Patiëntenfolder

PTA en/of stentplaatsing

U hebt een afspraak voor een PTA en/of stentplaatsing op de afdeling Radiologie. In deze folder krijgt u meer informatie over wat een PTA en stentplaatsing inhoudt.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Hematologie; Oncologie;

Onze zorg

Wat is PTA en/of stentplaatsing?

U hebt last van een vernauwing in een slagader in uw bekken of in uw benen. Door deze vernauwing of afsluiting ontstaat er een zuurstoftekort van de benen en krijgt u klachten.   

De vernauwing proberen we op te heffen met een PTA, ook wel ‘dotterprocedure’ genoemd. We blazen dan een ballonnetje op ter hoogte van de vernauwing, zodat het bloedvat weer open komt te staan. Als dit niet het gewenste resultaat geeft, kan er een buisje (stent) in het vernauwde deel van het bloedvat worden geplaatst. 

Voorbereiding

Hoe kunt u zich voorbereiden?

Kleding 

Het is voor u en voor onze medewerkers prettig wanneer u kleding aan hebt waarin u zich makkelijk kunt bewegen en die u makkelijk aan en uit kunt trekken.   

Opname  

Van uw behandelend arts hebt u gehoord dat u voor deze ingreep een dag wordt opgenomen. Dat betekent dat u dezelfde dag weer naar huis gaat, maar dat u voor en na de ingreep op de verpleegafdeling verblijft. Naast kleding die ook in bed makkelijk zit, kunt u ook een ochtendjas of vest meenemen en slippers of pantoffels. Neem verder zo weinig mogelijk mee naar de afdeling, behalve bijvoorbeeld wat leesmateriaal.  

Medicijnen  

Over het algemeen kunt u uw medicijnen op de gebruikelijke manier en tijd innemen. Kan dat niet, dan hoort u dit van tevoren van uw behandelend arts. Neem in ieder geval een recente lijst (maximaal 14 dagen oud) mee met de medicijnen die u slikt. Weet u niet precies wat u gebruikt? Dan kunt u een medicijnenlijst bij uw apotheek ophalen.  

Let op: Meld het als u bloedverdunners gebruikt of recent gebruikt hebt. Ook wanneer u een stollingsziekte hebt, moet u dit altijd van tevoren doorgeven aan uw behandelend arts.  

Eten en drinken  

U mag 3 uur voor de behandeling niet eten en drinken.   

Wat moet u meenemen?  

Neem een geldig paspoort, ID-kaart of rijbewijs mee. En denk ook aan het pasje van uw ziektekostenverzekering. Bij ‘Opname’ leest u welke kleding u mee kunt nemen.  

Meld bijzonderheden vooraf  

Laat het ons weten wanneer u een lichamelijke beperking of handicap hebt. Zo kunnen we als het nodig is extra tijd inplannen voor uw behandeling.  

Bent u zwanger?  

Bent u zwanger of denkt u zwanger te zijn? Neem dan contact op met uw behandelend arts en meld het voorafgaand aan de behandeling bij de afdeling Radiologie.   

Bent u verhinderd?  

Laat het ons op tijd weten wanneer de afspraak niet kan doorgaan. Wij kunnen dan een andere patiënt in uw plaats helpen. 

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

De dag van de behandeling  

Waar moet u zich melden?  

Voordat u naar uw afspraak gaat, meldt u zich eenvoudig aan via de aanmeldzuilen in de centrale hal. Bij aankomst op de verpleegafdeling dient u zich nogmaals te melden bij de aanmeldzuil. Op het scherm van de aanmeldzuil wordt getoond in welke wachtruimte u mag plaatsnemen.  

Voorbereiding op de verpleegafdeling  

Een van onze verpleegkundigen ontvangt u op de verpleegafdeling en wijst u uw bed en legt u uit wat er gaat gebeuren. Natuurlijk kunt u altijd bij de verpleegkundigen terecht met uw vragen. Op de verpleegafdeling krijgt u een operatiejasje aan en een infuus. Ook neemt de verpleegkundige bloed af als dat nodig is. Daarna wordt u naar de afdeling Radiologie gebracht.  

De behandeling  

Wanneer u op de afdeling Radiologie komt, haalt een medewerker (de radiodiagnostisch laborant) uit het behandelteam u op. U neemt plaats op de onderzoekstafel waarbij de laborant ervoor zorgt dat u zo comfortabel mogelijk ligt. De laborant sluit bewakingsapparatuur aan om zo uw bloeddruk en zuurstofgehalte in het bloed in de gaten te houden.  

De laborant desinfecteert eerst uw lies en dekt de plek vervolgens toe met een steriel laken om infecties te voorkomen. De arts geeft u een verdoving. Wanneer deze is ingewerkt, prikt de arts met een dunne naald in het bloedvat in de lies. Soms kan dat ook in de bovenarm zijn. Vervolgens brengt de arts een hol buisje in het bloedvat (een sheath), waardoor een dunne katheter in het bloedvat wordt gebracht. Hiermee kan de arts naar de plek toe waar de röntgenopnames gemaakt moeten worden. De arts spuit via deze katheter contrastvloeistof in, waarbij we tegelijkertijd foto’s maken. Daarbij is het belangrijk dat u heel stil blijft liggen. Mogelijk vragen we u ook om uw adem even in te houden. Aan de hand van deze opnamen wordt nagegaan of de katheter zich in de juiste positie bevindt om het beoogde bloedvat op een veilige manier te dilateren (te verwijden).    

Dotterprocedure of stentplaatsing   

Als de arts besluit de vernauwing te behandelen, volgt de dotterprocedure. Hiervoor brengt de arts een katheter met ballonnetje naar de plaats van de vernauwing. Het ballonnetje wordt opgeblazen waardoor het bloedvat op de plaats van de vernauwing opgerekt wordt. Dit lukt niet altijd goed genoeg. In dat geval kan een permanente stent (een buisje) geplaatst worden. Via de katheter wordt een samengedrukte stent tot op de plaats van de bloedvatvernauwing gebracht. Wanneer die op de goede plek is, wordt hij van de katheter losgemaakt. De stent duwt het bloedvat open. Na het dotteren of de plaatsing van een stent wordt er een controlefoto van het bloedvat gemaakt. Dit doen we om zo de situatie van voor en na de behandeling te kunnen vergelijken.  

Wanneer de behandeling voorbij is, haalt de arts de katheter uit het bloedvat. De prikplaats in het bloedvat kan op 2 manieren worden dichtgemaakt. De arts zal beslissen wat voor u de beste manier is. In de meeste gevallen wordt het gaatje in het bloedvat van de lies dichtgemaakt met een soort plugje (een ‘closure device’). Op prikopening komt een pleister en het team helpt u naar uw bed. Met een closure device is het belangrijk dat u 2 uur plat in bed blijft liggen. 

   

De tweede manier is dat er 15 minuten stevig op het prikgaatje wordt gedrukt om de prikplek dicht te laten stollen. Daarna wordt een drukverband aangebracht. Het team helpt u hierna naar uw bed en u moet 4 uur lang plat blijven liggen. Na het onderzoek gaat terug naar de verpleegafdeling.  

Duur van de procedure  

De behandeling duurt gemiddeld 90 minuten.  

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Na het onderzoek  

Wanneer u weer terug bent op de afdeling, moet u minimaal 2 uur bedrust houden. De verpleegkundige bekijkt regelmatig de prikplaats in de lies. Ook meet die een aantal keer uw bloeddruk, hartslag en temperatuur. U mag 1 tot 2 uur na het onderzoek weer gewoon eten en drinken.   

Als de prikplaats in de lies er rustig uitziet en u geen moeilijkheden hebt bij het bewegen, wordt u geholpen om weer te ‘mobiliseren’. Dat wil zeggen dat de verpleging u helpt uit bed te komen en te bewegen.

Houdt u er rekening mee dat u, na ontslag uit het ziekenhuis, geen voertuig mag besturen.

Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?

Aan elke ingreep kleven risico’s en dat geldt ook voor een PTA en een stentplaatsing. Het is een veilige ingreep die meestal zonder problemen verloopt. Een enkele keer treden er complicaties op, zoals een bloeduitstorting rond de prikplaats, een ‘vals aneurysma’ (plaatselijke verwijding van het bloedvat) of een (ernstige) beschadiging aan het bloedvat. Zeer zelden ontstaat er stolselvorming wat kan leiden tot de afsluiting van een bloedvat.  

Contrastmiddel  

Voor dit onderzoek gebruiken we jodiumhoudend contrastmiddel. Dit middel maakt bloedvaten beter zichtbaar. Voor de meeste mensen is het gebruik van contrastvloeistof ongevaarlijk, binnen een paar uur plast u het weer uit. De arts dient de contrastvloeistof toe via de katheter. Het inspuiten kan gevoelig zijn. Ook kunt u het kort warm krijgen, of een beetje misselijk worden.   

Bij een klein aantal patiënten treedt een allergische reactie op, waar in de meeste gevallen geen behandeling voor nodig is. Hebt u ooit zo’n reactie gehad? Meld dit dan van tevoren bij uw behandelend arts. 

Nazorg

Waar moet u op letten na uw onderzoek/behandeling?

Mag ik na vertrek uit het ziekenhuis weer alles doen?   

Gedurende de eerste 3-4 dagen (of tot de huid genezen is) mag u wel douchen, maar niet in bad of zwemmen. Verschoon de pleister dagelijks totdat de huid genezen is.   

Tot 3 dagen na de procedure moet de lies niet te veel belast worden. Dat houdt in:   

  • Zo min mogelijk de trap op- en afgaan 
  • Niet zwaar tillen (zwaarder dan 5 kilo) 
  • Niet sporten 
  • Niet bukken 

Houdt u er rekening mee dat u de dag van behandeling en de dag na de behandeling niet mag autorijden. 

Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Wist u dat? 

Uw mening over de afdeling Radiologie kunt geven via deze link: Ervaringen met het LUMC.

Hebt u nog vragen?  

Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met de afdeling Interventieradiologie. Dat kan op werkdagen tussen 8.15 en 16.00 uur op telefoonnummer 071-526 24 10 of via e-mail: SecretariaatAngio-interventie@lumc.nl.