Patiëntenfolder

Cochleaire implantatie (CI), leefregel

U wordt opgenomen in verband met een operatie aan uw oor, namelijk het plaatsen van een cochleair implantaat.  Op de polikliniek KNO heeft u informatie over de operatie en revalidatie gekregen van het CI team. Deze folder geeft u in het kort informatie over de opname en de eerste periode na de operatie.  Met vragen, wensen en/of klachten kunt u altijd terecht bij de verpleegkundige van de afdeling of bij ons CI team.   

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Keel- Neus-  en Oorheelkunde.

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

De opnamedag   

Het tijdstip waarop u wordt verwacht en de locatie staan vermeld in de opnamebrief. 
Informatie over wat u wel en niet mag eten en drinken en vanaf wanneer u nuchter moet zijn vindt u in de opnamebrief en in de brief van de anesthesie.   

Er zal bij opname door de (leerling) verpleegkundige een kort opnamegesprek worden gevoerd en uw bloeddruk, pols en temperatuur zullen gecontroleerd worden. Daarnaast zal de zaalarts (eventueel in samenwerking met een co-assistent) een medische anamnese afnemen.   

Het oor dat geopereerd gaat worden wordt gemarkeerd met een stift. U moet regelmatig even wachten tussen gesprekken en/of onderzoeken, we vragen u op de afdeling te blijven. De avond van de opname start u met Fraxiparine, dit is een injectie met bloedverdunners die u gedurende de gehele opname één keer per dag krijgt om de kans op het ontwikkelen van trombose te verkleinen.   

Meestal wordt u opgenomen op de dag dat de operatie plaats vindt, in een enkel geval de dag vóór de operatie.   

Rondom de operatie   

Informatie over het tijdstip van nuchter-zijn krijgt u van de verpleegkundige als u een dag voor de operatie wordt opgenomen.   

Indien u opgenomen bent zult u ruim voor de geplande operatietijd worden gewekt. U kunt nog even douchen, waarna u operatiekleding aan krijgt en verder wordt voorbereid voor de operatie. Sieraden, nagellak en (gebit)protheses dienen te worden uit- of afgedaan. Een eventueel hoortoestel mag mee naar de operatiekamer.   

Wanneer u aan de beurt bent wordt u in uw bed naar de voorbereidingsruimte (Holding) voor de operatie gebracht. Voordat de operatie begint krijgt u een infuus waarmee de narcosemiddelen zullen worden toegediend. Dit infuus zal op de holding of op de operatiekamer ingebracht worden.   

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (Verkoever) waar u, als u goed wakker bent, weer door een verpleegkundige van de afdeling wordt opgehaald.   

Bij terugkomst op de verpleegafdeling zullen regelmatig uw bloeddruk, pols en temperatuur gemeten worden.  

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Na de operatie 

Na de operatie heeft u gedurende 24 uur bedrust, om het implantaat goed te laten vasthechten. Het is belangrijk dat u geen onverwachte of wilde bewegingen met uw hoofd maakt en alle drukverhogende momenten vermijdt. De bedrust gaat in op het moment dat u terug bent op de afdeling. Vanwege de bedrust kunt u zich de eerste dag op bed wassen. Belangrijk is dat u het wondgebied drooghoudt. Wanneer de bedrust voorbij is mag u rustig uit bed komen en starten met mobiliseren. 

De eerste dag na de operatie wordt er een CT-scan gemaakt om de positie van het implantaat te controleren. U wordt in uw bed naar de afdeling radiologie vervoerd. 

Direct na de operatie mag u alles eten en drinken, doe wel rustig aan en voorkom misselijkheid. 

U heeft nog een infuus, dit wordt verwijderd als het eten en drinken goed gaat, u geen medicijnen via het infuus meer nodig heeft en de CT-scan is gemaakt. 

Tijdens de operatie heeft u een blaaskatheter gekregen, deze zal in de loop van de dag of de volgende dag verwijderd worden. 

De zaalarts komt iedere ochtend langs om te kijken hoe het met u gaat. Als alles goed gaat kunt u de tweede dag na de operatie weer naar huis. U heeft dan nog een hoofdverband om. Op de vierde dag mag het hoofdverband worden verwijderd: dit kunt u zelf doen of u bezoekt daarvoor de verpleegkundige op de polikliniek van de KNO of de praktijkassistente van uw huisarts. Wanneer u dit op de polikliniek KNO wil laten doen moet u aan de verpleegkundige op de afdeling vragen voor u een afspraak te maken bij de verpleging op de polikliniek.

Nazorg

Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?

U krijgt bij ontslag van de afdeling een polikliniek afspraak mee voor het verwijderen van de hechtingen achter het oor door een verpleegkundige en de proeffitting (eerste aansluiting) op het Audiologisch Centrum. De definitieve aansluiting van het implantaat gebeurt als de wond genezen is, dit is na ongeveer 6 weken.

Waar moet u op letten na uw onderzoek/behandeling?

Leefregels   

  • Het geopereerde oor gedurende 3 weken drooghouden.   
  • Drukverhogende momenten vermijden gedurende 6 weken  
    • Niezen (eventueel wel met de mond open)  
    • Snuiten   
    • Persen   
    • Tillen of zware lichamelijke arbeid   
    • (Contact) sporte

    Bellen met dienstdoende KNO-arts bij:  

    • Temperatuurverhoging boven 38.5   
    • Toenemende pijn of roodheid aan de operatiewond
    • Toenemende duizeligheid 
Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Bezoektijden   

Verpleegafdeling KOHG J8-Q, route 686: 15.00-20.00 uur.  
Indien uw bezoek wil afwijken van de bezoektijden, wilt u dit dan in overleg doen met de verpleging.   

Contact   

Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC)   
Verpleegafdeling KOHG: J8-Q, route 686 
Telefoonnummer: 071-526 1231   

Albinusdreef 2   
Postbus 9600 
2300RC Leiden   

Voor vragen na ontslag  

Telefoonnummer polikliniek KNO: 071-526 8020 (binnen kantooruren).

Voor contact buiten kantooruren en overleg met de KNO-arts   

U belt de verpleegafdeling KOHG. U wordt automatisch doorverbonden met de telefoniste als de afdeling niet bereikbaar is. De telefoniste kan voor u de dienstdoende KNO-arts bellen.