Coloscopie en diabetes mellitus (instructie bloedsuikerverlagende medicijnen)
Deze folder is opgesteld door de afdeling(en) Endocrinologie en Maag-, darm en leverziekten.
Instructies zijn afhankelijk van uw bloedsuikerverlagende medicijnen. Volgt u de instructies nauwkeurig op, om te voorkomen dat uw bloedsuiker ontregeld raakt.
Deze toelichting geeft advies over het aanpassen van bloedsuikerverlagende medicijnen bij de voorbereiding voor coloscopie met Picoprep op de dag vóór en de dag ván het onderzoek (zie ook bovengenoemde informatiefolder Coloscopie met eventueel poliepectomie)
In deze patiëntenfolder vindt u informatie over:
- Algemeen advies
- Advies glucosecurve
- Advies bloedsuikerregulerende medicijnen vóór, tijdens en ná het onderzoek:
- Orale bloedsuikerverlagende medicijnen (tabletten)
- GLP1 receptor agonist (subcutane injectie)
- Insuline (subcutane injectie)
- Kortwerkende insuline
- Langwerkende insuline
- Insuline Mix
- Insulinepomp
- Overzicht bloedsuikerverlagende medicijnen
Algemeen advies:
Volg de instructie darmvoorbereiding uit de folder coloscopie met eventueel poliepectomie vanaf 10 dagen voor onderzoek
- Eet tijdens de voorbereiding de voor u normale hoeveelheid voeding uit de lijst met voedingsmiddelen.
- Wanneer u zelf uw bloedsuiker bepaalt, breng dan uw bloedsuikermeter mee naar het ziekenhuis. Neem ook uw bloedsuikerverlagende medicijnen mee.
- Kom met begeleiding naar het ziekenhuis. Door de voorbereiding is er wat meer kans op een hypoglykemie.
Heeft u vragen of problemen die verband houden met uw diabetes, neem dan altijd contact op met uw diabetesverpleegkundige (of behandelend arts).
Advies glucosecurve:
Het is belangrijk, vooral voor personen die insuline gebruiken, dat u uw bloedsuiker regelmatig controleert tijdens de voorbereiding. Maar controleer het sowieso op de volgende momenten:
- Altijd wanneer u zich onwel voelt.
- Minimaal 4x de dag voor het onderzoek; voor ontbijt, voor lunch, rond 18.00 uur en voor het slapen gaan.
- Op de dag van het onderzoek; in ieder geval één keer voorafgaand aan de scopie.
Voor alle onderstaande adviezen geldt: Neem bij twijfel contact op met uw diabetesverpleegkundige (of behandelend arts).
Is uw bloedglucosewaarde lager dan 4 mmol?
Wat moet u doen: Neem het volgende in
- 6-7 dextrotabletten (druivensuiker) van 3 mg
- óf 125 ml high energydrank
- óf 30 ml limonadesiroop aangelengd met water
- óf 200 ml helder vruchtensap (geen lightproducten)
Na 15 minuten: Opnieuw bloedsuiker meten; wanneer bloedglucose dan nog lager dan 4 mmol is, bovenstaande herhalen.
Voor de nacht: 25 gram koolhydraten (vloeibaar, bijvoorbeeld 250 ml magere yoghurt).
Is uw bloedglucosewaarde tussen 4 en 7 mmol?
Wat moet u doen:
Avond en nacht: Neem 15 gram koolhydraten vloeibaar; bijvoorbeeld glas appelsap, 30 ml limonadesiroop aangelengd met water of helder vruchtensap (geen lightproducten)
Ochtend van onderzoek: Accepteren, dat wil zeggen niets eten/drinken.
Is uw bloedglucosewaarde tussen 7 en 15 mmol?
Wat moet u doen: U hoeft niets te doen.
Is uw bloedglucosewaarde hoger dan 15 mmol?
Wat moet u doen: Spuit zo nodig extra kortwerkend insuline zoals voor u gebruikelijk is.
Advies bloedsuikerregulerende medicijnen:
Orale bloedsuikerverlagende medicijnen (tabletten, zie onderstaande lijst)
Probeer het onderzoek in de ochtend te plannen.
Dag vóór het onderzoek:
Gebruik geen bloedsuikerverlagende tabletten. Na de lunch geen maaltijd meer.
Dag ván het onderzoek:
Wanneer het onderzoek plaatsvindt in de ochtend: Gebruik geen bloedsuikerverlagende tabletten voor het onderzoek.
Wanneer het onderzoek plaatsvindt in de middag: Gebruik geen bloedsuikerverlagende tabletten wanneer u in de ochtend een licht ontbijt mag.
Ná het onderzoek:
Gebruik wanneer u weer mag eten, de voor u normale dosering bloedsuikerverlagende tabletten.
GLP1 receptor agonist (1x daags subcutane injectie, bijvoorbeeld Liraglutide, zie onderstaande lijst)
Probeer het onderzoek in de ochtend te plannen.
Dag vóór het onderzoek:
Gebruik geen GLP1 receptor agonist. Na de lunch geen maaltijd meer.
Dag ván het onderzoek:
Geen GLP1 receptor agonist vóór het onderzoek.
Ná het onderzoek:
Gebruik wanneer u weer mag eten, de voor u normale dosering GLP1 receptor agonist.
Advies insuline
Kortwerkende insuline (bolus, zie onderstaande lijst)
Het onderzoek zo vroeg mogelijk in de ochtend plannen.
Dag vóór het onderzoek:
Ontbijt: Gebruik uw dosering zoals u gewend bent.
Bij de lichte lunch: Gebruik de helft van de dosering.
Na de lunch: Gebruik geen kortwerkende insuline meer. Na de lunch geen maaltijd meer.
Dag ván het onderzoek:
Gebruik geen kortwerkende insuline vóór het onderzoek.
Ná het onderzoek:
Gebruik wanneer u weer mag eten, de voor u normale dosering kortwerkende insuline.
Langwerkende insuline (basaal, zie onderstaande lijst)
Het onderzoek zo vroeg mogelijk in de ochtend plannen.
Dag vóór het onderzoek:
1x daags gebruik, bij ochtend- óf avonddosering: 2/3 van de dosering langwerkende insuline gebruiken.
2x daags gebruik, ochtend- én avonddosering: 2/3 van de dosering langwerkende insuline gebruiken.
Na de lunch geen maaltijd meer.
Dag ván het onderzoek:
Gebruik geen langwerkende insuline vóór het onderzoek.
Ná het onderzoek:
Gebruik wanneer u weer mag eten, de voor u normale dosis langwerkende insuline.
Insuline Mix: Langwerkende en middellang-werkende insuline (zie onderstaande lijst)
Het onderzoek zo vroeg mogelijk in de ochtend plannen.
Dag vóór het onderzoek:
1x daags gebruik, bij ochtend óf avonddosering: Gebruik 2/3 van de dosis Insuline Mix.
2x daags gebruik, ochtend én avonddosering: Gebruik 2/3 van de dosis Insuline Mix.
Na de lunch geen maaltijd meer.
Dag ván het onderzoek:
Gebruik geen Insuline Mix vóór het onderzoek.
Ná het onderzoek:
Gebruik wanneer u weer mag eten, de voor u normale dosis Insuline Mix.
Insulinepomp (basaal stand, zie onderstaande lijst)
Het onderzoek zo vroeg mogelijk in de ochtend plannen.
Let op: Voor aanpassen kortwerkende insuline zie advies; kortwerkende insuline (bolus)
Dag vóór het onderzoek:
In overleg met diabetesverpleegkundige of behandelend arts: Verlaag basaal-stand tot 80% van normaal tijdens laxeren.
Dag ván het onderzoek:
In overleg met diabetesverpleegkundige of behandelend arts: Verlaag basaal-stand tot 80% van normaal tot u weer mag eten.
Ná het onderzoek:
Hervat wanneer u weer mag eten, het voor u gebruikelijke basaal-profiel insulinepomp.
Overzicht bloedsuikerverlagende medicijnen
Overzicht orale bloedsuikerverlagende medicijnen (tabletten)
Soort preparaat | Generieke naam | Handelsnaam | Tablet |
α-Glucosidasremmer | Acarbose | Glucobay | 50, 100 mg |
Biguanide | Metformine | Metformine | 500, 850, 1000 mg |
| Metformine/glibenclamide | Glucovance | 500/2.5, 500/5 mg |
|
|
|
|
Sulfonylureumderivaten | Tolbutamide | Tolbutamide | 500, 1000 mg |
| Glibenclamide | Glibenclamide (voorheen Daonil) | 2.5, 5 mg |
| Gliclazide | Gliclazide Diamicron | MGA 30, |
| Gliclazide | Gliclazide, Diamicron | MGA 80 |
| Glimepiride | Amaryl, Glimepiride | 1, 2, 3, 4, 6 mg |
|
|
|
|
Meglitiniden | Repaglinide | Novonorm | 0.5, 1, 2 mg |
Thiazolidinedionen | Pioglitazon | Actos, Pioglitazon | 30, 45 mg |
| Pioglitazon/metformine | Competact | 15/500 |
|
|
|
|
SGLT2 remmers | Dapagliflozine | Forxiga | 5, 10 mg |
| Dapagliflozine/metformine | Xigduo | 5/850, 5/1000 mg |
| Canagliflozine | Invokana | 100, 300 mg |
| Canagliflozine/metformine | Vokaname | 50/850, 50/1000, 150/850, 150/1000 |
| Empagliflozine | Jardiance | 10, 25 mg |
| Empagliflozine/metformine | Synjardy | 5/850, 5/1000 mg |
|
|
|
|
DDP-IV-remmers | Sitagliptine | Januvia | 25, 50, 100 mg |
| Sitagliptine/metformine | Janumet | 50/850, 50/1000 mg |
| Vildagliptine | Galvus | 50 mg |
| Vildagliptine/metformine | Eucreas | 50/850, 50/1000 mg |
| Saxagliptine | Onglyza | 2.5, 5 mg |
| Saxaglitpine/metformine | Komboglyze | 2.5/850, 2.5/1000 mg |
| Linagliptine | Trajenta | 5 mg |
| Linagliptine/metformine | Jentadueto | 2.5/850, 2.5/1000 mg |
Overzicht subcutane bloedsuikerverlagende middelen (niet insuline, dagelijks of wekelijks)
Soort preparaat | Generieke naam | Handelsnaam | Opl. voor injectie |
GLP1 receptor agonist | Exenatide | Byetta | 5, 10μg |
| Exenatide LAR | Bydureon | 2 mg |
| Liraglutide | Victoza | 0.6, 1.2, 1.8 mg |
| Lixisenatide | Lyxumia | 10, 20µg |
| Dulaglutide | Trulicity | 0.75, 1.5 mg |
| Semaglutide opl. | Ozempic | 0.25, 0.5, 1 mg |
Overzicht insulinepreparaten
Soort insuline | Generieke naam | Merknaam |
Zeer ultra-kortwerkend | Insuline aspart | FIASP |
Ultra-kortwerkend | Insuline aspart | Novorapid |
| Insuline lispro | Humalog |
| Insuline glulisine | Apidra |
|
|
|
Kortwerkend | Insuline, gewoon | Humuline regular |
|
|
|
Middellang | Insuline isofaan | Insulatard |
|
| Humuline NPH |
|
| Insuman basal |
|
|
|
Langwerkend | Insuline detemir | Levemir |
| Insuline glargine | Lantus, Abasaglar, Toujeo |
|
|
|
Ultra-Langwerkend | Insuline degludec | Tresiba |
|
|
|
Mix insulines | gewone insuline/ isofane insuline | Humuline 30/70 |
| gewone insuline/ isofane insuline | Insuman Comb 25 |
| Aspart/protamine | Novomix 30/70 |
| Lispro/protamine | Humalog mix 25/75 |
| Aspart/ degludec | Ryzodeg |
|
|
|
Insuline icm GLP-1ra | Insuline glargine/lixisenatide | Suliqua |
| Insuline degludec/liraglutide | Xutolphy |
Contactinformatie: Staan uw bloedsuikerverlagende medicijnen niet in de lijst? Heeft u vragen over uw dosering tijdens de voorbereiding voor coloscopie? Neem dan altijd contact op met uw diabetesverpleegkundige (of behandelend arts).