Patiëntenfolder

Het inbrengen van een peritoneale dialysekatheter

In overleg met uw behandelend arts heeft u gekozen voor peritoneale dialyse (PD). Dit betekent dat er een speciale dialysekatheter (kunststof slangetje) geplaatst gaat worden in uw buikholte. In deze folder vindt u informatie over het inbrengen van de katheter en wat u na de ingreep kunt verwachten.

De afdeling nierziekten van het Niercentrum LUMC.

Onze zorg

Wat is Het inbrengen van een peritoneale dialysekatheter?

De katheter is een kunststof slangetje van ongeveer 40 cm lang en 0,4 cm breed. Dit wordt via een kleine snee tot 20 cm in uw buikholte gebracht. Zo ontstaat er een toegang tot het peritoneum (buikvlies). De andere helft van de katheter, ongeveer 20 cm, blijft buiten uw lichaam. De plek waar het uit de buik komt, wordt ‘de huidpoort’ genoemd. Aan het einde van de katheter zit een dop waarmee deze wordt afgesloten. Via de katheter is het mogelijk om dialysevloeistof (dialysaat) in uw buikholte te laten lopen, waardoor dialyse plaatsvindt. Hierover leert u meer tijdens de training PD.

Voorbereiding

Hoe kunt u zich voorbereiden?

Wanneer u bloedverdunners gebruikt, kan het zijn dat u enkele dagen voor de ingreep moet stoppen met het innemen van deze medicatie. U krijgt dit te horen van uw arts/dialyseverpleegkundige.

Voor het plaatsen van de katheter is het belangrijk dat u goed bent gelaxeerd. De recepten voor de laxatiemiddelen krijgt u van de dialyseverpleegkundige.

U wordt voor de ingreep een dag opgenomen op een verpleegafdeling.. Hiervan zal de dialyseverpleegkundige u op de hoogte stellen.

Het inbrengen van de katheter wordt gedaan door de radioloog/Physican Assistent radiologie (PA) in samenwerking met de dialyseverpleegkundige. Bij deze ingreep hoort een dagopname op de verpleegafdeling. Afhankelijk van welk tijdstip dit zal plaatsvinden, moet u nuchter zijn of mag u nog (licht) ontbijten. Op de verpleegafdeling krijgt u twee soorten antibiotica via een infuus. Ook krijgt u een pijnstiller en een kalmerend tablet. Ongeveer een week voor de ingreep krijgt u een voorlichtingsgesprek met een peritoneaal dialyseverpleegkundige over de implantatie. U krijgt dan de benodigde informatie rondom de katheterplaatsing via een brief, vervolgafspraken mbt de verbandwissel en de start van de training met traniningsschema.

Voor de ingreep moet de plek worden bepaalt waar de katheter uit uw buik komt. Dit doet de dialyseverpleegkundige samen met u op de dag van opname. Het is belangrijk dat het niet in een huidplooi is of dat er kans is op afknellen door de band van uw rok of broek. Om medische redenen kan de radioloog/PA Radiologie tijdens de ingreep besluiten om van deze plaats af te wijken.

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

Voorafgaand aan de ingreep krijgt u preventief twee soorten antibiotica via een infuus op de verpleegafdeling. Ook krijgt u een pijnstiller (paracetamol) en een kalmerend middel (oxazepam).

Voor de ingreep gaat u naar de afdeling radiologie. Hier wordt u in bed naar toe gebracht door een transport medewerker van het ziekenhuis. De ingreep vindt daar plaats onder lokale verdoving en in steriele omstandigheden. Het geheel duurt ongeveer 60 minuten. De radioloog/PA radiologie zal eerst een kleine snee maken in de buik waarna het uiteinde van de katheter wordt geleid naar de buikholte. Hierna wordt het andere uiteinde ongeveer 5 cm onder de huid geleid naar de huidpoort. Hierdoor ontstaat een soort tunnel vlak onder de huid. De katheter wordt onderhuids vastgezet met twee ‘cuffs’, dit zijn verdikkingen die ervoor zorgen dat het zich niet kan verplaatsen. Zodra de katheter is geplaatst, wordt deze doorgespoeld (flushen) om de toegankelijkheid te controleren en verstopping met bloedstolsels te voorkomen. Na het flushen zal de katheter met een steriel verband worden verbonden voor extra goede fixatie. Dit is belangrijk, omdat de katheter goed vast moet groeien in de huid.

LET OP! Dit verband moet u laten zitten tot de volgende controle op de polikliniek PD. 

Ook zal zij u instructies meegeven over de nazorg en wat u moet doen bij calamiteiten.

Na de ingreep wordt u terug naar de verpleegafdeling gebracht. U heeft dan twee wondjes en kan pijn voelen rondom het ingreepgebied. Vraagt u vooral om een pijnstiller als u deze nodig heeft.

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Wanneer alles goed verloopt, mag u op de dag van de ingreep met ontslag. U krijgt van de dialyseverpleegkundige instructies over de nazorg en wat u moet doen bij calamiteiten.

De katheter heeft 2-6 weken nodig om goed in te groeien. Het is daarom belangrijk dat u rust neemt. Ga bijvoorbeeld niet (zwaar) tillen, stofzuigen of sporten.

De onderhuidse tunnel en de huidpoort zijn vaak gevoelig. Draag comfortabele kleding die niet knelt op de huidpoort of de katheter. U mag, indien nodig, een pijnstiller innemen.

Ook na de ingreep is een goede stoelgang belangrijk. U krijgt daarom een recept mee voor lactulose van de dialyseverpleegkundige.

LET OP!

  • U mag niet zelf auto rijden.

  • U mag minimaal een week niet douchen. 

Indien het verband eerder verschoond moet worden dan de vervolgafspraak, kunt u contact opnemen met de dialyseverpleegkundige van de polikliniek PD via het nummer 071 - 529 9202 van 07.45 uur tot 15.30. Buiten deze uren kunt u contact opnemen met de afdeling hemodialyse of spoedeisende hulp (zie telefoonnummers onderaan folder).

Nazorg

Waar moet u op letten na uw onderzoek/behandeling?

Klachten die u na het plaatsen van de katheter kunt ervaren:

  • Nabloeden van de huidpoort;

Dit kan nog tot 1 - 2 dagen na de ingreep optreden. Indien dit langer dan 2 dagen aanhoudt, moet u contact opnemen met de polikliniek PD.

  • Prikkeling rond de blaas en anus;

Het einde van de katheter ligt onder in de buikholte die bekleed is met buikvlies. Hierin lopen bloedvaten en zenuwen. Wanneer de katheter het buikvlies raakt, veroorzaakt dit een prikkeling. Dit straalt vaak uit naar de blaas en de anus. Als u hier veel last van heeft helpt het als er wat vloeistof in de buik achter wordt gelaten zodat de katheter in het vocht drijft. Dit kan en mag uitsluitend de dialyseverpleegkundige voor u doen. Neemt u daarom contact op met de PD polikliniek.

  • Pijn op de plaats waar de katheter is ingebracht;

U kunt hiervoor pijnstilling innemen. Na 2-3 dagen moet de pijn minder worden. Indien de pijn aanhoudt of toeneemt, moet u contact opnemen met de PD polikliniek.

Contact bij problemen na uw onderzoek/behandeling

U moet contact opnemen met de polikliniek PD:

  • Bij een aanhoudende nabloeding (> 2 dagen).

  • Koorts (vanaf 38°C).

  • Obstipatie.

  • Buikpijn die erger wordt.

  • Toenemende pijn, roodheid en zwelling rondom de huidpoort.

  • Vragen en onduidelijkheden.

LET OP! In het geval dat één of meerdere van de bovenstaande klachten zich voordoen, dient u altijd te bellen met de polikliniek PD/afdeling HD. De contactgegevens vindt u onderaan deze folder.

Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Thuisdialyse

Peritoneale dialyse (PD)

De peritoneale dialyse polikliniek is telefonisch bereikbaar via het nummer 071 - 529 9202 van 07.45 uur tot 15.30 of per mail pd@lumc.nl.

LET OP! Indien u na 15.30 belt, kunt u tot 22.00 de afdeling hemodialyse bereiken via 071 - 526 1960.

  • Bij dialyse gerelateerde klachten

Buiten de genoemde kantoortijden van de PD en HD is een dienstdoende internist/nefroloog oproepbaar voor spoedeisende klachten via de afdeling Spoedeisende Hulp van het LUMC. Het telefoonnummer is  071 - 526 9111.

  • Bij niet-dialyse gerelateerde klachten

U dient contact op te nemen met u huisarts bij overige klachten. Deze kan desgewenst contact opnemen met de dienstdoende internist/nefroloog via de afdeling Spoedeisende Hulp van het LUMC.

Website

https://www.lumc.nl/over-het-lumc/afdelingen/nierziekten/

Handige links

  • Nierpatiëntenvereniging van het LUMC

www.diavara.nl

  • Nierpatiëntenvereniging Nederland

www.nvn.nl

  • Nierstichting Nederland

www.nierstichting.nl