Verpleegkundige Neurologie/Neurochirurgie, Neurocare en Psychiatrie

Anber Nawijn

Anber Nawijn heeft altijd interesse gehad in de zorg en dat is niet vreemd als beide ouders in de zorg werken: “Je kunt zeggen dat het mij met de paplepel is ingegoten. Toen ik vijftien was werkte ik al als vrijwilliger met verstandelijk beperkten.” Toch besloot Anber na haar middelbare school eerst te reizen en te onderzoeken wat haar zo aansprak in de zorg. Na vijf jaar gereisd te hebben, volgde ze de hbo-opleiding Verpleegkunde.

Zorgachtergrond
Op je vijftiende werken als vrijwilliger met verstandelijk beperkten en tijdens je middelbare school werken op de dagbesteding van een verzorgingstehuis. Dat Anber, na vijf jaar reizen, besloot om de hbo-opleiding Verpleegkundige te volgen, was een logische keuze waar niemand van opkeek. En ook tijdens haar studie gaat ze geen uitdaging uit de weg: “Ik heb viermaal stage gelopen, waaronder een aantal maanden in Ethiopië. Hier deed ik onderzoek naar ontwikkelingsachterstanden bij kinderen. Daarnaast werkte ik ook op de Neonatale IC in een lokale ziekenhuis.” Hier beseft Anber maar al te goed hoe fantastisch de zorg in Nederland geregeld is. “De middelen in Ethiopië waren beperkt. Zo hadden we niet altijd genoeg infusen en was er geen stromend water.”

Leerwerkplaats
Terug in Nederland moest Anber nog een half jaar stagelopen. Ze werd toegelaten op de verpleegafdeling Neurologie/Neurochirurgie, in het LUMC: “Als student kom je te werken op de ‘leerwerkplaats’ van de afdeling. Je wordt een korte periode intensief ingewerkt. Daarna krijg je steeds meer verantwoordelijkheid.” Uiteindelijk gaan de studenten zelf de kamers en patiënten verdelen, wel altijd onder begeleiding van twee werkbegeleiders: “Ik vind dit een mooie manier om studenten op te leiden. Je gaat zelf aan de slag en op deze manier word je gestimuleerd om zelf na te denken en beslissingen te nemen: wat zie je en wat kan je hieraan doen?” Anber is het erover eens: “De leerwerkplaats is een uitstekende manier om klaargestoomd te worden, zodat je na je studie zelfverzekerder aan het werk kan gaan.” Anber werd ook niet voor niets gevraagd om te blijven werken op de afdeling na haar stage.

“In een korte tijd proberen wij het maximale te bereiken.”

Anber Nawijn

Werkbegeleider
En nu is Anber zelf ook werkbegeleider op de leerwerkplaats: “Ik weet als geen ander hoe spannend het is om als student aan het bed te staan. Ondanks dat je onder begeleiding en toezicht staat, voel jij je als student wel verantwoordelijk voor je patiënten.” En dat Anber zich goed kan inleven in haar studenten, werkt in haar voordeel. Zo beseft zij zich ook maar al te goed hoe overweldigend het voor studenten, maar ook nieuwe collega’s kan zijn: “De zorg die wij geven aan onze patiënten is zwaar. Zo heb je op de Neurologie patiënten liggen die bijvoorbeeld een herseninfarct hebben gehad, terwijl op de Neurochirurgie patiënten liggen die bijvoorbeeld geopereerd zijn aan hun hoofd/hersenen of rug waarbij tijdens de operatie tumoren zijn verwijderd.” Maar daarnaast werkt Anber ook op de Neurocare: “Hier liggen patiënten die een herseninfarct of bloeding hebben gehad of patiënten die net geopereerd zijn en intensief geobserveerd moeten worden.” Anber weet ook duidelijk te vertellen dat ze juist deze afwisseling tussen de verschillende onderdelen interessant vindt: “Op de Neurochirurgie kan het werk chaotisch en snel zijn, terwijl het werk op de Neurologie juist onderzoekend is en de nadruk op revalidatie ligt: wat is haalbaar voor de patiënt?” Neurocare daarentegen is intensievere zorg waarbij je snel moet handelen en klinisch redeneren nog belangrijker is. Maar wat Anber bovenal fascinerend vindt? “De invloed die hersenen op de mens hebben. Een aandoening in je hersenen kan invloed hebben op je hele lichaam, je karakter kan veranderen, maar ook een deel van je lichaam kan uitvallen. Voor ons is het dan interessant om te kijken hoe we de patiënt hierbij kunnen ondersteunen.” 

Dankbaarheid
En juist dat onderdeel maakt het werk van Anber ook mooi: “Onze patiënten hebben vaak een klap te verwerken, omdat ze hun zelfstandigheid vaak kwijt zijn. Wij leren ze met kleine stapjes zoveel mogelijk zelfstandig te worden. In een korte tijd proberen wij het maximale te bereiken.” Daarna gaan de patiënten vaak naar een revalidatiecentrum en soms komen zij ook terug voor controle: “Zelfs als de patiënt nog niet zelfstandig kan lopen, maar je ziet wel het enthousiasme en de levenslust waarmee de patiënt de afdeling op komt rijden, dan weet je waar je dit werk voor doet.”  

Word jij mijn nieuwe collega?