Patiëntenfolder

Kinderstamceltransplantatie, opname stamceltransplantatie

Tijdens de stamcel-transplantatie heb je eigen een kamer. De kamer is op de afdeling kindergeneeskunde. Deze afdeling noemen we STRAND.

De afdeling: STRAND

Verpleegkundigen

Op de afdeling werken kinder-verpleegkundigen en verpleegkundigen in opleiding.

De verpleegkundigen wisselen elkaar af over de dag.

Dit noemen ze diensten.

Een dag bestaat uit drie verschillende diensten:

  • Een dagdienst van 7.30 tot 16.00 uur

  • Een avonddienst van 14.30 tot 23.00 uur

  • En een nachtdienst van 22.45 tot 7.45 uur

In het ziekenhuis zie je veel verpleegkundigen.

Er zijn 2 of 3 verpleegkundigen met wie jij en je ouders vaker praat.

Er wordt dan gevraagd hoe het met jullie gaat.

Je mag dan ook zeggen wat er beter kan.

We noemen dit mentor-gesprekken.

Bezoek

Bezoek is welkom op de afdeling van 9.00 uur tot 20.00 uur.

Er mogen niet meer dan 2 mensen tegelijk op bezoek komen.

1 van deze mensen moet altijd een ouder of verzorger zijn.

Ook tijdens de bezoektijden gebeuren er soms onderzoeken.

Het bezoek moet dan soms even op de gang wachten.

Ben je erg ziek?

Dan is het fijn als er niet te vaak bezoek langskomt.

Rust is belangrijk. 

Let op:

Bezoekers mogen geen klachten hebben van:

  • Verkoudheid

  • Diarree

  • Waterpokken

  • Of als er in de buurt iemand was met deze klachten 

Weet je niet zeker of je bezoek mag komen?

Vraag het aan de verpleegkundige.

Of laat je bezoek bellen met de verpleegkundige: 071-526 2816 of 071-526 3868

Vaste vervanger (voor ouders)

Het kan zijn dat ouders niet altijd in het ziekenhuis kunnen zijn.

Dan is het fijn dat er een bekend iemand bij uw kind aanwezig is.

Bijvoorbeeld: opa of oma, tante of oom, broer of zus (ouder dan 12 jaar).

Dit noemen we een vaste vervanger.

U kunt aan de verpleegkundige laten weten wie u als vaste vervanger heeft gevraagd.

Er mogen 2 vaste vervangers worden gekozen.

Isolatie

Tijdens de behandeling moet je extra beschermd worden tegen ziektes. 

Daarom verblijf je in isolatie.

Isolatie is een vorm van quarantaine.

Je kamer heeft een sluis.

Een sluis is een tussenruimte tussen jouw kamer en de gang.

De sluis heeft twee deuren.

De deuren van de sluis mogen niet tegelijk open zijn.

In de kamer hangt een plastic gordijn.

Je kan door het gordijn heen kijken.

Het gordijn gaat dicht als er bezoek komt.

Het bezoek moet dan achter het gordijn zitten.

De eerste dagen in het ziekenhuis

In het begin mag je nog uit je kamer.

Je moet wel uit de buurt blijven van mensen met:

  • Verkoudheid

  • Diarree

  • Waterpokken

  • Of als er in de buurt iemand was met deze klachten 

Je mag naar de speelkamer en de daktuin.

Soms zijn er ook andere kinderen in de speelkamer of daktuin.

Dan mag je er niet heen.

Weet je niet zeker of je naar de speelkamer of daktuin mag?

Vraag het aan de verpleegkundige.

Wassen

Je moet elke dag gewassen worden.

Er kan gewoon kraanwater worden gebruikt.

Op de kamer is een douche.

Kleding

In het ziekenhuis mag je je eigen kleding aan.

De kleding moet niet te strak zitten.

Daarnaast moet het op 60 graden gewassen kunnen worden.

De verpleging legt uit hoe de kleding het beste gewassen kan worden.

Je moet iedere dag schone kleding aan.

Handen wassen

Je moet je handen wassen als:

  • Je naar het toilet bent geweest

  • Voordat je gaat eten

  • En nadat je gegeten hebt.

Welke spullen mogen in de kamer?

De verpleegkundige legt uit welke spullen op de kamer in het ziekenhuis mogen blijven.

Wil je weten welke spullen je van thuis mag meenemen?

Lees dan de folder "Kinderstamceltransplantatie, veelgestelde vragen door kinderen".

Fles en speen

Eigen spenen, fopspenen en flesjes moeten iedere dag uitgekookt worden.

Voeding

Door de behandeling kan eten en drinken moeilijk zijn.

Wil je meer lezen over voeding in het ziekenhuis?

Lees dan de folder "Kinderstamceltransplantatie, voeding".

Voeding via het infuus (parenterale voeding)

Soms lukt het niet zelf te eten.

En soms lukt het ook niet om voeding via de sonde te krijgen.

Dan is het nodig om voeding te geven via het infuus.

Dit heet parenterale voeding.

De voeding komt via het bloed in het lichaam.

Verzorging mond, huid en billen

Mond

Door chemo-therapie kan je wondjes krijgen in je mond.

Het is belangrijk om de tanden goed te poetsen.

Ook is het fijn om de mond vochtig te houden.
De verpleegkundige kijkt vaak in je mond.

Wondjes in de mond kunnen veel pijn doen.

Daardoor kan eten en drinken moeilijk zijn.

Je krijgt dan medicijnen tegen de pijn.

Huid en billen

Door chemo-therapie kan je problemen krijgen van je huid.

Soms komt dan ook de huid-arts (dermatoloog) langs.

Je huid kan:

  • droog aanvoelen

  • jeuken

  • vervellen

  • verkleuren

  • wondjes krijgen

Voor ouders:

Als uw kind een luier draagt letten we extra op uw kind.

Medicijnen

Je krijgt veel medicijnen in het ziekenhuis.

Deze medicijnen kunnen worden gegeven via:

  • de mond

  • de sonde

  • het infuus 

Dit verschilt per medicijn.

Je krijgt uitleg over je medicijnen.

Op de website www.apotheek.nl lees je meer over de medicijnen.


Moet je overgeven binnen 30 minuten na het krijgen van je medicijnen?

Dan krijg je de medicijnen opnieuw.