Patiëntenfolder

Test: ACTH of Syntacthen test bij kinderen

Binnenkort onderzoeken we de werking van de bijnieren van uw kind. Dat doen we met een ACTH-test, ook wel een Synacthen-test genoemd. Wat houdt deze test in? Hoe werkt het? Hoe bereidt u uw kind voor? Dat leest u in deze folder.

Deze informatie is opgesteld door het WAKZ.

  

Onze zorg

Wat is Test: ACTH of Syntacthen test bij kinderen?

Een ACTH-stimulatietest is een test waarbij wordt gekeken of de bijnier in staat is een voldoende cortisol te produceren. Cortisol is een belangrijk hormoon. Het wordt gemaakt in de bijnierschors en zorgt onder andere voor een goede stofwisseling en belangrijke lichaamsfuncties. Een tekort kan daarom gevaarlijk zijn. Een hormoonklier in de hersenen (de hypofyse) geeft de stof ACTH af wat de bijnier aanzet tot het maken van cortisol. Bij de test wordt deze stimulatie nagebootst met een middel dat vergelijkbaar is met ACTH. Door vervolgens de cortisolconcentratie in het bloed te meten, kan duidelijkheid worden gekregen over de functie van de bijnier.

Voorbereiding

Hoe kunt u zich voorbereiden?

Wat kunt u uw kind vertellen? 

U kunt uw kind vertellen dat het 1 tot 2 uur in het ziekenhuis moet zijn voor een test, maar dat u bij hem of haar mag blijven. Uw kind hoeft niet in bed te liggen. Hij of zij krijgt een prikje in de arm of hand om bloed af te nemen voor de test, waarna er een klein slangetje wordt achter gelaten voor de rest van de bloedafnames (infuus). Het plekje van de prik wordt van te voren verdoofd met een pleister. Uw kind mag tijdens het onderzoek rondlopen en spelen. Er is een iPad beschikbaar op de afdeling die uw kind mag gebruiken. Na het onderzoek mag uw kind naar huis. 

Medicijnen 

Medicijnen (tabletten, puffers, neussprays) die corticosteroïden bevatten, zoals hydrocortison en prednison, mogen vanaf een bepaalde tijd vóór de test niet meer gebruikt worden. U hoort dit van de behandelend arts. Pas ná de ACTH-stimulatietest mag uw kind deze weer gaan gebruiken. Oestrogeen bevattende medicijnen, zoals een hormoonpleister of orale anticonceptie wordt in de meeste gevallen 6 weken voor de test gestopt. Uw arts bespreekt dit met u.

U hoort ook van de arts of uw kind de overige medicatie op de ochtend van test mag innemen of dat uw kind hiermee dient te wachten tot na de test. 

Eten en drinken 

Uw kind mag gewoon eten en drinken voor en tijdens de test. 

Wat moet u meenemen? 

Neem een geldig paspoort of ID-kaart van uw kind mee. En denk ook aan het pasje van de ziektekostenverzekering. 

Meld bijzonderheden vooraf 

Meld voordat de test plaatsvindt bijzonderheden als die er zijn, zoals ziektes die uw kind kortgeleden gehad heeft. 

Bent u verhinderd? 

Laat het ons op tijd weten wanneer de afspraak niet kan doorgaan. Wij kunnen dan een andere patiënt in uw plaats helpen.

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

Je krijgt een operatiejasje aan. Op de operatiekamer krijg je een urinekatheter en een infuus. Ongeveer 24 uur na de operatie worden deze weer verwijderd. Ter voorbereiding op de operatie krijgt je medicijnen: een drankje om het maagzuur te neutraliseren, een tablet tegen de misselijkheid en 2 tabletten paracetamol. Vervolgens word je per bed naar de operatieafdeling gebracht. 

Je partner 

Wanneer je een ruggenprik krijgt, mag je partner bij de ingreep aanwezig zijn. Je partner krijgt een operatiepak bij de ingang van de operatiekamer (OK). Een OK-medewerker maakt met jouw toestel foto’s van de geboorte. 

De baby 

Zodra je kind geboren is, overhandigt de gynaecoloog hem of haar aan de kinderarts. De eerste controle van je baby vindt plaats in een kamertje dat aan de OK grenst. Daarna krijg je je kind te zien en brengt de kinderarts de baby in de couveuse naar de afdeling. Jij gaat naar de uitslaapkamer (verkoever). Je partner mag bij je blijven of met de kinderarts en jullie baby mee naar de afdeling gaan. 

Op de afdeling krijgt de baby vitamine K en wordt die gewogen en getemperatuurd. De baby krijgt een mutsje op, een luier aan en wordt in doeken gewikkeld. De baby mag, als jullie dat willen, bloot bij je partner op de borst liggen en wordt dan zorgvuldig toegedekt. Dit huid-op-huidcontact is belangrijk voor de hechting tussen ouder en kind. 

Wanneer jij op de uitslaapkamer bent aangekomen, worden je baby en partner naar je toegebracht. Je baby wordt bloot bij je neergelegd onder de dekens. Je start met borstvoeding wanneer jij en je baby daar aan toe zijn. Als je voor kunstvoeding hebt gekozen, geeft je partner het eerste flesje. Wanneer je al snel terug mag naar de afdeling, zal het huid-op-huidcontact op de afdeling plaatsvinden. 

Mocht jullie kind intensievere zorg of observatie nodig hebben, dan gaat het naar de afdeling Neonatologie. Zodra jij terug mag naar je eigen kamer op het GeboorteHuis, ga je eerst naar de afdeling Neonatologie. Hier kun je je baby zien, aanraken en eventueel zelf voeden. Dit alles hangt er natuurlijk van af of de baby in goede conditie is. 

Na de operatie 

Op de uitslaapkamer wordt je hartslag, bloeddruk, de wond en het bloedverlies goed in de gaten gehouden. Wanneer de controles stabiel zijn, word je door de verpleegkundige van de afdeling opgehaald. Het duurt meestal 1 tot 2 uur voordat je weer op je kamer in het GeboorteHuis terug bent. 

Verzorging van de baby 

De verpleegkundige betrekt jou en je partner bij de verzorging van de baby. Je zult merken dat je langzamerhand de zorg (gedeeltelijk) kunt overnemen. De kraamverzorgende geeft je thuis verdere uitleg over de verzorging van je baby. 

Op de afdeling zijn speciale clip-on-cribbedjes: deze bedjes worden aan je bed vastgemaakt, zodat je baby zo dicht mogelijk bij je is. 

Wanneer je borstvoeding wilt geven, helpt de verpleegkundige je met het aanleggen van je baby. De eerste dagen zal de houding waarin je borstvoeding geeft niet de meest ideale zijn. Dit komt door je buikwond, maar dit wordt elke dag beter. De verpleegkundigen en de lactatiekundige geven je adviezen ter ondersteuning. Wanneer je baby op de afdeling Neonatologie ligt en om wat voor reden dan ook niet aan de borst kan, helpt de verpleegkundige je met het afkolven van de moedermelk. Je ontvangt de patiëntenfolder(s) Borstvoeding en/of Afkolven van moedermelk.

Pijnstilling 

Na de operatie krijg je verschillende soorten pijnstilling. Via het infuus in je hand of arm krijg je van tijd tot tijd morfine. Je kunt als dat nodig is de dosis morfine zelf verhogen  met een knop die verbonden is aan het infuus. Dit is om de pijn extra te bestrijden of te voorkomen. Soms zit het slangetje van de verdoving na de operatie nog in je rug en zal via dat slangetje de pijnstilling gegeven worden. Ook hier kun je zelf extra morfine toedienen. Na ongeveer 24 uur wordt deze pijnstilling gestopt.

Na de operatie wordt er ook direct gestart met het gebruik van pijnstillende tabletten. Zo wordt het lichaam voorbereid op goede pijnstilling nadat de morfinepomp gestopt is. Het is belangrijk dat je goed aangeeft hoeveel pijn je hebt en of de pijnstilling voldoende helpt. We gebruiken daarvoor een pijnscore. Lees meer over deze pijnscore en pijnbestrijding in de folder Anesthesie van de afdeling Anesthesie. 

Weer bewegen (mobiliteit) 

De dag van de keizersnede helpt de verpleegkundige je na de operatie met de verzorging. Deze dag breng je in bed door. De volgende dag kom je met hulp van de verpleegkundige uit bed, om even op een stoel te zitten of onder de douche te gaan. De dagen hierna wordt je mobiliteit uitgebreid. Als je nog verdoving via een ruggenprik hebt, moet je in bed blijven totdat deze is verwijderd en je je gevoel in je benen helemaal terug hebt. 

Na de operatie krijg je dagelijks een injectie in je been. Dit is om trombose te voorkomen. Deze injectie krijg je totdat je naar huis gaat. 

Wondverband en hechtingen 

Na 24 uur wordt het wondverband verwijderd. De hechtingen in de buikwond zijn zelfoplosbaar.

Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Heb je nog vragen? 

Mocht je naar aanleiding van deze informatie nog vragen hebben, dan kunt je daarmee altijd terecht bij de verpleegkundige. Dat kan via telefoonnummer 071-526 0900. 

Een goed herstel toegewenst!