Patiëntenfolder

Prenataal array-onderzoek

In deze folder vindt u informatie over Informatie prenataal array-onderzoek. Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u deze altijd stellen via onderstaand contactadres.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Klinische Genetica.

Onze zorg

Wat is Prenataal array-onderzoek?

Wat zijn chromosomen?  

In al onze cellen zitten chromosomen. Ieder mens heeft 23 paar chromosomen, 46 chromosomen in totaal. Van ieder chromosomenpaar, is 1 chromosoom afkomstig van de moeder, de andere van de vader. Chromosoomafwijkingen ontstaan door afwijkingen in de structuur of het aantal chromosomen.  Kinderen met een chromosoomafwijking hebben te veel of te weinig erfelijk materiaal. Dit geeft een kans op lichamelijke afwijkingen en/of een verstandelijke beperking. 

Chromosomen zijn de dragers van erfelijke eigenschappen, genen, en zijn opgebouwd uit DNA (het erfelijk materiaal). Een gen is een afgebakend stuk DNA op een chromosoom, dat in de volgorde van nucleotiden de informatie bevat voor één of meerdere specifieke eiwitten. Je kunt ook zeggen dat het gen codeert voor het eiwit. Een eiwit kan een erfelijke eigenschap tot uiting brengen, zoals bloedgroep of oogkleur (voor meer informatie zie allesoverdna.nl en erfelijkheid.nl).

Figuur 1. Een normaal mannelijk karyogram als resultaat van het chromosomenonderzoek

Waarom doen we dit onderzoek/deze behandeling?

Onderzoek in vlokken of vruchtwater bij echo afwijkingen  

U bent zwanger en bij echoscopisch onderzoek zijn afwijkingen bij uw ongeboren kind gezien. Soms worden echo-afwijkingen veroorzaakt door een chromosoomafwijking bij het kind. Het vaststellen van een chromosoomafwijking kan helpen bij het stellen van de diagnose. Voor sommige ouders is het belangrijk voor keuzes over het voortzetten van de zwangerschap. Het kan ook van belang zijn voor de keuze waar en hoe u gaat bevallen. 

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

Hoe wordt het onderzoek in het laboratorium uitgevoerd?  

Op het erfelijk materiaal, verkregen uit de vlokken of het vruchtwater, worden twee onderzoeken gedaan:

1. De aneuploïdie-bepaling
De aneuploïdie-bepaling spoort de meest voorkomende chromosoomafwijkingen op, zoals het syndroom van Down (trisomie 21). Er wordt met deze techniek alleen het aantal van chromosomen 13, 18, 21 en de geslachtschromosomen X en Y vastgesteld. De andere chromosomen worden niet onderzocht. 

2. Het array-onderzoek
Met deze techniek worden alle chromosomen onderzocht en is het mogelijk om kleine chromosoomafwijkingen te ontdekken. Bij het array onderzoek wordt het DNA van het ongeboren kind vergeleken met DNA van gezonde mensen. Verspreid over al het genetisch materiaal worden hiervoor meer dan 2.500.000 meetpunten bekeken. Hierdoor is nauwkeurig te bepalen of er stukjes ontbreken of extra aanwezig zijn van het erfelijk materiaal.  Met het bloed van beide a.s. ouders wordt ook een array onderzoek gedaan om de normale variaties in het erfelijk materiaal te kunnen vergelijken en daarmee de uitslag van de foetus goed te kunnen beoordelen. In het voorbeeld hieronder worden resultaten van het array onderzoek voor een stuk van de korte arm van chromosoom 8 getoond. In rood wordt verlies van chromosoommateriaal (deletie) aangegeven en in blauw een extra kopie van chromosoommateriaal (duplicatie) aangegeven. Dit soort deleties of duplicaties hebben vaak grote gevolgen voor de gezondheid van het ongeboren kind. De gevolgen voor het kind hangen af van de plek en de grootte van de duplicatie of deletie. Wanneer dit het geval is, wordt u daarover geïnformeerd door een klinisch geneticus.

Hoewel dit onderzoek kleine veranderingen in chromosomen kan detecteren, is het niet staat om veranderingen op gen-niveau (nucleotidenniveau) te detecteren. Een willekeurig voorbeeld van een aandoening die wel door afwijkend gen veroorzaakt wordt, maar niet met array onderzoek te detecteren is, is bv taaislijmziekte.


Figuur 2. Voorbeeld van een deletie (rood) en duplicatie (blauw) op chromosoom 8 dat met array-onderzoek is gevonden

Wanneer krijgt u de uitslag?

Wanneer kunt u de uitslag verwachten?  

De uitslag van de aneuploïdie-bepaling ontvangt u in het algemeen binnen vier werkdagen. De uitslagtermijn van het array-onderzoek is maximaal 3 weken. Bij een afwijkende uitslag van het array-onderzoek bij het ongeboren kind, wordt u een gesprek bij de klinisch geneticus aangeboden voor verdere uitleg.  

Mogelijke uitslagen van het array-onderzoek  

Een normale uitslag. Dit betekent dat de erfelijke informatie in de juiste hoeveelheid aanwezig is. Een normale uitslag sluit een erfelijke aandoening niet geheel uit, want veranderingen in de   erfelijke eigenschappen (genen) zelf kunnen niet worden opgespoord.

Een afwijkende uitslag, die een verklaring is voor de echo-afwijkingen. De gevolgen van deze afwijkende uitslag zal met u besproken worden.

Een afwijkende uitslag, die geen verklaring is voor de echo-afwijkingen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • Een afwijkende uitslag die geen verklaring is voor de echo-afwijking, maar wel van belang is voor de gezondheid van het ongeboren kind en de familie. Het gaat dan om afwijkingen met een bekende betekenis. Een voorbeeld is een afwijking die een verstandelijke beperking tot gevolg heeft of dragerschap van een ernstige spierziekte bij jongens. Het kan hierbij gaan om afwijkingen die geërfd zijn van één van de a.s. ouders.  
  • Een afwijkende uitslag die geen verklaring is voor de echo-afwijking, en waarvan de betekenis nog niet bekend is. Aangezien het array-onderzoek relatief nieuw is en erg gevoelig, bestaat er een kans dat er een afwijking wordt gevonden waarvan weinig bekend is in de medische literatuur. Soms wordt er een afwijking aangetoond die niet eerder gevonden is. Daardoor is het moeilijk om te bepalen of deze afwijking medische problemen kan veroorzaken. In deze gevallen zal de klinisch geneticus met u bespreken wat er wel bekend is. Mocht de afwijking ook gevonden worden bij één van de a.s. ouders en is deze ouder gezond, dan is dat vaak geruststellend. Dit is de reden dat bij dit onderzoek bloed van beide a.s. ouders wordt gevraagd. Het is mogelijk dat de betekenis van een bepaalde afwijking nu niet duidelijk is maar door toename van kennis in de toekomst wel. 
Nazorg

Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?

Wat wordt er in het laboratorium bewaard?  

Na het onderzoek blijft meestal erfelijk materiaal over. Dit wordt bewaard in het laboratorium voor eventueel onderzoek bij uw kind in de toekomst. 

De uitslagen van het array-onderzoek worden vergeleken met de echo-afwijkingen. Dit is van belang voor een goede interpretatie van de uitslagen. Deze gegevens worden bewaard en worden anoniem gebruikt om steeds meer te leren over de nieuwe analysetechnieken. 

Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u deze stellen aan uw gynaecoloog of klinisch geneticus.