Maxillectomie
Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (MKZ) en Keel-, Neus- en Oorheelkunde (KNO).
Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?
De dag van opname
Op de dag van opname wordt u om 10.30 uur op de afdeling verwacht. De opname dag is vaak een lange dag. U wordt uitgebreid opgenomen door de zaalarts en door de verpleegkundige van de afdeling. Ook zal u nog het één en ander verteld worden rondom de opname en de operatie. U moet regelmatig wachten op het volgende gesprek omdat ook de oncologisch chirurgen nog bij u langs zullen komen. Het is daarom niet de bedoeling dat u in de tussentijd van de afdeling af gaat. Vanwege alle informatie die op u af zal komen is het aan te raden om uw partner of een ander familielid mee te nemen.
Naast de gesprekken kan er tijdens de opnamedag eventueel nog aanvullend onderzoek gedaan worden zoals bloedafname. Daarnaast start u de avond van de opname met Fraxiparine. Dit is een prik die u één keer per dag gedurende de gehele opname krijgt om de kans op het ontwikkelen van trombose te verkleinen.
De operatie
Als de tumor ook het bot heeft aangetast of daar heel vlak op zit, dan wordt niet alleen de tumor maar ook een deel van de bovenkaak verwijderd (partiele maxillectomie), de helft van de bovenkaak (hemimaxillectomie) of de gehele bovenkaak (maxillectomie). Soms is het mogelijk om de operatie via de mond uit te voeren, maar het komt ook voor dat het nodig is de huid met een incisie door de bovenlip, naast de neus open te maken om de tumor goed te kunnen verwijderen. Als de onderzoeken die verricht zijn aantonen dat er lymfeklieruitzaaiingen zijn, dan wordt tevens een enkel- of dubbelzijdige halsklierdissectie verricht (zie folder halsklierdissectie). Indien er geen uitzaaiingen zijn, wordt de hals gedurende 2 jaar verder vervolgd met een periodiek echo-onderzoek.
Door de operatie ontstaat er vaak een opening tussen de mond en neusholte. Deze opening wordt afgedicht door een noodprothese. Deze prothese zorgt ervoor dat erbij eten en drinken geen vocht of voeding in de neus komt en dat uw spraak niet gehinderd is na de operatie. Indien u al een prothese draagt wordt deze aangepast tijdens de operatie. In het geval dat u uw eigen tanden en kiezen nog heeft, worden er van tevoren afdrukken gemaakt om een afdekplaat te vervaardigen die vervolgens ook passend wordt gemaakt tijdens de operatie.
Deze tijdelijke prothese wordt tijdens de operatie vaak vastgemaakt en kan dus niet zelf in- en uitgenomen worden. Na enkele weken wordt (in narcose) de prothese losgemaakt en aangepast waarna hij wel zelf in- en uitgenomen kan worden. Als de vorm van de mondholte niet meer veranderd, dus enige tijd na operatie en eventuele bestraling, dan wordt door de tandarts van het Centrum Bijzondere Tandheelkunde een nieuwe, definitieve prothese gemaakt.
Soms is het nodig direct na de verwijdering van de tumor het defect te dichten met een spier- of botlap uit de onderarm of het onderbeen.
Het bot wordt dan met behulp van metalen plaatjes gefixeerd. Daarnaast kan er gebruik worden gemaakt van een huidtransplantaat van de arm, borst of bovenbeen om de wond te bedekken.
Heel soms wordt er, vanwege de zwelling na de operatie tijdelijk een tracheotomie aangebracht. Dit is een adembuisje dat in de hals wordt aangebracht om de luchtweg te garanderen (zie folder Tracheotomie).
Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?
Eerste dagen na de operatie
De eerste dagen na de operatie bent u vaak nog erg moe als gevolg van de lange ingreep en de narcose. Regelmatig zullen uw bloeddruk, temperatuur en pols gecontroleerd worden.
Na de operatie mag u niets eten en drinken om het wondgebied de tijd te geven om te kunnen genezen. Afhankelijk van de operatie kan het enkele dagen duren voordat u rustig kan gaan beginnen met drinken en daarna eten.
Tot dit moment krijgt u voeding via een maagsonde. Door deze sonde kunnen ook uw medicijnen gegeven worden.
Na de operatie heeft u een infuus. Hierdoor krijgt u extra vocht toegediend en kan eventueel ook medicatie gegeven worden, bijvoorbeeld medicatie tegen de misselijkheid of antibiotica. Zodra u voldoende voeding krijgt via de sonde en medicatie door het infuus niet meer nodig is, wordt het infuus gestopt.
Als er een halsklierdissectie is gedaan, worden er in het wondgebied drains achtergelaten. Deze voeren het wondvocht af om zo de genezing van de wond te bevorderen. Het wondvocht wordt opgevangen in een afgesloten fles. Zodra de productie van de drains onder een bepaalde grens is worden de drains verwijderd.
Tijdens de operatie krijgt u een katheter (slangetje) in de blaas om nauwkeurig in de gaten te houden hoeveel u plast aangezien u veel vocht krijgt gedurende de operatie. Meestal wordt deze katheter in de eerste dagen na de operatie verwijderd.
De mondverzorging is erg belangrijk na de operatie. De arts bekijkt regelmatig uw mond en of de wond goed geneest. De mondhygiënist komt regelmatig bij u langs en u moet regelmatig de mond spoelen. In het begin is het nog niet toegestaan om de tanden te poetsen vanwege de grote kans op beschadiging in de mond. De mondhygiënist zal dit met u bespreken.
Na de operatie zitten er hechtingen in het wondgebied. Rondom de negende dag zullen deze worden verwijderd.
De dag na de operatie mag u in principe al uit bed. Samen met u wordt dagelijks besproken welke lichamelijke inspanning u mag doen. Dit zal elke dag verder worden uitgebreid. Na de operatie wordt u dagelijks bezocht door de fysiotherapeut voor ademhalingsoefeningen en hals/nekoefeningen.
In bijna alle gevallen kunt u na de operatie direct praten, alhoewel het mogelijk niet even makkelijk is als daarvoor. Een andere mogelijkheid is om te communiceren door het op te schrijven. De praktijk leert dat veel mensen hier snel aan wennen. De verpleegkundigen van de afdeling kunnen u hierbij helpen en zo nodig ook tips geven als u om welke reden dan ook moeilijk of helemaal niet kunt schrijven. In alle gevallen telt dat u niet moet aarzelen om uw problemen naar voren te brengen.
Gevolgen van de operatie
Stichting Klankbord is een contactgroep voor patiënten met kanker in het hoofd - halsgebied. Zij bieden ondersteuning aan (ex)patiënten bijvoorbeeld doormiddel van informatievoorziening en lotgenotencontact.
Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?
Ontslag en nazorg
Afhankelijk van de uitgebreidheid van de ingreep verblijft u 2- 14 dagen in het ziekenhuis. Na ontslag zult u langdurig onder controle blijven en regelmatig naar het ziekenhuis terug moeten voor een controlebezoek aan de oncologisch chirurg en tandarts. Uw afspraken met de logopedist, maatschappelijk werker en/of de diëtist zullen vervolgd worden op de poli. Daarnaast krijgt u bij ontslag een afspraak mee voor de verpleegkundige van het verpleegkundig oncologisch spreekuur (VOS.) Hier kunt u terecht voor vragen en problemen rondom uw ziekte en de behandeling. Het spreekuur vindt elke donderdag plaats op de poli KNO (zie hiervoor de folder van het VOS in uw behandelwijzer).
Gedurende de gehele opname komt u in contact met verschillende disciplines, het behandelteam. Met enkelen heeft u al kennis gemaakt op de poli en anderen ziet u op de dag van opname of pas na de operatie. Het behandelteam bestaat onder andere uit de volgende personen:
Kaakchirurg/ KNO arts / oncologisch chirurg
De oncologisch chirurg is degene die u gaat opereren en u zal vervolgen na de operatie. Voor de operatie komt de oncologisch chirurg bij u langs en kunt u eventuele vragen nog stellen.
Plastisch chirurg
Deze artsen kunnen (afhankelijk van de ingreep) deel uitmaken van het operatieteam. Ook zij zullen u dan vervolgen na de operatie.
Tandarts
De tandarts van het Centrum Bijzondere Tandheeldkunde is een tandarts die zich gespecialiseerd heeft in maxillo-faciale prothetiek. Na de operatie en eventuele bestraling zal hij of zij een behandelplan opstellen om de functie van de mond zo goed mogelijk te herstellen. Dit kan bijvoorbeeld door het vervaardigen van een nieuwe prothese of frameprothese al dan niet ondersteund door implantaten.
Zaalarts
De zaalarts is een KNO- arts of kaakchirurg in opleiding. Bij de zaalarts kunt u in eerste instantie terecht met uw vragen ten aanzien van de behandeling. Hij/zij zal zonodig de oncologisch chirurg inschakelen. De zaalarts is daarnaast verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op de afdeling en loopt dagelijks in de ochtend visite.
Verpleegkundige
De verpleegkundigen zullen tijdens de opname voor u zorgen. Verder heeft u voor en na de opname contact met de verpleegkundige van het oncologisch spreekuur waar u terecht kan voor vragen en problemen.
Co-assistent
Omdat u in een universitair medisch centrum wordt opgenomen zult u ook te maken krijgen met co-assistenten. Dit zijn studenten geneeskunde of tandheelkunde en zij lopen onder andere door de week mee met de artsenvisite.
Anesthesist
Op de polikliniek anesthesiologie heeft u de anesthesist al gesproken. Hij/zij bespreekt met u de narcose en zal aanwezig zijn bij de operatie. Het is mogelijk dat de anesthesist tijdens de opnamedag nog bij u langs komt.
Maatschappelijk werker
Tijdens de opname en de herstelperiode kunnen zich vele praktische en emotionele problemen voordoen, te denken valt aan vragen over de verzekering of aanvragen van thuiszorg. Ook de gevolgen voor u persoonlijk en voor uw directe omgeving kunnen ingrijpend zijn. Via de verpleegkundige kunt u in contact gebracht worden met de dienst maatschappelijk werk.
Diëtist
De diëtist geeft een voedingsadvies voor na de operatie. Later zal zij u ook, in overleg met de chirurg en de logopedist, begeleiden bij het kiezen van de juiste voeding.
Logopedist
Soms ondervindt u na de operatie hinder bij het spreken en/of slikken. Het is dan mogelijk dat tijdens de opname de logopediste bij u langs komt om u daarbij te begeleiden. Afspraken kunnen poliklinisch vervolgd worden.
Fysiotherapeut
De fysiotherapeut wordt na de operatie ingeschakeld om u te ondersteunen bij uw ademhaling en om u eventueel advies te geven bij het ophoesten. Daarnaast kan de fysiotherapeut u ondersteunen bij het bewegen en, als dat nodig is, oefeningen meegeven.
Geestelijke verzorging
In het ziekenhuis is de dienst geestelijke verzorging aanwezig. Bij opname komt een geestelijk verzorger kennismaken. Als u het op prijs stelt zal deze gedurende de opname met u aandacht besteden aan wat u bezighoudt. U kunt uiteraard ook bezoek van uw eigen geestelijk begeleider ontvangen
Mondhygiënist
Tijdens de opname maakt u kennis met de mondhygiënist. Hij/zij controleert de wond in de mond en geeft in samenspraak met de arts adviezen over de verzorging hiervan. Hij/zij vervolgt u ook poliklinisch na ontslag.
Contactgegevens van de betrokken poliklinieken
Belangrijke telefoonnummers
Polikliniek MKA 071 – 526 2371
Polikliniek KNO 071 – 526 8020
Verpleegkundig consulent hoofd-hals oncologie: 071-529 98 49/071-529 79 51 of contacthoofdhals@lumc.nl.