Wetenschappelijk onderzoek

Medisch wetenschappelijk onderzoek met mensen (proefpersonen)

Wanneer u gevraagd wordt deel te nemen aan medisch wetenschappelijk onderzoek krijgt u schriftelijk en mondeling uitleg over het onderzoek. Lees de schriftelijke informatie rustig door. Vraag uw arts of de onderzoeksmedewerkers om uitleg als u vragen heeft.

U krijgt voldoende bedenktijd om uw keuze te maken. Naast de informatie die u van uw eigen arts krijgt, kunt u ook algemene informatie over het meedoen aan onderzoek van de rijksoverheid nalezen. Er is bovendien altijd een onafhankelijk arts aan het onderzoek verbonden waaraan u uw vragen kunt stellen. Als u besluit mee te doen, vragen we u een toestemmingsverklaring te tekenen. Als u niet wilt meedoen, heeft dit geen gevolgen voor uw behandeling. Ook tijdens het onderzoek mag u zich bedenken en uw eerder verleende toestemming weer intrekken. Gegevens die de onderzoeker tijdens het onderzoek over u verzamelt, blijven geheim.

Medisch-wetenschappelijk onderzoek met medische gegevens en/of met lichaamsmateriaal

Naast medisch wetenschappelijk onderzoek met mensen worden er in het LUMC ook onderzoek op basis van dossieronderzoeken gedaan. De verzamelde medische gegevens en/of afgenomen lichaamsmateriaal worden dan door de onderzoeker ingezien. Ook dit onderzoek moet aan strikte voorwaarden voldoen. Voor de uitvoering van dit type onderzoek hoeft men u niet altijd apart om toestemming te vragen, bijvoorbeeld wanneer er geen herleiding is tot uw persoonlijke gegevens. Dit wordt beoordeeld door onze medisch ethische toetsingscommissie.        

Als u bezwaar heeft tegen het gebruik van uw verzamelde medische gegevens en/of uw lichaamsmateriaal voor wetenschappelijk onderzoek, dan kunt u dat doorgeven via de mail: verloskundestudies@lumc.nl. Uw gegevens zullen dan niet worden gebruikt.

U bent zwanger geworden door middel van eiceldonatie

DONOR-onderzoek
Als u zwanger bent geworden na eiceldonatie, kunt u mogelijk meedoen aan het DONOR-onderzoek. In dit onderzoek wordt gekeken hoe het afweersysteem de groei van de baby accepteert. Immunologisch is de situatie bij een zwangerschap door eiceldonatie te vergelijken met de situatie zoals bij een getransplanteerd orgaan. Het orgaan is lichaamsvreemd ten opzichte van de ontvanger. Bij uw eiceldonatiezwangerschap is uw groeiende baby lichaamsvreemd ten opzichte van u. Toch is het mogelijk dat deze zwangerschap in stand blijft, zonder dat er extra maatregelen genomen worden.

Als u meedoet aan het DONOR-onderzoek willen we onder andere graag uw bloed onderzoeken. Na de geboorte onderzoeken we uw placenta en navelstrengbloed. Dit doen we omdat we zo kunnen zien hoe uw afweersysteem is aangepast om deze zwangerschap in stand te houden.

Bent u benieuwd of u kunt meedoen? Bespreek dit dan met uw arts of verloskundige. Ook kunt u direct vrijblijvend contact opnemen met de onderzoeksmedewerkers van de afdeling verloskunde.

Lees verder over het DONOR-onderzoek (inclusief toestemmingsverklaring)

U bent bij een vorige zwangerschap vóór 34 weken bevallen

PC-onderzoek

Bent u bij uw vorige zwangerschap te vroeg bevallen doordat uw baarmoedermond niet goed werkte? Of is uw baarmoedermond tijdens deze zwangerschap verkort? Misschien is het nodig om uw baarmoedermond extra te ondersteunen. Dit kan met een bandje (cerclage) of een ring (pessarium) om de baarmoedermond. In het PC-onderzoek kijken we wat uw baarmoedermond het best ondersteunt en wat het minst ingrijpend is.

Bent u benieuwd of u kunt meedoen? Bespreek dit dan met uw arts of verloskundige. Ook kunt u direct vrijblijvend contact opnemen met de onderzoeksmedewerkers van de afdeling verloskunde.

U bent zwanger van een tweeling

Quadruple P-onderzoek

Bij een tweelingzwangerschap is de kans groter dat u te vroeg bevalt dan bij een eenlingzwangerschap. Het meten van de baarmoedermond (cervix) is hierin een belangrijke voorspellende waarde.  Als u wil, mag u daarom extra metingen van uw baarmoedermond laten uitvoeren tussen 16 en 22 weken zwangerschap. Wilt u deze extra meting? Meld dit dan bij uw volgende controle.

Wanneer uit de meting blijkt dat uw baarmoedermond korter is dan 38mm, wordt er nog geen standaardbehandeling aangeboden. Wel is er van twee verschillende behandelingen bekend dat ze effectief kunnen zijn in het voorkomen van een vroeggeboorte. In het landelijke Quadruple P-onderzoek wordt het effect van deze twee behandelingen met elkaar vergeleken. In dit onderzoek vergelijken wij een behandeling met progesteron capsules (vaginaal, 1 keer per dag) en een behandeling met een ondersteunende ring om uw baarmoedermond (pessarium) met elkaar.  

Bent u benieuwd of u kunt meedoen? Bespreek dit dan met uw arts of verloskundige. Ook kunt u direct vrijblijvend contact opnemen met de onderzoeksmedewerkers van de afdeling verloskunde.

U heeft zwangerschapsdiabetes

Sugar-dip-onderzoek

Als u zwangerschapsdiabetes heeft, krijgt u een dieet en beweegadviezen die helpen om uw bloedsuiker te verlagen. Wanneer deze adviezen onvoldoende helpen, is het nodig bloedsuikerverlagende medicijnen te gebruiken. Het medicijn insuline is op dit moment de gangbare eerste keus en wordt door middel van prikjes toegediend.

Naast insuline zijn er ook tabletten van een ander medicijn om de bloedsuikerspiegel te verlagen. Deze worden in het buitenland al langere tijd gebruikt voor de behandeling van zwangerschapsdiabetes. In het Sugar-dip-onderzoek kijken we of de behandeling van zwangerschapsdiabetes met de bloedsuikerverlagende tabletten Metformine net zo goed werkt als de behandeling met insuline.

Bent u benieuwd of u kunt meedoen? Bespreek dit dan met uw arts of verloskundige. Ook kunt u direct vrijblijvend contact opnemen met de onderzoeksmedewerkers van de afdeling verloskunde.

U bent opgenomen met weeën en tussen de 30-34 weken zwanger

APOSTEL 8-onderzoek

U bent opgenomen omdat u weeën heeft en/of omdat uw vliezen gebroken zijn tussen de 30 en 34 weken zwangerschap. U krijgt via een infuus medicijnen waarmee we proberen uw weeën voor twee dagen te remmen. Maar is dit eigenlijk wel zinvol? Is het niet beter om het spontane beloop van uw bevalling af te wachten? Dit is een vraag waar we in het landelijke APOSTEL 8-onderzoek antwoord op willen krijgen.

Als u meedoet, krijgt u tijdens uw ziekenhuisopname twee dagen een infuus met weeënremmende medicijnen óf een infuus met placebo (een niet-werkzaam middel). U en uw arts weten niet wat u krijgt. Wij vragen u twee keer een vragenlijst in te vullen. Vervolgens kijken we wanneer uw baby geboren wordt en of de baby bij de geboorte gezond is. Verder worden er geen aanvullende onderzoeken gedaan bij u of uw baby.

Bent u benieuwd of u kunt meedoen? Bespreek dit dan met uw arts of verloskundige.

EN - Read more about the APOSTEL 8 study
EN - Watch the video about the APOSTEL 8 study

Er is bij uw zwangerschap een TRAP-sequentie vastgesteld

TRAPIST-onderzoek

Bij uw tweelingzwangerschap is een Twin Reversed Arterial Perfusion (TRAP) sequentie (omgekeerde bloedomloop) vastgesteld waarvoor een behandeling is aangeboden. De behandeling die nodig is, bestaat uit het dichtmaken van bloedvaatjes naar de zo geheten co-twin.

Wanneer u in aanmerking komt en deelneemt aan dit onderzoek krijgt u deze behandeling. Door loting bepalen we of u de behandeling vroeg in de zwangerschap (tussen de 12-14 weken) of laat in de zwangerschap (tussen de 16-18 weken) ondergaat. Zo onderzoeken we wat het beste moment is om deze behandeling uit te voeren.

Mijn baby is (te) klein voor de zwangerschapsduur

DRIGITAT- Cohort-onderzoek

Is uw baby van nature klein, zonder groeibeperking? In het DRIGITAT- Cohort-onderzoek volgen we zwangere vrouwen met een kleine baby zonder dat er een groeibeperking lijkt te zijn. Hiermee hopen we in de toekomst een beter onderscheid te kunnen maken tussen gezonde kleine baby’s en baby’s die te klein zijn door een groeibeperking.

Wilt u ons bij dit onderzoek wil helpen? Dan vragen wij u of wij gegevens van u en uw baby mogen vervolgen en of we 1 buisje bloed bij u mogen afnemen. Bekijk het filmpje over het DRIGITAT-Cohort-onderzoek

DRIGITAT-randomisatieonderzoek

Is uw baby klein door een groeibeperking? In het DRIGITAT-randomisatieonderzoek kijken we of het beter is om baby’s die klein zijn door een groeibeperking eerder geboren te laten worden of juist niet.

Als u ons bij dit onderzoek wilt helpen, loten we of uw baby eerder geboren zal worden of dat de bevalling wordt afgewacht. Ook vragen wij u of we gegevens van u en uw baby mogen vervolgen en of we 1 buisje bloed bij u mogen afnemen.

Bent u benieuwd of u kunt meedoen? Bespreek dit dan met uw arts of echoscopist. Ook kunt u vrijblijvend contact opnemen met een van de onderzoeksmedewerkers van de afdeling verloskunde. Bekijk het filmpje over het DRIGITAT-randomisatie-onderzoek

HEARTTS studie

In het LUMC wordt er onderzoek gedaan naar gecompliceerde eeneiige tweelingzwangerschappen. Eén van de problemen die specifiek voorkomt bij eeneiige tweelingen is het Tweeling Transfusie Syndroom (TTS).

Bijna 70% van de eeneiige tweelingen delen één placenta, de zogenoemde monochoriale tweelingen. Over het gemeenschappelijke placentaoppervlak lopen bloedvatverbindingen tussen de foetussen. Als de bloedstroom in de bloedvaten voornamelijk in één richting gaat, kan het Tweeling Transfusie Syndroom (TTS) optreden. Hierdoor ontstaat er bij de ene foetus (de donor) een tekort aan bloed en krijgt andere foetus (de ontvanger) teveel bloed.

HEARTTS-studie

Door overbelasting van het hart van de ontvanger wordt het hart groter en worden de wanden van het hart dikker. Dit zijn problemen die na een succesvolle TTS-behandeling in het overgrote deel van de kinderen bij de geboorte niet meer aanwezig zijn. Een klein deel van deze kinderen ontwikkelt echter een probleem met de longslagader. Door verdikking van de hartspier wordt de doorstroming van bloed over de longslagader-klep belemmerd. In het LUMC wordt er in de HEARTTS-studie onder andere onderzocht waarom en bij welke kinderen dit probleem ontstaat.

Foetale Therapie

Een aantal ziekten of aandoeningen van het ongeboren kind kan al voor de geboorte behandeld worden. Het LUMC is het nationale kennis- en verwijscentrum voor invasieve behandeling van het ongeboren kind.

Informatie over foetale aandoeningen, behandelingen en lopend onderzoek zijn voor zowel patiënten als zorgverleners terug te vinden op de website van FetusNed.

FetusNed is een samenwerkingsinitiatief van de universitaire centra in Nederland op het gebied van foetale therapie.

Voortplantingsimmunologie

Heeft u zich wel eens afgevraagd waarom een zwangerschap niet wordt afgestoten, terwijl dit wel kan gebeuren bij een getransplanteerd orgaan? De genetische verschillen tussen moeder en kind zijn te vergelijken met de genetische verschillen tussen de orgaandonor en orgaanontvanger. In het LUMC is er een actieve onderzoeksgroep die deze vraag bestudeerd.

Zwangerschap is een bijzonder fenomeen. De moeder is zwanger van een foetus die voor de helft lichaamsvreemd is. Een gezonde zwangerschap houdt 9 maanden stand. Gedurende deze 9 maanden vindt er geen afstoting plaats. De foetus bestaat voor de helft uit genen van de vader en voor de helft uit genen van de moeder. Er zijn zwangerschappen waarbij de foetus totaal lichaamsvreemd is ten opzichte van de moeder. Dit is het geval bij eiceldonatiezwangerschappen.

Eiceldonatiezwangerschappen

Bij een eiceldonatiezwangerschap kan de baby totaal lichaamsvreemd zijn ten opzichte van de moeder. In deze situatie is de moeder namelijk zwanger van een baby, die vaderlijke genen en genen van de eiceldonor bij zich draagt. Moederlijke genen worden niet doorgegeven aan de foetus. Deze zwangerschappen gaan gepaard met meer complicaties. Het is mogelijk dat het grote genetische verschil tussen moeder en kind leidt tot een gestoorde ontwikkeling van de moederkoek. Deze gestoorde ontwikkeling van de moederkoek kan weer meer zwangerschapscomplicaties geven. Bij eiceldonatiezwangerschappen komt bijvoorbeeld vaker een hoge bloeddruk voor, of zwangerschapsvergiftiging.

In het LUMC doen we veel onderzoek naar het moederlijke afweersysteem bij deze zwangerschappen. Ook werken we in een landelijk netwerk samen om meer te weten te komen over de zwangerschapsimmunologie: VoortplantingsImmunologie Nederland (VINed).

Ziekte van de moeder

We doen in het LUMC wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van de zwangerschap op de gezondheid van vrouwen. Hiermee proberen we uit te vinden hoe we vrouwen met een onderliggende ziekte van bijvoorbeeld hart of nieren betere zorg kunnen bieden. Maar ook hoe we zwangerschapsgerelateerde ziekten in voorheen gezonde vrouwen beter kunnen voorkomen of behandelen.

Een voorbeeld van zo’n zwangerschapsziekte is preëclampsie (zwangerschapsvergiftiging). Samen met de afdeling nierziekten proberen we vroeg in de zwangerschap voorspellers of nieuwe behandelopties voor preëclampsie te ontdekken. Verder doen we onderzoek naar het voorkomen, voorspellen en behandelen van ernstig bloedverlies rond de bevalling, samen met bloedbank Sanquin en de afdeling klinische epidemiologie.

Daarnaast coördineren we onderzoek op nationaal en internationaal niveau naar vrouwen die zeer ernstig ziek zijn geworden door de zwangerschap of zelfs zijn overleden, om dergelijke calamiteiten in de toekomst verder terug te dringen. Dit doen we samen met onder andere de Auditcommissie Maternale Sterfte en Ernstige Morbiditeit (nationaal) en de Universiteit van Oxford en het International Network of Obstetric Survey Systems (internationaal).

REMI III-studie

De REMI III-studie onderzoekt welke kenmerken van de vader invloed kunnen hebben op het krijgen van miskramen. Er is nog weinig bekend over mogelijke oorzaken bij de man. U kunt aan dit onderzoek deelnemen als er bij u sprake is van herhaalde miskramen en er geen onderliggende oorzaak wordt gevonden.

Deelname houdt in dat u een digitale vragenlijst invult, die met name gaat over leefstijlfactoren. Daarnaast vragen we eenmalig om bloed en sperma van de man. Uiteindelijk hopen we door dit onderzoek de kans op een succesvolle zwangerschap voor paren met herhaalde miskramen beter te kunnen voorspellen.

Alife 2 studie – afgerond

De Alife 2-studie is een onderzoek naar de invloed van toediening van een dagelijkse lage dosering antistolling (heparine-injecties) ter verkleining van de kans op een miskraam bij vrouwen met herhaalde miskramen (2 of meer) en een vorm van erfelijke trombofilie (neiging tot verhoogde bloedstolling).

Dit onderzoek is inmiddels afgerond. Momenteel is het studieteam de resultaten aan het analyseren.

SUPPORTDIFF studie – afgerond

Met dit vragenlijst-onderzoek willen we erachter komen hoe stellen met herhaalde miskramen de ondersteunende zorg ervaren die hen wordt aangeboden op de polikliniek herhaalde miskramen. We kijken of er verschillen zijn in voorkeuren tussen vrouwen en mannen. We hopen uiteindelijk de zorg voor stellen met herhaalde miskramen te verbeteren en beter af te stemmen op de voorkeuren van zowel vrouwen als mannen.

Deze studie is inmiddels afgerond.