Patiëntenfolder

Voedingsadviezen na transplantatie

Na een transplantatie speelt goede voeding een belangrijke rol bij een gezonde leefstijl. Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met de bijwerkingen van de medicatie die u voorgeschreven heeft gekregen. De medicijnen die u gebruikt om afstoting van uw nieuwe orgaan te voorkomen (immunosuppressiva) zorgen ervoor dat uw weerstand afneemt. Hierdoor heeft u een verhoogde kans op (voedsel)infecties. Om voedselinfecties te voorkomen, gelden adviezen rond de hygiëne bij voeding. Hierbij is het goed om te weten dat er landelijk kleine verschillen bestaan in de advisering. De adviezen rond de hygiëne bij voeding gelden zeker het eerste jaar na uw transplantatie, maar ook hierna blijft voorzichtigheid geboden.   In dit advies vindt u informatie over:   Voorkomen van voedselinfecties (zowel op korte als lange termijn)  Grapefruit en medicatie  Voedingsadvies kort na de transplantatie (tot ongeveer 2 maanden na de operatie)  Voedingsadvies op

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Transplantatie centrum

Voorkomen van voedselinfecties (op korte en lange termijn)  

Bij het gebruik van afweer onderdrukkende medicijnen wordt de weerstand lager. Hierdoor heeft u een verhoogde kans op infecties, waaronder voedselinfecties.  

Bepaalde voedingsmiddelen kunnen schadelijke bacteriën, virussen en/of schimmels bevatten.  

In onderstaande tabel staat welke voedingsmiddelen u wel of niet kunt gebruiken met daaronder praktische voorbeelden van voedingsmiddelen die u wel of niet kunt eten. Hoewel de tabel met de grootste zorg is samengesteld, is deze mogelijk niet compleet. Lees daarom altijd het etiket van een levensmiddel als dat niet op deze lijst staat, om vast te stellen wat de ingrediënten zijn vóórdat u het gebruikt. 

Laag risico 

Hoog risico 

Vlees/gevogelte  

Goed gegaard vlees en gevogelte (deze mag niet meer rood van binnen zijn)  

Rauw of onvoldoende verhit vlees of gevogelte: varkensbloed en varkensbloedproducten die zijn gebruikt als ingrediënt in voedingsmiddelen. Deze staan op het etiket vermeld als varkenseiwit of varkenshemoglobine.  

Vleeswaren  

Verhitte vleeswaren, zoals: boterhamworst, gekookte ham (bijvoorbeeld schouderham, yorkham, beenham, gegrilde ham, casselerrib of achterham), gekookte worstsoorten, kipfilet- en kalkoenfilet, gebraden gehakt, gepasteuriseerd of gesteriliseerde vleeswaren uit blik (bijvoorbeeld corned beef) 

Rauw of onvoldoende verhitte vleeswaren: Filet americain, ossenworst, rosbief, carpaccio, fricandeau, rauwe ham* (bijvoorbeeld serranoham, parmaham, ardennerham, schwarzwalderham, Iberico ham, coburgerham en prosciutto), droge worst *(bijvoorbeeld salami, chorizo, boerenmetworst, cervelaatworst, fuet en Figatellu), rookvlees, hoofdkaas, gentse kop, bloedworst. Gedroogde of gefermenteerde worsten waar varkensvlees in is verwerkt, zoals boerenmetworst salami, chorizo en fuet.*  

Leverproducten LEVENSLANG ONTRADEN  

Producten (waar rauwe) varkenslever in is verwerkt, zoals:  

Een typisch Franse gedroogde worst genaamd ‘Figatellu’.  

Onvoldoende verhitte (of rauwe) varkenslever. -Onvoldoende verhit (of rauw) varkens-, zwijnen- en hertenvlees  

Alle soorten leverworst die varkenslever bevatten. Let op: controleer de ingrediëntendeclaratie (kalfsleverworst kan bv. ook varkenslever bevatten).  

Alle soorten paté die varkens-, zwijnen- of hertenlever bevatten.  

Leverkaas, likkepot.  

Balkenbrij  

Alle soorten terrines die varkens-, zwijnen- of hertenlever bevatten.  

Gebakken pastei.  

Vis, schaal- en schelpdieren 

Verhitte vis, zoals:  

Alle vissoorten die gebakken, gekookt of gefrituurd zijn  

Gekookte of gebakken schaal- en schelpdieren  

Mosselen (alleen wanneer de schelp goed geopend is)  

Vis uit blik of glas  

Rolmops  

Rauw of onvoldoende verhitte vis, zoals:  

Verse gerookte zalm, vers gerookte makreel of vers gerookte paling*  

(Vacuüm) verpakte (gerookte) vissoorten, zoals zalm, makreel of paling, surimi*  

Sushi met rauwe vis  

Verse haring  

Eieren 

Hardgekookte eieren of gebakken ei waarbij dooier gestold is. Producten waarin rauwe eieren verwerkt zijn maar die na bereiding verhit of gepasteuriseerd zijn, zoals: mayonaise uit pot en bavarois, mousse, tiramisu bereid van gepasteuriseerd vloeibaar eiwit OF bij bereiding gepasteuriseerd.  

Rauwe eieren, gekookt of gebakken ei waarvan dooier nog zacht is. Producten waarin rauwe eieren verwerkt zijn, en die niet verhit of gepasteuriseerd zijn, zoals: zelfgemaakte mayonaise, zelfgemaakte bavarois, mousse en tiramisu en dergelijke, waar rauw ei, eidooier of eiwit in verwerkt is.  

Melk  

Gepasteuriseerde en gesteriliseerde melk(producten)  

Rauwe melk(producten)  

Kaas 

Kaassoorten bereid van gepasteuriseerde melk, zoals:  

Kaas 20+ t/m 60+ bereid van gepasteuriseerde melk  

Zachte geitenkaas, schapenkaas of mozzarella bereid van gepasteuriseerde (buffel)melk  

Alle smeerkazen en roomkazen  

Kaassoorten bereide van rauwe melk (au lait cru*), zoals:  

Boerenkaas  

Zachte geitenkaas, schapenkaas of mozzarella bereid van rauwe melk (au lait cru*)  

En zachte kazen met (korst)flora, zoals: brie, camembert, port salut, roquefort.  

Ijs 

Fabrieksmatig verpakt ijs (alle soorten)  

Onverpakt ijs (schepijs), softijs of kant en klare milkshake.  

Groente, salades en rauwkost  

Onbeschadigde en gewassen groente, rauwkost en verse kruiden  

Voorgesneden groente en rauwkostsalades (alleen dagvers)  

Verpakte slaatjes  

Gewassen én geblancheerde kiemgroenten  

Beschadigde en ongewassen groenten, rauwkost en verse kruiden  

Bewaarde rauwkostsalades  

Onverpakte salades en slaatjes  

Ongewassen en niet geblancheerde kiemgroenten  

Fruit 

Onbeschadigde en gewassen fruit  

Voorgesneden fruit, alleen dagvers  

Alle fruitsoorten, behalve grapefruit(achtigen), zie kolom niet toegestaan  

Beschadigde en ongewassen fruit  

Bewaarde fruitsalades  

Grapefruit, mineola, orlando, pomelo, pompelmoes, sweetie, ugli en sap van deze vruchten, en oranje marmelade (zie ook hoofdstuk over grapefruit)  

Eten bij derden 

Eten bij derden (zoals restaurant) moet voldoen aan bovenstaande richtlijnen en mag max 1 uur warm gehouden zijn  

Gerechten uit de automaat, van braderieën, marktkraam, enzovoort.Let op met thuisbezorg maaltijden. Doe dit alleen indien u weet dat er korter dan 1 uur na bereiding bezorgd kan worden en de voedingsmiddelen goed verhit zijn geweest. 

Probiotica  

Yoghurt- en yoghurtdrinks met probiotica zoals Yakult, Vifit, Actimel, Activia en huismerken met Bifidusbacteriën. Maar denk ook aan Kefir.  

Probiotica in capsules: Alleen na overleg met uw nefroloog omdat deze hogere doseringen probiotica bevatten  

* meegebakken/gekookt in gerechten bij temperatuur van minimaal 70 ⁰C (20 minuten) in bijvoorbeeld saus, ovenschotel of pizza is het wel toegestaan.  

Veilig inkopen, bereiden en bewaren 

Naast een goede productkeuze is hygiëne tijdens inkoop, bereiding en bewaren belangrijk. Check hiervoor regelmatig de site van het Voedingscentrum over voedselveiligheid:  

Algemeen  

  • Regelmatig handen wassen met warm water en zeep en goed afdrogen. In ieder geval voor het bereiden van het eten, na het aanraken van rauw vlees, na het gebruik van het toilet en na contact met huisdieren.  
  • Schadelijke micro-organismen kunnen in voedingsmiddelen aanwezig zijn indien ze onvoldoende zijn gewassen, onvoldoende zijn verhit, niet goed zijn bewaard, niet hygiënisch zijn bereid, niet op de juiste manier zijn vervoerd of niet hygiënisch zijn verstrekt.  
  • De koelkasttemperatuur moet rond de 4⁰C zijn; de diepvriestemperatuur moet tussen de -18 en -20°C zijn. Het is aan te raden om een koelkastthermometer te gebruiken om de daadwerkelijke temperatuur te controleren. 
  • Gebruik steeds schoon materiaal, zoals schone snijplanken, bestek, etc. 
  • Verschoon regelmatig hand- en theedoeken. Vaatdoekjes kunnen het beste elke dag verschoond, dan wel op hoge temperatuur gewassen worden. 

Kopen van voeding  

  • Kijk bij aankoop van voedingsmiddelen op de verpakking naar de houdbaarheidsdatum en naar de bewaaradviezen.  
  • Vervoer gekoelde producten in een koeltas. 
  • Producten die in de supermarkt gekoeld bewaard worden, moeten ook thuis zo snel mogelijk weer terug in de koelkast.  
  • Koop geen voedingsmiddelen waarvan de verpakking is gescheurd, gedeukt of op een andere manier is beschadigd. 

Bereiden van voeding  

  • Ontdooi diepgevroren producten op een bord in de koelkast of magnetron.  
  • Gebruik geen houten en kunststof snijplanken en borden, maar materialen van glas of aardewerk.  
  • Vermijd contact tussen rauw en bereid voedsel.  
  • Was groente en fruit goed. 
  • Houd voedsel niet onnodig warm; dien het na de bereiding zo snel mogelijk op.  

Bewaren van voeding  

  • Koel restjes zo snel mogelijk af door de pan in een bak met koud water te zetten en af en toe te roeren. Als u het eten wilt bewaren zet u het, als het voldoende is afgekoeld, direct in de koelkast.  
  • Bewaar kliekjes niet langer dan 2 dagen in de koelkast en 3 maanden in de vriezer. 
  • Dek producten goed af in de koelkast. 
  • Bewaar eieren in de koelkast. 
  • Bewaar aangebroken verpakkingen altijd in de koelkast en zo kort mogelijk. Bij twijfel altijd weggooien.  

Grapefruit, grapefruitsap en verwante citrusvruchten  

Grapefruit, mineola, orlando, pomelo, pompelmoes, sweetie, ugli en sap van deze vruchten, evenals oranjemarmelade (gemaakt van bittere sinaasappels) bevatten een bitterstof die de medicijnspiegel in het bloed verhogen. Hierdoor neemt de kans op bijwerkingen toe.  

Bij gebruik van bepaalde medicijnen, waaronder tacrolimus (Prograft ®, Advagraf ®, Envarsus ®) en ciclosporine (Neoral ®) is het gebruik van deze vruchten niet toegestaan.  

Overig citrusfruit zoals hand- en perssinaasappels, mandarijnen, limoenen en citroenen kunnen wel gegeten worden.  

Sint Janskruid, Zonnehoed, Ginkgo biloba,), Echinacea en Amerikaanse ginseng kan van invloed zijn op de werking van de immuunsuppressiva en wordt hierom als dieet preparaat ontraden. Daarnaast kan kurkuma van invloed kan zijn als mensen Beta-blokkers gebruiken.  

Op de website van het RIVM staat een top 10 van kruidenpreparaten die mogelijk met andere medicatie een interactie kan geven.  

Voedingsadvies kort na de transplantatie (tot ongeveer 2 maanden na de operatie)  

Na transplantatie is zijn in principe geen dieetrichtlijnen meer noodzakelijk. Voor zout geldt het advies wat het voedingscentrum aan alle gezonde volwassenen adviseert van 6 gram zout per dag. Eventueel kunt u in plaats van zout (nacl) gebruik maken van een kaliumzout (kcl) voor de bereiding van de warme maaltijd.  

Indien uw nieuwe orgaan nog niet goed werkt, kan het echter zijn dat bepaalde dieetadviezen nog tijdelijk aangehouden dienen te worden. Uw diëtist kan u hierin adviseren.  

De eerste weken na de transplantatie kan het voorkomen dat uw eetlust nog niet goed is. Toch is het juist in de eerste 2 maanden na uw operatie belangrijk om voldoende eiwit in uw voeding te gebruiken om te herstellen. Met name eiwit is een bestanddeel in onze voeding dat nodig is voor de opbouw en instandhouding van de spieren en ons bloed, maar ook voor herstel, o.a. bij wonden.  

In de herstelfase heeft u per dag aan eiwit ongeveer 1,2 – 1,5 g/kg gezond lichaamsgewicht nodig. In de onderstaande tabel ziet u hoeveel eiwit er in verschillende eiwitrijke producten zit.

Product

Per (eenheid)

Eiwit (gram) 

 Kip 

 1 portie (100 gram) 

 31 

 Vis 

 1 portie (120 gram) 

 20-25 

 Vlees 

 1 portie (100 gram) 

 20 

 Kwark* 

 1 schaaltje (150 ml) 

 8-15 

 Vleesvervangers (vegetarisch) 

 1 portie (100 gram) 

 12 

 Pap (bijv. havermout of Brinta) 

1 bord (250 ml) 

 10 

 Melk/karnemelk/chocolademelk/yoghurtdrank 

 1 beker (250 ml) 

 8 

 Ei 

 1 stuk (50 gram) 

 6 

 Yoghurt 

 1 schaaltje (150 ml) 

 6 

 Kaas/smeerkaas 

 Voor 1 snee (20 gram) 

 5 

 Noten en pinda's  

 1 handje (25 gram) 

 6 

 Peulvruchten 

 1 opscheplepel (60 gram) 

 5 

 Vla 

 1 schaaltje (150 ml) 

 4 

 Vleeswaren 

 Voor 1 snee (20 gram) 

 3 

 Pindakaas 

 Voor 1 snee (20 gram) 

 5 

* Raadpleeg voor de exacte hoeveelheid eiwit de verpakking van het product.  

Gezonde leefstijl  

Een gezonde leefstijl met voldoende beweging en een goed eetpatroon is van belang om overgewicht, diabetes en hart- vaatziekten te voorkomen. Op de site van het Voedingscentrum staan de meest recente richtlijnen voor een gezonde voeding. Ook kunt u hier tips en recepten vinden.  

Een gezond gewicht  

Door het gebruik van het afweer onderdrukkende medicijn prednison kan de eetlust toenemen, waardoor u meer gaat eten. Het is echter belangrijk om goed op gewicht te blijven. Overgewicht vergroot het risico op onder meer diabetes type 2, hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk en gewrichtsklachten.  

Met behulp van de Body Mass Index (BMI), ook wel Quetelet Index genoemd, kunt u bepalen of u een goed lichaamsgewicht heeft. De BMI is een index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte. De BMI wordt berekend door het lichaamsgewicht in kilo’s te delen door het kwadraat van de lichaamslengte (lengte keer lengte, uitgedrukt in meters). De BMI geeft een schatting van het gezondheidsrisico van het lichaamsgewicht.  

Verhoogd cholesterol en triglyceridengehalte in het bloed  

Cholesterol is een vetachtige stof die het lichaam nodig heeft als bouwstof voor lichaamscellen en hormonen. Zonder cholesterol kan het lichaam niet goed functioneren, maar te veel (LDL) cholesterol is schadelijk.  

Medicijnen als ciclosporine (Neoral®), tacrolimus (Prograft®, Advagraf®, Envarsus®), everolimus (Certican®) en sirolimus (Rapamycine®) kunnen een stijging van het cholesterol in het bloed tot gevolg hebben. Een verhoogde cholesterolratio (dwz een verhoogd LDL- en/of verlaagd HDL-cholesterolgehalte) in het bloed vergroot de kans op hart- en vaatziekten.  

De vetten in onze voeding

Onze voeding bevat verschillende soorten vetten, namelijk verzadigd vet, onverzadigd vet en transvet(zuren). Voor het behouden van een goede gezondheid is het advies producten te kiezen die weinig verzadigd en transvet en veel onverzadigd vet bevatten.  

Verzadigd vet verhoogt het LDL-cholesterolgehalte in het bloed en vergroot daarmee de kans op hart- en vaatziekten.  

Transvet is schadelijker dan verzadigd vet. Het wordt vooral in kant- en klaar producten verwerkt, zoals koekjes, gebak, pizza’s, komt van nature voor in volle zuivel en vlees van herkauwers én ontstaat bij het verhitten van onverzadigde vetten.  

(Onverhit) onverzadigd vet verlaagt juist het LDL-cholesterolgehalte. Lichaamsbeweging verhoogt het gunstige HDL-cholesterolgehalte.  

Op de volgende manieren kunnen de hoeveelheden verzadigd vet en transvet worden beperkt:  

  • Bij voorkeur magere varianten van voedingsmiddelen gebruiken.  
  • Minder gebruik maken van (hartige en zoete) snacks zoals, gebak, koek, chocolade, kroket en saucijzenbroodje. 
  • Als u vet gebruikt, gebruik dan zoveel mogelijk producten die (onverhitte) onverzadigde vetten bevatten, zoals voorkomen in gegaarde vette vis, vlees, melk, lijnzaadolie, avocado, noten en olijfolie.  
  • Gebruik minder vaak vlees bij de maaltijd, stap over op plantaardige voedingsmiddelen. 

Verdere aandachtspunten:  

  • Eet 2x per week vis, waarvan 1x gegaarde vette vis, zoals makreel of sardines uit blik of gegrilde zalm.  
  • Zorg dat u een goed gewicht heeft. Een te hoog gewicht heeft een negatief effect op het cholesterolgehalte. 
  • Vermijd/beperk het gebruik van geraffineerde koolhydraten, zoals voorkomen in: suiker, frisdranken, zoete snacks, gezoete zuivelproducten, geraffineerde broodsoorten, geraffineerde rijstsoorten, pasta’s en het gebruik van alcohol. 
  • Eet 1x per week peulvruchten, zoals bruine bonen, linzen en kikkererwten 
  • Elke dag een handje ongezouten noten 
  • Eet maximaal 300 gram doorbakken rood vlees (vlees van rund en varken) per week. 
  • Eet 2 tot 3 eieren (3 tot 4 voor vegetariërs) per week. 
  • Eet voldoende vezels: (30-40 g/dag), naast dat vezels goed zijn voor de spijsvertering, kunnen vezels uit volkoren producten en fruit het LDL-cholesterol verlagen. 
  • Drink zo min mogelijk ongefilterde koffie, dit verhoogt het LDL-cholesterol 

Botontkalking (osteoporose)  

De botten worden op oudere leeftijd brozer en zachter. Dit wordt botontkalking genoemd. Bij het gebruik van Prednison is de kans op botontkalking verhoogd. Daarom is het van belang om voldoende calcium en vitamine D te gebruiken. Vitamine D verbetert de opname van calcium in het lichaam. De belangrijkste bronnen van calcium zijn zuivelproducten. Om voldoende calcium binnen te krijgen is het raadzaam 2-4 porties melk of melkproducten en 2 plakken kaas te gebruiken per dag.  

Met behulp van zonlicht – en een goede lever- en nierfunctie - maakt het lichaam vitamine D voor het grootste deel zelf aan. De belangrijkste bronnen van vitamine D in de voeding zijn vette vis, ei, halvarine, margarines en bak- en braadproducten (met uitzondering van olie). Gesluierde vrouwen, mensen met een donkere huidskleur, vrouwen > 50 jaar en mannen > 70 jaar kunnen helaas niet voldoende vitamine D uit de voeding en zonlicht halen. Suppletie van vitamine D is dan ook nodig. Kijk voor de richtlijnen op de website van het voedingscentrum.   

Beperk de consumptie van alcohol. Voor je gezondheid is het beter om geen alcohol te nemen, en als je het toch neemt niet meer dan 1 glas per dag. Heeft u een levertransplantatie ondergaan dan mag u helemaal geen alcohol.

Daarnaast wordt overmatig gebruik van zout en cafeïne ontraden en is het belangrijk om dagelijks voldoende te bewegen. 

Hoge bloeddruk (hypertensie)  

Door het gebruik van onder andere prednison, ciclosporine (Neoral®) en tacrolimus (Prograft®, Advagraf®, Envarsus®) kan de bloeddruk verhoogd worden.  

Naast medicijnen kan ook te veel zout leiden tot een hoge bloeddruk. Gewoonlijk zit in het dagelijkse voedsel voldoende zout dat ons lichaam nodig heeft. Het zout dat u voor de smaak aan eten toevoegt, heeft het lichaam niet nodig en kan bij grote hoeveelheden zelfs schadelijk zijn voor uw gezondheid. Wees daarom zuinig met zout, ook na de transplantatie.  

1. Geen zout toevoegen   

Om minder zout binnen te krijgen, is het in de eerste plaats belangrijk geen zout toe te voegen bij de bereiding van maaltijden. In plaats van zout kunnen anders smaakmakers gebruikt worden, zoals:  

  • Groene kruiden (onder andere basilicum, bieslook, dille, lavas, oregano, peterselie, rozemarijn)  
  • Specerijen (onder andere kaneel, kerrie, kruidnagel, nootmuskaat, peper en cayennepeper)   
  • Gember, ui, knoflook en mosterdzaad   
  • Pijnboompitten, sesamzaad en zonnebloempitten   
  • Azijn en citroen 

2. Wees matig met het gebruik van kant-en-klaar producten, omdat hier veel zout aan wordt toegevoegd (kant-en-klaar maaltijden, pizza, kant-en-klaar soepen etc.).  

3. Ook smaakmakers als bouillonblokjes, maggi, aroma, tomatenpuree, ketchup, ketjap, worcestersaus, mosterd en sambal bevatten veel zout. 

4. Wees matig met zoutrijke tussendoortjes, zoals zoutjes, chips, gezouten noten en hartige snacks. 

5. Wees matig met drop. Drop bevat het zoethoutextract glycyrrhizine dat bloeddrukverhogend werkt.  

Diabetes mellitus/verhoogde bloedsuikers  

Bij gebruik van afweer onderdrukkende medicijnen is de kans op het ontwikkelen van diabetes of verhoogde bloedsuikers vergroot. Bij diabetes is de hoeveelheid glucose in het bloed (bloedsuiker) te hoog. Als bij u diabetes wordt geconstateerd, krijgt u een verwijzing naar de diëtist voor uitleg en begeleiding van het dieet.  

Kalium (niertransplantatie)  

Indien uw transplantaat goed werkt, is het niet noodzakelijk om kalium in de voeding te beperken. Sommige medicatie als ciclosporine (Neoral®) en tacrolimus (Prograft®, Advagraf®, Envarsus®) kunnen echter het kaliumgehalte in het bloed verhogen. Indien dit bij u het geval is, wordt een kaliumbeperkte voeding aanbevolen. De diëtist kan u hierover informeren.  

Beweging  

Dagelijkse beweging is goed voor het stabiel houden van uw gewicht en verhogen van de weerstand. Dit heeft ook een positief effect op uw bloeddruk en bloedsuiker. Probeer daarom dagelijks 30 tot 60 minuten te bewegen.