Stage in Japan

“Het is work hard, play hard”

8 mei 2025
leestijd
Een andere werkcultuur, leren over verschillen in de zorg en uiteindelijk een gevoel van heimwee naar een plek waar ze niet eerder was geweest. Oud-masterstudent Health, Ageing and Society Yuan Boonacker deed haar afstudeeronderzoek in Nagasaki, Japan. Nu opent ze haar koffer met ervaringen.

Yuan en professor Nagata tijdens hun bezoek aan de Goto-eilanden.

Yuan en professor Nagata tijdens hun bezoek aan de Goto-eilanden.

Waarom koos je voor een stage in het buitenland?

“Tijdens mijn bachelor ben ik naar Italië geweest, waar ik een geweldige tijd heb gehad. Toen ik hoorde dat een buitenlandervaring ook een mogelijkheid was tijdens mijn master Health, Ageing and Society (HAS), dacht ik: dit wil ik! Tijdens de master houden we ons bezig met verschillende aspecten van ouder worden. Daarnaast heb ik zelf een grote interesse in ouderenzorg. Het is algemeen bekend dat in Japan relatief veel oude mensen wonen. Dus een stage in Japan sloot goed aan.”

Je vond de ervaring echt een toevoeging aan je studie. Waar zat dat hem in?

“Ik vond het heel bijzonder om te zien hoe de zorg in Japan is geregeld. Ze zijn erg van ‘voorkomen is beter dan genezen’. In Japan worden mensen vanaf middelbare leeftijd uitgenodigd voor uitgebreide gezondheidscontroles, variërend van spierkrachtmetingen tot borstonderzoek en zelfs tandheelkundige checks. Deze controles zijn grotendeels gesubsidieerd en gericht op het vroegtijdig opsporen van aandoeningen om latere zorgkosten te beperken. Veel Japanse bedrijven verplichten hun werknemers om deel te nemen aan jaarlijkse gezondheidschecks. Opvallend is ook dat er in Japan nauwelijks wachtlijsten zijn. Bovendien kunnen mensen zonder tussenkomst van een huisarts direct een specialist bezoeken, bijvoorbeeld een cardioloog. Japanners maken hier doorgaans verstandig gebruik van; ze nemen pas contact op met een specialist als ze daar echt een reden voor hebben.”

Je werkte mee aan onderzoek naar ouderen op de Goto-eilanden, waar deed je precies onderzoek naar?

“Ik hielp mee aan onderzoek naar de relatie tussen leefstijlgewoontes en biomarkers (meetbare indicatoren van een biologische toestand of conditie) op de medische zorgkosten onder ouderen op de afgelegen Goto-eilanden. Hier is meer dan 40% van de bewoners 65 jaar of ouder. Zij hebben geen fastfoodrestaurants op het eiland. Daarnaast zijn de Goto-eilanden erg bergachtig waardoor de bewoners van de eilanden vanzelf actief in beweging blijven. Japanners hebben thuis ook tafels en stoelen, maar vooral de oudere generatie gebruikt nog de traditionele tatami-matten met lage tafels waardoor ze veel gebruikmaken van eigen balans. Tijdens mijn opdracht analyseerde ik bestaande data en maakte hieruit mijn scriptie. Die data waren overigens allemaal in het Japans, maar gelukkig heb je tegenwoordig veel vertaalmogelijkheden. Daarnaast nam ik een goede basiskennis mee vanuit Leiden over hoe je statistische analyses uitvoert. Dat maakte het goed te doen.”

“Wat ik het allerleukst vond, was dat mijn begeleider, professor Nagata, mij ook meenam naar de Goto-eilanden. We bezochten een verzorgingshuis en gingen bij oudere mensen thuis op bezoek voor monitoring van de gezondheidsstatus. Het was mooi om te zien hoe deze mensen hier leven!”

Wat waren je verwachtingen vooraf? En zijn deze uitgekomen?

“Voordat ik naar Japan ging, hoorde ik van veel mensen in Nederland dat de mensen in Japan heel hard werken en vrij gesloten waren. Dat van het harde werken is waar, al had ik het idee dat ze mij als uitwisselingsstudent vooral ook veel van het land wilden laten zien. Die gesloten houding heb ik niet ervaren. Ze zijn ontzettend behulpzaam. Zo wilde ik graag extra lessen volgen in Tropical Medicine. Binnen de kortste keren had mijn professor dat geregeld.”

“Tegelijkertijd is het ook ‘Work hard, play hard.’ De afstand tussen de professor en de onderzoeksgroep is klein. Ze zijn heel nauw betrokken bij elkaar. Daarnaast drinken ze na het werk nog drankjes met elkaar. Het is hier vanzelfsprekend dat je hier bij bent, een soort sociale norm. Dat is misschien niet iets wat iedereen leuk zou vinden, maar ik vond het juist heel gezellig. Ik zie niet snel voor me dat dit in Nederland op wekelijkse basis plaatsvindt.”

Hoe was de begeleiding vanuit Leiden?

“De begeleiding vooraf was super! De stagecoördinator van HAS, Carla Bakker, heeft veel geregeld en de opleidingsdirecteur Jacobijn Gussekloo heeft mij met het vaststellen van de onderzoeksdoelen geholpen. In Japan werd ik meer losgelaten, buiten enkele incheckmomenten met andere HAS-studenten die op stage waren in het buitenland.”

Wat neem je mee uit je ervaring in Japan?

“Ik heb geleerd om zelf initiatieven te nemen en assertiever te zijn. Toen ik aankwam, vierden veel Japanners de Golden Week (een periode waarin vier feestdagen binnen een periode van zeven dagen vallen). Veel studenten en collega’s waren dan ook vrij en bij familie. Toen dacht ik wel even ‘Wat doe ik hier?’. En dat terwijl ik op social media mijn hockeyteam in Nederland gezellig samen zag spelen. Dat gevoel heeft zo’n anderhalve week geduurd. Daarna kwam het normale leven weer op gang en probeerde ik nieuwe dingen uit. Zo ging ik drie keer in de week volleyballen bij het universiteitsteam en ontmoette ik mensen in een spelletjescafé. Ik kreeg steeds meer contact en maakte vrienden. Daarnaast leerde ik beter om zelf ideeën aan te dragen tijdens mijn stage. Ik kon het goed vinden met mijn professor, dus we konden hier goed over praten.”

Hoe zou je jouw tijd in Japan omschrijven?

“Er is een Welsh woord dat mijn tijd in Japan perfect omschrijft: Hiraeth. Het woord heeft niet direct een Engelse vertaling, maar het omschrijft een gevoel van heimwee naar iets dat is geweest. Door de fijne tijd die ik heb gehad, heb ik besloten om na acht maanden weer terug te gaan naar mijn vrienden van daar. Dat zegt volgens mij al meer dan genoeg.”

Samenwerking tussen HAS en Nagasaki

Tussen Nagasaki en de Universiteit Leiden bestaat al een hele lange samenwerking, die terugvoert naar de tijd van de Nederlandse handelspost op Dejima bij de haven van Nagasaki. Van 1641 tot 1859 waren Nederlanders de enige buitenlanders die handel mochten drijven met Japan. De master HAS onderhoudt een intensieve samenwerking met Nagasaki University. Afdelingen van deze universiteit doen veel onderzoek naar ouderen. In 2017 ging de eerste HAS-student voor een stage over de biologie van veroudering naar Nagasaki. In de jaren erna volgden vijf andere HAS-studenten. Zij leerden veel over het ouderenonderzoek op de Goto-eilanden en genoten van de Japanse cultuur. Voor hen was dit een waardevolle ervaring.

Op onderstaande afbeelding: Yuan met professor Nagata (links) en de decaan van de medische faculteit van Nagasaki University, professor Ikematsu.

 

Strategie-Banner-Samen met de regio.png