Patiëntenfolder

Splanchnicusblokkade

Met u is op de polikliniek besproken dat u voor de behandeling van uw pijnklachten een splanchnicusblokkade zult ondergaan. In deze folder vindt u informatie over de blokkade en instructies over wat te doen rondom de blokkade.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Anesthesiologie

Onze zorg

Wat is een splanchnicus blokkade?

Een blokkade van de nervi splanchnicus is een behandeling die wordt toegepast als er sprake is van pijnklachten in de bovenbuik, zoals bij een chronische alvleesklierontsteking. De splanchnicuszenuwen vormen een zenuwnetwerk dat een belangrijke rol speelt bij pijnklachten van de bovenbuik. Een blokkade van dit zenuwnetwerk kan zorgen voor vermindering van pijn of een afname van de dosering van sterke pijnstillers. 

Voorbereiding

Hoe kunt u zich voorbereiden?

Waar moet u zich melden?   

U krijgt een brief toegezonden per post. Hierin staat hoe laat en op welke afdeling u zich moet melden.   

Eten en drinken   

U moet een lege maag hebben (nuchter zijn) voor de behandeling. Dit houdt in dat u de avond voor de behandeling tot 24.00 uur zoals gebruikelijk mag eten en drinken. Na 24.00 uur mag u niets meer eten. Van 24.00 uur tot 6.00 uur ’s morgens mag u alleen heldere dranken. Denk aan water, thee (eventueel met suiker), limonade, appelsap. Let op: u mag géén melkproducten. Als u later dan 7.30 uur in het ziekenhuis moet zijn, mag u tot 2 uur daarvoor heldere drank. Ochtendmedicijnen mag u met een slokje water innemen. 

Bloedverdunners   

Als u bloedverdunners gebruikt, zal de pijnspecialist u op de polikliniek of telefonisch instructies geven wat u moet doen met uw bloedverdunners. Zorg dat u weet hoeveel dagen u voor uw behandeling met de bloedverdunners moet stoppen.  

Instructies ten aanzien van bloedverdunners  

Als u bekend bent bij de trombosedienst, regelt deze op ons verzoek wanneer u stopt met de bloedverdunners. Een controle-INR is in dit geval vereist voor de verrichting, dit kan met uw eigen thuismeting of via de trombosedienst. Als dit niet mogelijk is, zal er een uur voor de verrichting een INR moeten worden bepaald in het LUMC-laboratorium.  

Kleding, sieraden en protheses   

U krijgt op de afdeling een operatiejasje aan. Sieraden en gebitsprotheses blijven op de afdeling.   

Ook belangrijk

Meld voor de behandeling altijd aan de pijnspecialist of verpleegkundige of:

  • U (mogelijk) zwanger bent

  • U allergisch bent voor contrastvloeistof, jodium of medicijnen

  • U een pacemaker of ICD heeft

Neem voor de behandeling contact op met het Pijnbehandelcentrum als:

  • U geen pijn of klachten meer heeft

  • U de dag van de behandeling ziek bent of koorts heeft 

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

Op de dag van de behandeling wordt u opgenomen in het LUMC. Wanneer u aan de beurt bent, wordt u naar het operatiecomplex gebracht. Hier wordt een infuus geplaatst om u sedatie te kunnen geven en zo nodig andere medicijnen of vloeistoffen te kunnen toedienen. U komt op uw buik op de behandeltafel te liggen. Vervolgens wordt u aangesloten aan een monitor en krijgt u slaapmiddel toegediend. Met behulp van röntgenstralen brengt de pijnspecialist twee naalden in de rug. Met de hulp van contrastvloeistof wordt gecontroleerd of de naalden op de juiste positie staan. Wanneer dit het geval is, dient de pijnspecialist lokale verdoving toe om de zenuwen van de plexus splanchnicus te blokkeren. Als de proefblokkade met alleen lokale verdoving effectief blijkt, is een langdurige blokkade mogelijk met een stroombehandeling (radiofrequente of RF behandeling) of met langdurig werkende medicijnen. Meestal zorgt dit direct voor vermindering van de pijn. De stroombehandeling of langdurige medicijnen kunnen maanden effect hebben. De behandeling duurt ongeveer 45 minuten. Als het nodig is, kan een splanchnicusblokkade herhaald worden.

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Wat gebeurt er na de behandeling?   

Na de behandeling wordt u kortdurend op de verkoeverkamer opgenomen ter observatie. Als u zich goed voelt en uw bloeddruk is in orde gaat u terug naar de verpleegafdeling. Hier blijft u nog enkele uren ter observatie.   

Naar huis   

Houdt u er rekening mee dat u een begeleider heeft die u naar huis brengt. U mag niet zelf actief deelnemen aan het verkeer.   

Pijnmedicatie   

U gaat door met de pijnmedicatie in dezelfde dosering als voor de behandeling, tenzij de pijnspecialist u een andere instructie heeft gegeven.   

Bloedverdunners   

De pijnspecialist zal u bij ontslag uitleg geven wanneer u uw bloedverdunners mag hervatten.  

Napijn   

Na de behandeling kunt u napijn hebben. Deze napijn kan één tot twee weken aanhouden, maar verdwijnt vanzelf. U kunt hiervoor eventueel een pijnstiller innemen.  

Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?

Uw pijnspecialist zal de behandeling zorgvuldig uitvoeren. Toch bestaat er een kleine kans op complicaties. De volgende complicaties kunnen voorkomen:   

  • Diarree: dit is een veel voorkomend verschijnsel en kan enkele dagen aanhouden  
  • Duizeligheid: de eerste weken na de behandeling kunt u wat sneller duizelig worden bij snel overeind komen. Dit komt door een lage bloeddruk en gaat vanzelf weer over  
  • Een bloeduitstorting: dit veroorzaakt een blauwe plek en kan ook pijn geven  
  • Een infectie: krijgt u koorts? Neem dan contact op met het Pijnbehandelcentrum  
  • Aanprikken van de nier: als de nier wordt geraakt, kan dit een aantal dagen bruin gekleurde urine veroorzaken. Deze complicatie is zeldzaam.  
  • Aanprikken van de long: wordt u na de behandeling kortademig, dan kan het zijn dat de long is aangeprikt tijdens de behandeling. Neem in dit geval contact op met het Pijnbehandelcentrum. Bij ernstige benauwdheidsklachten meldt u zich op de Spoedeisende Hulp.  
  • Toename van pijnklachten of pijnklachten in de schouder: zeer zelden ontstaan door de behandeling meer pijnklachten.  
  • Dwarslaesie of gedeeltelijke verlamming: in uiterst zeldzame gevallen en afhankelijk van de technische uitvoering, kan er schade ontstaan aan andere zenuwstructuren met een gedeeltelijke of volledige verlamming als gevolg.  
Nazorg

Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?

Controle   

U krijgt twee tot zes weken na de behandeling een telefonische controle. Tijdens dit gesprek zal het effect van de blokkade worden geëvalueerd en het beleid besproken worden.  

Waar moet u op letten na uw onderzoek/behandeling?

Pijnmedicatie   

U gaat door met de pijnmedicatie in dezelfde dosering als voor de behandeling, tenzij de pijnspecialist u een andere instructie heeft gegeven.   

Bloedverdunners   

De pijnspecialist zal u bij ontslag uitleg geven wanneer u uw bloedverdunners mag hervatten.   

Napijn   

Na de behandeling kunt u napijn hebben. Deze napijn kan één tot twee weken aanhouden, maar verdwijnt vanzelf. U kunt hiervoor eventueel een pijnstiller innemen.   

Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Bij vragen of problemen kunt u contact opnemen met:   

Polikliniek Pijnbehandelcentrum 

Tijdens kantooruren bereikbaar tussen: 08.00 en 10.00 uur en van 13.30 tot 15.00 uur via telefoonnummer 071 - 526 23 69.