Patiëntenfolder

Kinderstamceltransplantatie, onderzoeken en afspraken

In het ziekenhuis krijg je een aantal onderzoeken en afspraken.

Onderzoeken

In het ziekenhuis krijg je een aantal onderzoeken:

  • Bloed-onderzoek

Zo weten we bijvoorbeeld of de bloedcellen, de nieren en de lever goed werken.

  • Echo van het hart & hart-filmpje

Zo weten we of het hart goed werkt.

  • Onderzoek door de kaakchirurg en mondhygiëniste
    Zo weten we of het gebit gezond is.

    En kijken we of er "verborgen" infecties zijn.

    Soms zijn er infecties waar je zelf geen klachten van hebt.

    Dit noemen we "verborgen" infecties.

  • Blaastest voor longfunctie

Met een blaastest kunnen we kijken hoe goed de longen werken.

Dit onderzoek duurt ongeveer 60 tot 75 minuten.

  • Beelden (röntgenfoto's en scans)

    • Foto van je hand
      We maken een foto van je hand om te kijken hoe goed je botten groeien.

    • Scan van je hoofd (MRI of CT)

      Op deze scan kunnen we zien hoe de hersenen eruit zien.

      Dit willen we graag van te voren weten.

      Deze scan is niet altijd nodig.

    • Scan van je longen (foto of CT)

    We kijken of er "verborgen" infecties zijn.

Operatie: speciaal infuus

Tijdens de behandeling krijg je medicijnen via een speciaal infuus.

We noemen dit een centraal veneuze katheter.

Dit is een slangetje waarop bijvoorbeeld spuiten aangesloten kunnen worden en je dus niet geprikt hoeft te worden.

We gebruiken het speciale infuus voor:

  • Het afnemen van bloed

  • Het geven van bloed

  • Het geven van medicijnen

  • Het geven van stamcellen

De chirurg brengt het infuus bij je in op de operatiekamer.

Je wordt dan in een diepe slaap gebracht met medicijnen.

Dit wordt narcose genoemd.


Als je onder narcose bent, doet de dokter soms extra onderzoeken.

Zo hoef je later niet nog een keer onder narcose.

De dokter bespreekt dit vooraf met jou en je ouders.

Afspraken

Je kan ook een gesprek krijgen met andere mensen die in het ziekenhuis werken. Bijvoorbeeld:

  • Een hormoon-dokter (endocrinoloog):

Houdt de groei in de gaten. 

De dokter kijkt bijvoorbeeld of je al in de puberteit bent.

Neem het groeiboekje van het consultatiebureau mee naar het gesprek met de hormoon-dokter.

  • De fysiotherapeut:
    Kijkt naar je ontwikkeling en beweging.
  • De diëtist:
    Geeft advies over eten, drinken en het gewicht.
  • De vruchtbaarheids-dokter:
    Door de behandeling kan je problemen met je vruchtbaarheid krijgen.

Hierdoor kan je later mogelijk minder makkelijk kinderen krijgen.

De dokter praat met jou en je ouders over de mogelijkheden.

  • Een slaap-dokter (anesthesist):
    Geeft de slaap-medicijnen in de operatiekamer.
  • Oogarts

    Kijkt of je ogen goed zijn.