baarmoederhalskanker is er sprake van een kwaadaardig gezwel rond de baarmoedermond. Deze vorm van kanker heet in medische termen cervixcarcinoom. Jaarlijks krijgen ongeveer 750 vrouwen in Nederland deze ziekte.
Baarmoederhalskanker ontstaat vanuit een voorloperstadium (medische term: CIN-afwijking) en is een langzaam groeiende vorm van kanker. Het is een heel andere ziekte dan baarmoederkanker en heeft dus ook een heel andere oorzaak en behandeling.
Verschijnselen
Baarmoederhalskanker geeft heel vaak geen klachten. Daardoor komt de ziekte meestal pas aan het licht als het uitstrijkje, dat iedere 5 jaar tijdens het bevolkingsonderzoek wordt gemaakt, afwijkende cellen bevat. Als de ziekte wel klachten veroorzaakt, dan bestaan die klachten vaak uit bloedverlies na het vrijen, bloedverlies tussen de ongesteldheden door en andere vaginale afscheiding.
Oorzaak
De oorzaak van baarmoederhalskanker is het HPV-virus. Bijna alle mannen en vrouwen zijn er ooit in hun leven wel eens mee in contact geweest, maar bij de meeste mensen ruimt het lichaam dit virus zelf op. Als het afweersysteem dit niet voor elkaar krijgt, kan er een voorloperstadium en eventueel zelfs baarmoederhalskanker ontstaan.
Vrouwen die roken en vrouwen die medicijnen gebruiken die de afweer remmen (bijvoorbeeld na een transplantatie), lopen meer risico op het krijgen van een chronische infectie met het HPV-virus en dus op het krijgen van baarmoederhalskanker. Het gebruik van condooms beschermt nauwelijks tegen het krijgen van het HPV-virus.
Waarom u bij ons in goede handen bent
Expertisecentrum baarmoederhalskanker
In de zomer van 2015 heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de eerste groep expertisecentra voor zeldzame aandoeningen in Nederland erkend. Het LUMC is daarbij erkend als expertisecentrum voor baarmoederhalskanker. Dat betekent dat u in Leiden wordt geholpen door experts op het gebied van baarmoederhalskanker die hun uiterste best doen om u de best mogelijke zorg te bieden.
Multidisciplinair team
Zowel tijdens de onderzoeken als de behandeling bent u in handen van een gynaecoloog die zich heeft gespecialiseerd in zorg bij kanker en daarom ook wel gynaecoloog-oncoloog wordt genoemd. Dit is uw regievoerend arts. De gynaecoloog-oncoloog werkt samen met een multidisciplinair team. Dit team bestaat uit specialisten van verschillende afdelingen die samen naar een behandeling zoeken die heel gericht op uw situatie is afgestemd. Soms komt u deze specialisten tegen en soms werken ze vooral achter de schermen. De gynaecoloog-oncoloog is uw vaste aanspreekpunt, zodat het voor u altijd duidelijk is met wie u contact kunt opnemen bij vragen of zorgen.
Baarmoeder besparende behandeling
Bij de behandeling van baarmoederhalskanker wegen we altijd mee of u nog een kinderwens hebt. We willen er namelijk alles aan doen om die wens nog steeds mogelijk te maken. Onze artsen hebben zich daarom gespecialiseerd in de baarmoeder besparende behandeling van baarmoederhalskanker. De gynaecoloog-oncologen van het LUMC hebben in Nederland de meeste ervaring met het uitvoeren van deze complexe operatie. Zo hebt u ook na uw behandeling nog kans om zwanger te raken.
Zenuwsparende behandeling
De standaardoperatie voor vrouwen met baarmoederhalskanker heet een ‘radicale baarmoederverwijdering’. Hierbij wordt de baarmoeder in zijn geheel verwijderd. De gynaecoloog-oncologen van het LUMC hebben deze standaardoperatie verbeterd, zodat er minder schade optreedt aan de zenuwen. Wereldwijd is er veel aandacht voor deze aanpassing, omdat het kan leiden tot minder bijwerkingen. Zenuwsparend opereren van baarmoederhalskanker is al jarenlang de standaard in het LUMC.
Wetenschappelijk onderzoek
Via wetenschappelijk onderzoek proberen we steeds meer te leren over baarmoederhalskanker. Daar is een groot aantal afdelingen van het LUMC bij betrokken. We doen onder meer onderzoek naar het ontstaan van baarmoederhalskanker, de behandeling van baarmoederhalskanker en de kwaliteit van leven na een behandeling. Ook doen we mee met onderzoeken die andere centra doen. En aan sommige onderzoeken kunt u ook zelf meedoen.
Baarmoederhalskanker wordt bijna altijd ontdekt doordat het uitstrijkje van de baarmoedermond afwijkende cellen (vaak ook ‘onrustige cellen’ genoemd) bevat. Gelukkig hebben maar heel weinig vrouwen met afwijkende cellen in het uitstrijkje ook daadwerkelijk kanker.
Afspraak maken voor diagnose baarmoederhalskanker
Als er afwijkende cellen zijn gevonden in het uitstrijkje, kan uw huisarts u doorverwijzen voor een afspraak. Om de afspraak te maken belt u zelf met de polikliniek Gynaecologie via telefoonnummer 071 - 526 28 70.
De polikliniek is iedere werkdag bereikbaar tussen 9.00 en 12.00 uur en van 14:00 tot 16.00 uur.
U krijgt meteen te horen wanneer en hoe laat u kunt komen en we maken direct een afspraak voor het bespreken van de uitslag.
Op de afgesproken dag kunt u zich melden aan de balie van de polikliniek Gynaecologie op H3 van het LUMC.
Wie komt u tegen en wat kunt u verwachten?
Op de dag van uw eerste afspraak hebt u een uitgebreid consult met een gespecialiseerde gynaecoloog-oncoloog. Voordat het vervolgonderzoek start, is er alle tijd om uw situatie te bespreken. Ook nemen we uw medicijngebruik door. Tijdens het onderzoek zal een verpleegkundige de gynaecoloog-oncoloog assisteren als dat nodig is. Het kan ook zijn dat hier een gynaecoloog in opleiding bij aanwezig is. Geeft u het gerust aan als u dit liever niet hebt.
Het onderzoek
Het vervolgonderzoek bij een afwijkend uitstrijkje bestaat uit een ‘colposcopie’. De gynaecoloog-oncoloog bekijkt tijdens dit onderzoek de baarmoedermond met een microscoop. Het kan zijn dat daaruit blijkt dat er geen afwijkingen zijn. Als er wel afwijkende plekjes te zien zijn, nemen we ook een stukje weefsel van de baarmoedermond weg. Dit heet een biopsie. Een patholoog die zich heeft gespecialiseerd in baarmoederhalskanker, onderzoekt het weefsel. Zo kunnen we vaststellen om wat voor afwijkend weefsel het gaat.
Een colposcopie duurt ongeveer 10 minuten en is over het algemeen niet pijnlijk. Wel ervaren veel vrouwen ongemak. Net als bij een uitstrijkje is het tijdens een colposcopie nodig om een speculum (eendenbek) in uw vagina te brengen. Voor een goede beoordeling zal de arts bovendien een geringe hoeveelheid vloeistof inbrengen. Dit geeft een prikkend gevoel. Ook het weghalen van weefsel voelt als een korte prik. Na een biopsie kan het zijn dat u nog enkele uren last hebt van licht bloedverlies.
Uitslag van het onderzoek
Uitslag van het onderzoek
U krijgt binnen een week de uitslag. De uitslag van het onderzoek wordt uitgedrukt in een aantal stadia, aangegeven met de letters CIN (cervicale intra-epitheliale neoplasie). Zodra de uitslag bekend is hebt u een afspraak met de gynaecoloog-oncoloog om de resultaten te bespreken. Er zijn 3 uitslagen mogelijk:
- Geen afwijkingen of een heel pril voorstadium (CIN I): er is geen behandeling nodig. Na 6 maanden krijgt u opnieuw een uitstrijkje.
- Soms is er een iets ernstiger voorstadium van baarmoederhalskanker (CIN II of CIN III): U krijgt dan een poliklinische behandeling. Middels een zogeheten lisexcisie halen we de afwijkende cellen weg. Een voorstadium betekent niet dat u daadwerkelijk kanker krijgt. Ook zonder behandeling hebben de meeste vrouwen met deze uitslag maar een kleine kans op baarmoederhalskanker.
- Baarmoederhalskanker: in dit geval is er meer onderzoek nodig.
Vervolgonderzoeken bij baarmoederhalskanker
Als blijkt dat u baarmoederhalskanker hebt, stelt het multidisciplinaire team een behandelplan op maat voor u samen. Hiervoor is het meestal nodig om eerst extra onderzoek te doen. Welke vervolgonderzoeken dat zijn, hangt af van uw situatie. Vaak is een MRI-scan van de onderbuik of een echo van de nieren noodzakelijk.
Om de omvang en de uitbreiding van de kanker te beoordelen kan het nodig zijn om u op de operatiekamer te onderzoeken. Dit gebeurt terwijl u onder narcose bent. Uw gynaecoloog-oncoloog zal precies met u bespreken welke vervolgonderzoeken nodig zijn.
Welke behandelingen zijn er mogelijk?
Uw behandeling wordt uitgevoerd door specialisten die uitgebreide ervaring hebben met primair en uitgezaaid melanoom. In overleg met u kijken we welke behandeling het beste bij uw situatie past. Dit is onder meer afhankelijk van uw conditie en de aanwezigheid van eventuele uitzaaiingen. Zo stellen we een behandelplan op maat op.
Behandeling primair melanoom
Operatie
Als we vermoeden dat u een melanoom hebt, verwijderen we deze al tijdens uw eerste afspraak om een diagnose te kunnen stellen. Is er sprake van een melanoom, dan verwijdert een oncologisch chirurg nu ook een reep huid om de plek waar het melanoom zich bevond. Als daarin nog iets gevonden wordt, kan het zijn dat er aanvullend onderzoek volgt en mogelijk een aanvullende behandeling wegens uitzaaiingen.
Schildwachtklierprocedure
De schildwachtklierprocedure (sentinel node procedure) is een aanvullend diagnostisch onderzoek van de lymfklieren. Dit onderzoek kan informatie geven over de kans op uitzaaiingen. Bij dunne melanomen is dit meestal niet nodig.
Behandeling uitgezaaid melanoom
Operatie
Als de uitzaaiingen beperkt zijn tot lymfklieren in de buurt van het eerdere melanoom of op een heel beperkt aantal plekken in het lichaam, kunnen we opereren. We verwijderen dan bijvoorbeeld de lymfeklieren in de lies of de oksel.
Uitgezaaid melanoom op meerdere plekken in het lichaam is over het algemeen niet meer te genezen. Wel kunnen we proberen de ziekte te stabiliseren of te remmen door de volgende behandelingen:
- Immunotherapie: Bij immunotherapie krijgt u medicijnen die uw immuunsysteem helpen de kankercellen te bestrijden. De behandeling werkt niet direct op de tumor, zoals bijvoorbeeld chemotherapie, maar is gericht op het afweersysteem zelf. Momenteel zijn er twee types medicijnen beschikbaar: anti-PD1 en anti-CTLA4.
- Doelgerichte therapie: Doelgerichte therapie is een behandeling met medicijnen die kankercellen doden of de celdeling remmen. Als er in het melanoom een genmutatie van het BRAF-type is gevonden, komt u in aanmerkingen voor deze behandeling. U krijgt dan een medicijn met een zogenaamde BRAF-remmer, eventueel in combinatie met een ander type remmer (MEK).
- Experimentele behandeling: Om de behandeling van uitgezaaid melanoom te verbeteren doen wij onderzoek naar nieuwe behandelingen en combinaties van bestaande behandelmethodes. Als de standaardbehandeling niet aanslaat, kunt u hiervoor in aanmerking komen. Uw medisch oncoloog kan u vertellen wanneer deze studiebehandelingen worden ingezet en wat ze inhouden.
Hoe kunt u zich op de behandeling voorbereiden?
Het horen van de diagnose (uitgezaaid) melanoom en het ondergaan van de behandeling kan zeer ingrijpend zijn. We zullen u zo goed mogelijk begeleiden en voorlichten. Neem bij uw bezoeken aan het ziekenhuis ook altijd iemand mee om u te ondersteunen en met u mee te denken. Als u meer informatie wilt, kunt u bijvoorbeeld kijken bij de Stichting Melanoom en het KWF.
In het verdere diagnostische en behandeltraject van uitgezaaid melanoom heeft u een vaste medisch oncoloog. U kunt al uw vragen stellen tijdens de geplande consulten. Bij vragen of problemen tussendoor is het altijd mogelijk om eerder contact te hebben.
Wat is de prognose?
De prognose bij primair melanoom is afhankelijk van het stadium van de ziekte. Dit wordt onder andere bepaald door de dikte van de tumor, de aanwezigheid van ulceratie en de aanwezigheid van uitzaaiingen buiten de huid. De overlevingskansen van patiënten met uitgezaaid melanoom zijn beperkt. Uw arts zal uw persoonlijke situatie en vooruitzichten uitgebreid met u doornemen.
Het LUMC en onderzoekers wereldwijd werken hard om de prognose voor uitgezaaid melanoom te verbeteren. Door nieuwe behandelopties zoals doelgerichte- en immunotherapie is er de afgelopen jaren al veel vooruitgang geboekt.
Meedoen aan wetenschappelijk onderzoek
Het LUMC doet veel wetenschappelijk onderzoek naar melanoom. Zo kunnen we onze kennis hierover vergroten, en de behandelmethoden verbeteren. We werken hiervoor samen in nationale en internationale onderzoeksgroepen.
We doen onderzoek in het laboratorium, maar ook in de kliniek. Voor, tijdens en na uw behandeling kunt u gevraagd worden hieraan mee te doen. We kunnen u bijvoorbeeld vragen om extra bloed of weefsel af te staan. Slaan de standaardbehandelingen niet aan, dan kunt u mogelijk meedoen aan onderzoek naar experimentele behandelmethoden. Momenteel doen we onderzoek naar de effecten van immuuntherapie met T-cellen en zogenaamde tumor infiltrating lymfocyten (TIL-therapie). Uw arts kan u hier meer over vertellen.
Na uw behandeling in het LUMC blijven wij uw gezondheid volgen. U komt regelmatig op controle, waarbij we kijken of een behandeling aanslaat en of u goed herstelt van een eventuele operatie.
Welke specifieke nazorg kunnen we bieden bij deze aandoening?
Na uw behandeling voor primair melanoom komt u na ongeveer 6 weken terug op de polikliniek Huidziekten. Een verpleegkundige bespreekt met u het vervolgtraject. We beantwoorden daarbij al uw vragen en bekijken of u misschien extra hulp nodig hebt, bijvoorbeeld van het maatschappelijk werk. U blijft ook onder controle van de dermatoloog. In het eerste jaar heeft u elke 3 maanden een afspraak, daarna steeds minder vaak.
Bij uitgezaaid melanoom blijft u bij de medisch oncoloog onder behandeling tot er een situatie is bereikt waarin de ziekte onder controle is. Het kan helaas ook voorkomen dat er geen behandeling meer mogelijk is. Uw huisarts neemt dan meestal de zorg over. U kunt extra begeleiding krijgen van maatschappelijk werk en het palliatief advies team. Ook is er psychologische ondersteuning mogelijk buiten het LUMC, bijvoorbeeld via de De Vruchtenburg.
Waar moet u op letten na uw behandeling?
Na verwijdering van een melanoom is het belangrijk om regelmatig zelfonderzoek te doen van het litteken, de lymfklieren en de moedervlekken. U ontvangt hierover een instructiefolder met duidelijke plaatjes. Ontdekt u veranderingen van de moedervlekken of lymfklieren? Neem dan contact op voor een vervroegde controleafspraak.
Elke behandeling die u kunt krijgen voor (uitgezaaid) melanoom heeft bepaalde bijwerkingen. Uw arts zal u hier uitgebreid over inlichten. Ook krijgt u telefoonnummers mee die u kunt bellen bij klachten.
Contact bij problemen na uw behandeling
Loopt u na uw behandeling tegen problemen aan of heeft u nog vragen? Geef dit aan bij de nacontroles, of eerder als ze urgent zijn. Als u behandeld bent voor primair melanoom, kunt u bellen met de polikliniek Huidziekten, tel. 071 - 526 26 30 (ma-vr 9.00-13.00 uur) of met de polikliniek Heelkunde, tel. 071 - 526 23 77 (ma-do 8.15-11.00 uur en 13.30-16.00 uur, vr 8.15-12.00 uur).
Bent u onder behandeling voor uitgezaaid melanoom, neem dan contact op met de polikliniek Medische Oncologie, tel. 071 - 526 35 23 (ma-vr 9.00-16.30) In de avond, nacht en weekenden kunt u bellen met de afdeling Medische Oncologie op telefoonnummer 071 - 526 31 90.
Behandelteam
Bij de diagnostiek en de behandeling van baarmoederhalskanker in het LUMC is een groot aantal gespecialiseerde medewerkers betrokken: artsen, verpleegkundigen, analisten en secretaresses. Zij vervullen allemaal hun eigen belangrijke rol in het multidisciplinaire team. Een aantal van deze mensen zult u daadwerkelijk ontmoeten, anderen vervullen hun cruciale rol achter de schermen. Tijdens de diagnostiek en de behandeling is een gynaecoloog-oncoloog of een radiotherapeut uw regievoerend arts.
Dr. J.J. Beltman
Gynaecoloog-oncoloog
Dr. K.N. Gaarenstroom
Gynaecoloog-oncoloog
Dr. C.D. de Kroon
Gynaecoloog-oncoloog
Dr. M.I.E. van Poelgeest
Gynaecoloog-oncoloog
M.J.G. Löwik
Verpleegkundig specialist
Dr. T. Bosse
Patholoog
Prof. dr. C.L. Creutzberg
Radiotherapeut-oncoloog
Dr. J.R. Kroep
Internist-oncoloog
Drs. L.A. Velema
Radiotherapeut-oncoloog
Dr. S.M. de Boer
Radiotherapeut-oncoloog
Dr. M. Donker
Radiotherapeut-oncoloog
Wie kunt u nog meer tegenkomen?
Patholoog: Prof. dr. V.T.H.B.M. Smit
Verpleegkundige: E. Nix, I. Waasdorp
Aan welke studies kan je meedoen?
Waar doen we momenteel onderzoek naar?
Ons wetenschappelijk onderzoek naar melanoom richt zich niet slechts op 1 aspect. We doen onderzoek naar de aandoening zelf, maar ook naar erfelijkheid en manieren om de zorg voor onze patiënten verder te verbeteren.
Onderzoek naar diagnostiek
In onze spreekuren voor gepigmenteerde huidafwijkingen en melanoom is ook plaats voor wetenschappelijk onderzoek. Zo willen we de diagnostiek van melanoom in een vroege fase verbeteren. We doen onderzoek naar de toepassing van dermatoscopie in de klinische praktijk. Ook werken we aan de ontwikkeling en toepassingen van Raman-spectroscopie. Dit is een nieuwe methode om beter onderscheid te kunnen maken tussen melanoom en goedaardige gepigmenteerde huidafwijkingen.
Onderzoek naar erfelijkheid
In sommige families komt een erfelijke vorm van melanoom voor. We proberen de erfelijke factoren te achterhalen die voor het verhoogde risico op melanoom verantwoordelijk zijn. De afdeling Klinische Genetica voert tests uit voor de identificatie van nieuwe gendefecten die deze vorm van melanoom veroorzaken. Deze kennis wordt meteen in de klinische praktijk toegepast.
Sommige bij melanoom betrokken gendefecten, zoals die in het CDKN2A-gen, geven een verhoogde kans op andere vormen van kanker. Voortvloeiend uit onderzoek hiernaar wordt in het LUMC aanvullend medisch onderzoek gedaan bij patiënten met de CDKN2A-mutatie. Het doel is om alvleesklierkanker in een vroege, behandelbare fase op te sporen.
Onderzoek naar uitgezaaid melanoom
Het LUMC en onderzoekers wereldwijd werken hard om de prognose voor uitgezaaid melanoom te verbeteren. Door nieuwe behandelopties, zoals doelgerichte- en immunotherapie, is er de afgelopen jaren al veel vooruitgang geboekt. Momenteel doen we onderzoek naar de effecten van immunotherapie met T-cellen en zogenaamde tumor infiltrating lymfocyten (TIL-therapie).
Contact
Wilt u meer weten of hebt u nog vragen? Neem dan contact met ons op of volg de links voor aanvullende informatie.
Patiëntportaal mijnLUMC
In het patiëntportaal mijnLUMC vindt u een duidelijk overzicht van uw behandelingen en hebt u inzicht in uw medische gegevens. Snel en veilig. Thuis, onderweg en in het ziekenhuis.
Patiënt verwijzen
Informatie voor artsen en instellingen die patiënten naar het LUMC willen verwijzen.
Contactgegevens voor patiënten
- Polikliniek Huidziekten: 071 - 526 26 30
- Polikliniek Heelkunde: 071 - 526 23 77
- Polikliniek Medische oncologie: 071 - 526 35 23
- Afdeling Medische oncologie (avond, nacht en weekenden): 071 - 526 31 90