“Een kwartier later belde mijn collega weer: ‘Het gaat nu echt heel slecht!’”
&width=710&height=710)
“Op een dinsdag in februari kreeg mijn collega rond 12 uur een telefoontje van de intensivist uit Alrijne. Op hun intensive care lag een patiënt met een ernstige longinfectie. Hij had moeite met ademhalen en had misschien een hart-longmachine nodig. Het LUMC is één van de twee ziekenhuizen in de regio die deze zorg kan bieden. Mijn collega vroeg aan mij: ‘Moeten wij deze patiënt overnemen?’
“Het ging om een man van begin vijftig, die nooit ernstig ziek was geweest. Hij had ‘gewoon’ de griep, maar het ging snel slechter. Die ochtend was hij aan de beademing gelegd en hij kreeg 100% zuurstof, maar dat hielp niet genoeg. De volgende stap was een hart-longmachine om hem goed te behandelen. ‘Laten we de patiënt overnemen’, zei ik.
“De arts van Alrijne belde de mobiele intensive care unit (micu): een speciale ambulance voor intensive care-patiënten. Terwijl de micu onderweg was, werd de patiënt steeds zieker. Zijn zuurstofgehalte in het bloed daalde van 90% naar 80%, soms zelfs naar 70%. Na een halfuur zei mijn collega: ‘Alrijne belt weer. Het gaat steeds slechter met de patiënt.’ En een kwartier later: ‘Het gaat nu echt heel slecht!’”
‘Oké, we gaan!’
“We hadden drie keuzes. De patiënt in Alrijne laten, omdat hij te ziek was om veilig vervoerd te worden. De patiënt met de micu naar het LUMC brengen en hopen dat hij het transport zou overleven. Of met ons nieuwe mobiele ECMO-team naar Alrijne gaan om de patiënt daar te helpen. Ik koos voor de derde optie en zei: ‘Oké, we gaan!’
“Het mobiele ECMO-team was net gestart en dit was onze eerste patiënt. ECMO betekent Extra Corporate Membraam Oxygenatie, oftewel een hart-longmachine. Als een patiënt te ziek is om naar het LUMC te komen, gaat ons team naar de patiënt toe. Het team bestaat uit een interventiecardioloog, een intensivist en een perfusionist die de hart-longmachine bedient.
“Binnen een half uur na het laatste telefoontje gingen we op pad. We namen de hart-longmachine en andere apparatuur mee. Gelukkig was het rustig op de weg en weer een kwartier later kwamen we bij Alrijne aan. We gingen meteen naar de intensive care, waar we met het team van Alrijne afstemden wie wat zou doen. Wij zouden de hart-longmachine aansluiten, zij bleven verantwoordelijk voor de patiënt.”
Zuurstofwaarde steeg na één minuut
“Het aansluiten van de hart-longmachine was risicovol, omdat de patiënt op zijn buik lag. We draaiden de patiënt terug op zijn rug en de interventiecardioloog plaatste twee buizen in de lies en in de hals. Door de ervaring die wij als team hebben, ging dit razendsnel. De perfusionist koppelde de buizen aan de hart-longmachine en zette die aan. Als intensivist hield ik, samen met mijn collega van Alrijne, de conditie van de patiënt nauwlettend in de gaten.
“De machine begon te draaien en pompte bloed door de kunstlong. Donker, zuurstofarm bloed kwam uit de patiënt en helderrood bloed ging terug. Normaal stijgt de zuurstofwaarde dan snel naar 100%, maar nu duurde het langer. Samen met de perfusionist checkten we of de hart-longmachine wel goed functioneerde: ‘Werkt de kunstlong wel goed? Is er genoeg bloeddoorstroming?’ Na een minuut steeg eindelijk de zuurstofwaarde. Gelukkig, iedereen kon weer ontspannen.
“Ik sprak met de familie en vertelde dat de man nu stabiel genoeg was. Hij kon naar het LUMC gebracht worden, waar hij de benodigde ECMO-zorg kon krijgen. We maakten alles schoon, legden de patiënt op de brancard en het micu-personeel bracht hem veilig naar ons ziekenhuis.”
Herstel longfunctie
“Een uur later lag de patiënt op onze intensive care. Zonder het mobiele ECMO-team had hij het mogelijk niet overleefd. Bij ons kreeg hij dezelfde behandeling als andere patiënten aan de hart-longmachine. De eerste dagen lieten we de machine rustig doorwerken. De machine ondersteunde de longen, zodat die konden herstellen. We gaven antibiotica en gebruikten een drain om een klaplong te behandelen.
“Ook de ECMO-zorg in het LUMC is teamwork. Elke ochtend loopt een intensivist samen met een verpleegkundige en een perfusionist langs alle patiënten die aan een hart-longmachine liggen. Als het nodig is, loopt een cardioloog of longarts mee. Gespecialiseerde verpleegkundigen controleren elke dag hoe de longen herstellen. Gaat het veel beter met de longen, dan doen we een test om te zien of de patiënt zelf kan ademen.”
Terug naar Alrijne
““Bij deze man zagen we vrij vlot verbetering. Na tien dagen werd hij weer een beetje wakker. Na twee weken kon de patiënt weer zelf ademen en werd de hart-longmachine weggehaald. Hij werd aan een beademingsapparaat teruggebracht naar Alrijne. Daar droegen we de zorg over aan hun intensive care-team. Zo doen we het altijd: het LUMC heeft een academische functie en moet daarvoor capaciteit vrijhouden. De zorg is in Alrijne net zo goed, dus verder herstel van de patiënt kan ook daar plaatsvinden.
“Later vroeg ik een collega in Alrijne hoe het met de patiënt ging. Hij vertelde dat de man na een paar dagen van de intensive care naar een gewone afdeling was gegaan. Hij mocht daarna al snel het ziekenhuis verlaten om verder te revalideren.
“Voor mij was dit een bijzonder moment: het was gelukt! Ik werk nu vijf jaar als intensivist en wilde al die tijd een mobiel ECMO-team starten. Door onder andere corona duurde het langer, maar in februari werd het team eindelijk werkelijkheid. Ik vind dat iedereen met ernstige ademhalings- of ciculatieproblemen goede hart-longzorg moet krijgen. Of je nu in het LUMC, Alrijne of een ander ziekenhuis in de regio ligt. Het is geweldig dat ons mobiele ECMO-team er nu is en dat we deze eerste patiënt meteen hebben kunnen helpen.”