Waarom verbreding van perspectief van belang is voor de arts in spé
&width=710&height=710)
Welk onderwijs geef je?
“Een blok dat ik in de bachelor van de geneeskundeopleiding geef, is de halve minor Global Health Cuba. Kwalitatief onderzoek vormt hierbij een belangrijk onderdeel van het onderwijs. Dit is onderzoek waarbij je gegevens verzamelt die minder goed uit te drukken zijn in cijfers. Dat kan bijvoorbeeld gaan om ideeën of ervaringen. Naast dat ik dit onderwijs in deze halve minor geef, verzorg ik het ook in ander onderwijs. Bijvoorbeeld bij de Opleiding tot Specialist Ouderengeneeskunde (SOOL) en bij de Graduate School voor onze promovendi. Ook begeleid ik masterstudenten en promovendi. Onderzoeken richten zich bijvoorbeeld op onderwijs over ouderengeneeskunde tijdens coschappen of etnografisch onderzoek bij verpleegkundig personeel.”
“Bovendien ben ik betrokken bij onderwijs over diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid. Hierbij gaan we onder andere in op het communiceren met mensen met een andere culturele achtergrond. Ik richt me vooral op het culturele aspect van diversiteit, want wat mij betreft is cultuur de basis van waaruit we ‘opereren’. Alles wat je doet of denkt, doe je grotendeels vanuit een bepaalde culturele invalshoek. Vragen die we voorleggen om mee aan de slag te gaan in de colleges, zijn: ‘Wie ben ik?’, ‘Wie is de ander?’ en ‘Hoe leg ik de relatie tussen mezelf en de ander?’. Deze vragen zijn belangrijk om te ontdekken wie de student(e) zelf is, maar ook voor een arts-patiëntrelatie zijn dit relevante vragen. Ik heb ook weleens studenten die zeggen ‘Ik heb helemaal geen cultuur.’ Dat is heel interessant, want we zijn allemaal cultuurdragers. Daar reflecteren we op in de tijdens de werkgroepen.”
Je bent coördinator van de halve minor Global Health. Wat leren studenten in deze halve minor?
“Het belangrijkste uitgangspunt is verbreding van perspectief. Zowel op persoonlijk als op wetenschappelijk niveau. Ook leren ze meer over publieke gezondheidszorgsystemen. De halve minor werkt al jaren samen met een medische universiteit in Havana. Studenten krijgen tijdens de halve minor de mogelijkheid om vier weken op Cuba onderzoek te doen. Daarbij krijgen ze elke week onderwijs over een ander thema. Ze lopen ook mee in een gynaecologisch ziekenhuis of huisartsenpraktijk, of bezoeken ouderen in een dagopvang. Ze leren dus veel over een andere cultuur en hoe het zorgsysteem ergens anders in elkaar zit. Voor studenten is het een hele ervaring. Ze zijn ver weg van familie en vrienden en hebben vaak geen internet. In die paar weken maken ze door deze factoren ook een persoonlijke groei door.”
“Daarnaast ontwikkelen ze zich op wetenschappelijke gebied. Over het algemeen is onderzoek in de medische wereld nog vaak kwantitatief gericht, op het verzamelen van cijfers en feiten. Tijdens de minor doen ze in duo’s kwalitatief onderzoek. Ze interviewen of observeren mensen, of delen bijvoorbeeld dagboekjes uit om onderzoeksgegevens te verzamelen. Die gegevens analyseren ze dan ook ter plekke. Voor onderzoeksthema’s valt te denken aan: publieke gezondheid, moeder- en kindzorg, roken en alcohol, en meer. Daarbinnen kiezen ze zelf een onderwerp dat ze aanspreekt.”
Je bent zelf van huis uit wetenschapper die de culturele diversiteit van de mens bestudeert (antropologe). Wat is jouw drijfveer om medische studenten hier iets over bij te brengen?
“Ik heb altijd een verlangen naar het vergroten van beter begrip tussen mensen. Als we meer van elkaar weten, dan zouden we elkaar toch ook beter kunnen begrijpen? Ook in de medische wereld gaat dat nog niet altijd goed. Bijvoorbeeld als een patiënt niet gehoord is of zich niet gehoord voelt. Of in het onderwijs, bijvoorbeeld als een arts in opleiding tot specialist onjuist is beoordeeld, omdat diegene niet is begrepen. We hebben niet allemaal dezelfde achtergrond. Ik zoek naar de openingen en de mogelijkheden tot verbreding van perspectief. Dit kan bijdragen aan het vergroten van onderling begrip. Dat is onmisbaar om een goede gezondheidsprofessional te worden.”
Hoe help je iemand die een les of opdracht lastig vindt?
“Soms heb je studenten die kwalitatief onderzoek erg moeilijk vinden. Kwantitatief onderzoek is vaak meer gestructureerd. Kwalitatief onderzoek vraagt om creativiteit en aanpassingsvermogen. Je kunt het nog zo goed uitdenken, maar in de praktijk zijn misschien wel andere vragen nodig dan je van tevoren had bedacht. Of dat je bedacht had mensen te betrekken die je in de praktijk helemaal niet kunt betrekken. Dat kan onzekerheid met zich meebrengen. Het is dan als docente belangrijk dat je vragen stelt en de student(e) zelf met oplossingen laat komen. Daarbij wil je een student(e) zo goed mogelijk ondersteunen, stimuleren en laten zien wat wel goed gaat. Aan de hand hiervan help je diegene weer op weg.”
Tot slot, waarom ben je docent?
“Ik kan veel kwijt in het docentschap. Mooi is dat ik onderwijs en onderzoek kan combineren in de (werk)colleges en begeleiding. Daarnaast vind ik de onderwijsrelatie tussen docente en student(e), promovendus/a of arts in opleiding tot specialist, heel leuk. Ik hoop dat ik wat kan bewerkstelligen in de ander en kan bijdragen aan kennisvermeerdering. Bovendien groeit mijn kennis ook elke dag. Samen met collega’s denk ik na over hoe je wat overbrengt en op welke manier. Het verbreden van perspectief is iets waar ik in mijn loopbaan altijd aan heb willen werken. Dat kan in het onderwijs heel goed.”
In ‘Daarom docent’ zijn onze docenten aan het woord. Mensen uit het vak die zich elke dag inzetten voor onze toekomstige zorgprofessionals. Uiteraard met uitdagingen, maar vooral met heel veel plezier.