Patiëntenfolder

Otologie en oorchirurgie

Een verminderd gehoor of doofheid kan een ernstige belemmering zijn voor de dagelijkse communicatie thuis en op het werk. In veel gevallen is een modern hoortoestel een zeer goed hulpmiddel, maar bij bepaalde vormen van slechthorendheid of doofheid zijn er goede chirurgische mogelijkheden, waarin de afdeling Keel-, Neus en Oorheelkunde van het LUMC gespecialiseerd is en fungeert als een landelijk verwijscentrum.
Waarmee kunnen we u helpen?
Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

Cochleaire implantatie (CI)  

Bij ernstig slechthorenden en doven waarvoor gewone hoortoestellen onvoldoende effect hebben, vormt directe elektrische stimulatie van de gehoorzenuw in het slakkenhuis (binnenoor) door middel van een cochleair implantaat (CI) een goed alternatief. Mede dankzij technische ontwikkelingen in de laatste jaren is het mogelijk dat veel mensen weer goed kunnen verstaan en vaak ook een telefoongesprek kunnen voeren. Als kinderen zo vroeg mogelijk worden geïmplanteerd, dat willen zeggen liefst voor de leeftijd van 2 jaar, bestaat een goede kans dat ze slechthorendenonderwijs of zelfs de normale basisschool kunnen volgen in plaats van het dovenonderwijs, waardoor ze steeds beter kunnen integreren in de horende wereld. Jaarlijks worden in het LUMC 80 CI-operaties bij volwassenen en kinderen uitgevoerd.   

Hersenstamimplantatie/ABI (Auditory Brain Implant)  

Plaatsing van een cochleair implantaat is niet altijd mogelijk. Het gaat dan vooral om patiënten met Neurofibromatosis type 2 (NF2) waarbij zich een tumor ontwikkelt op beide gehoorzenuwen of waarbij het slakkenhuis verbeend is (bijvoorbeeld na hersenvliesontsteking). In die gevallen kan plaatsing van een hersenstamimplantaat (ABI) een optie zijn. Bij hersenstamimplantatie worden gehoorcentra in de hersenstam gestimuleerd.  

Plaatsing van een CI of ABI vereist uitgebreide selectie, nazorg en een intensief trainingsprogramma. Binnen het team zijn naast gespecialiseerde KNO-artsen (otologen), klinisch fysici-audiologen, spraak-taal pathologen, linguïsten, logopedisten, gz-psychologen en orthopedagogen, technici en maatschappelijk werkers actief. Er wordt nauw samengewerkt met de afdelingen radiodiagnostiek en gezinsbegeleidingsdiensten voor dove kinderen. Bij ABI’s wordt de expertise rondom CI en brughoekchirurgie gecombineerd en is ook de afdeling neurochirurgie betrokken. Aan het wetenschappelijk onderzoek wordt daarnaast nog bijgedragen door natuurkundigen, biologen en ingenieurs.  

Ketenreconstructies en stapedotomieën  

Als slechthorendheid het gevolg is van problemen aan het trommelvlies of gehoorbeentjes kunnen kunstgehoorbeentjes (waarvan er een aantal in Leiden ontwikkeld is) uitkomst bieden. In het geval van otosclerose, waarbij het stijgbeugeltje vast komt te zitten, vormt een stijgbeugelvervangende operatie (stapedotomie) een goede behandeling. Binnen het LUMC worden jaarlijks circa 50 stapedotomieën door een tweetal gespecialiseerde oorartsen verricht, waarbij de meeste patiënten door KNO-artsen uit algemene ziekenhuizen zijn verwezen. Dit hangt samen met het feit dat het resultaat van deze operatie sterk samenhangt met de ervaring van de operateur.  

BeenGeleidingsImplantaat (BGI)  

Een BGI is een zogenaamd beengeleidingstoestel dat het geluid door trillingen via het rotsbeen doorgeeft aan het slakkenhuis. Het kan een goede oplossing zijn bij volwassenen en kinderen waarbij het niet mogelijk is om een gewoon hoortoestel te dragen. Bij volwassenen en kinderen vanaf ongeveer 5 jaar wordt achter het oor in het bot een schroefje geplaatst waarop het toestel geklikt kan worden. Het gaat vooral om mensen die regelmatig ontsteking hebben aan de gehoorgang, die looporen hebben of waarbij het oor of de gehoorgang bij de geboorte niet goed is aangelegd. In het LUMC vinden jaarlijks 30 tot 40 implantaties plaats, de meeste onder plaatselijke verdoving. Essentieel voor het welslagen van de ingreep is een goede begeleiding door een klinisch fysicus/audioloog.