Venepreservatie
Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Nierziekten.
Wat is Venepreservatie?
Een shunt is een directe verbinding tussen en slagader en een ader. Deze verbinding wordt chirurgisch, meestal onder plaatselijke verdoving, aangelegd door de vaatchirurg.
Door het drukverschil in de ader en slagader neemt de bloedstroomsnelheid toe waardoor de diameter van de ader zal toenemen. De shunt ontwikkelt zich normaliter in 8-10 weken, waarna het mogelijk is om de shunt aan te prikken.
Een shunt wordt in de meeste gevallen in één van de onderarmen aangelegd. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kan de shunt worden aangelegd in de elleboog of in de bovenarm. De shunt wordt bij voorkeur aangelegd in de niet-dominante arm; dit is de arm die u het minste gebruikt.
Als uw bloedvaten beschadigd of niet gezond zijn, ontwikkelt de shunt zich moeizaam. Hierdoor is het mogelijk dat de shunt slecht kan functioneren.
Waarom doen we dit onderzoek/deze behandeling?
Om de kwaliteit van de vaten zo goed mogelijk te houden, is het van belang vaatbeschadigingen zoals ‘prikgaatjes’ ten gevolge van het bloedprikken en/of vaatontstekingen te voorkomen.
Behoud van gezonde bloedvaten doet u door venepreservatie. Dit betekent dat het aantal keer dat u geprikt wordt (in de niet-dominante arm) teruggedrongen moet worden tot het absolute minimum.
Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?
Hoe kunt u venepreservatie toepassen?
- Informeer alle behandelaars dat u nierpatiënt bent en dat het belangrijk is dat uw bloedvaten gezond en onbeschadigd blijven.
- Vraag hulpverleners om bloedafnames en het inbrengen van een infuus te beperken, tenzij het absoluut noodzakelijk is. Indien u bij verschillende artsen/verpleegkundigen onder behandeling bent, probeer dan zoveel mogelijk bloedafnames te combineren.
- Als bloedafnames of infuus noodzakelijk zijn vraag dan of de bloedvaten op de handrug gebruikt kunnen worden. Deze zijn niet nodig voor het aanleggen van een shunt. Laat indien mogelijk altijd eerst bloedprikken of een infuus aanbrengen in de dominante arm.
- Het meten van de bloeddruk aan de niet-dominante arm dient voorkomen te worden.
Beschermen van uw bloedvaten
Bij noodzakelijke bloedafnames en/of toediening van vloeistoffen en/of medicijnen via de aderen, adviseren we dit alleen te laten doen op de volgende plaatsen en in de onderstaande volgorde:
Bloedprikken (=venapunctie):
- In de elleboogplooi van de dominante arm
- Op de rugzijde van de handen
- Op de rugzijde van de voeten
Infusie:
- Op de rugzijde van de handen
- Op de rugzijde van de voeten
- In de elleboogplooi van de dominante arm
Injecties en bloeddruk meten:
- Alleen in/aan de dominante arm
Let op: Vermijd venapuncties en/of infusie in de rechte trajecten van de vaten in de onder- en/of bovenarm.
Soms is het niet mogelijk om de bloedvaten op de handrug te gebruiken. In dat geval is het verstandig om de dominante arm te gebruiken voor bloedafnames en/of een infuus. De andere arm houdt u helemaal vrij van naalden.
Infuus in elleboogvaten: onwenselijk
Voorkeur voor infuus op de handrug
Wat als u besluit peritoneaal dialyse (PD) te gaan doen of als u in aanmerking komt voor een niertransplantatie?
Zowel voor de PD behandeling als voor een niertransplantatie geldt dat er mogelijk in de toekomst hemodialyse nodig kan zijn. Er moet dan alsnog een shunt geplaatst worden.
Daarom adviseren wij altijd venepreservatie toe te passen!
Wat als u al dialyseert middels hemodialyse?
Het behouden van gezonde bloedvaten wordt door hemodialyse gemakkelijker, daar bloedafnames meestal tijdens de dialyse gedaan worden via de dialysetoegang.
Wanneer u een dialysekatheter heeft, zal de arts beoordelen of er alsnog een shunt geplaatst kan worden. Indien u al een shunt heeft, kan het zijn dat u bij problemen in de toekomst een nieuwe shunt nodig heeft. In al deze situaties blijft venepreservatie belangrijk.
Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?
Vaatontstekingen
Bij toediening van vloeistoffen en/of medicijnen waarvan bekend is dat ze vaatontstekingen kunnen veroorzaken, adviseren wij u bij voorkeur te laten prikken in de elleboogplooi. Dit gaat o.a. om de volgende medicijnen:
Kaliumchloride (KCL)
- Medicamenten m.b.t. chemokuren / cytostatica
- Erythromycine
- Calciumcarbonaat
- Digoxine
Belangrijk om te onthouden
- Venapuncties en infuusnaalden alleen indien dit noodzakelijk is
- Houdt de bloedafname volgorde aan
- Houdt de niet-dominante arm vrij, laat hier geen naalden inbrengen.
Waar moet u op letten na uw onderzoek/behandeling?
Om hulpverleners in verschillende situaties zoals onderzoeken, opnames en operaties te attenderen op het belang van venepreservatie kunt u een polsbandje gebruiken. Deze zijn te verkrijgen via de vaattoegangscoördinator of dialyseafdeling.
Tekst op het oranje polsbandje: Geen tensie/ niet prikken.
Contactgegevens van de betrokken poliklinieken
U kunt met al uw vragen over venepreservatie terecht bij uw behandelend nefroloog, vaatchirurg, verpleegkundig specialist, vaattoegangscoördinator of dialyseverpleegkundige.
Bereikbaarheid en openingstijden
Voor al uw overige vragen is de polikliniek Nierziekten telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 09.00 uur tot 12.00 uur onder nummer +31 (0)71 - 526 3796.
De Dialyse afdeling is telefonisch bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 07:30 uur tot 21.30 uur. Zaterdag en zondag tijdens kantooruren onder nummer +31 (0)71 - 526 1960
De polikliniek Nierziekten en de Dialyse afdeling vindt u in het Nier centrum, route nummer 685, zone J8-P.
Buiten deze uren is de polikliniek uitsluitend voor medische spoed bereikbaar via de telefoniste LUMC onder nummer +31 (0)71 - 526 9111.