Patiëntenfolder

Eetstoornissen bij kinderen, aandachtspunten bij eetsituaties

Deze aandachtspunten zijn een handreiking voor medewerkers en voor ouders indien deze met ouders besproken zijn.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Willem-Alexander Kinderziekenhuis.

Eten is leven is groeien! 

Als eten een probleem is dan ontstaat er gemakkelijk druk rondom de eetsituatie. Onderstaande aandachtspunten zijn handreikingen om tot een ontspannen eetsituatie te komen. 

“Samen eten” zijn de momenten op de dag waar men elkaar ontmoet. Dit geldt voor baby’s, maar ook voor de peuter, kleuter en het schoolkind en zijn ook voor onszelf herkenbaar. 

In het algemeen: 

  • Vaste eetmomenten (plus/min een half uur) per dag bestaan uit 3 maaltijden (ontbijt, lunch en warme maaltijd) en 3 tussendoortjes (koek/fruit met drinken) tussen de maaltijden door. Voor baby’s zijn het 6 tot 7 voedingen per dag. 
  • Zit niet te langer dan 30 minuten aan tafel, 30 minuten is lang genoeg. Weet dat in de eerste 5 minuten het grootste deel van het hongergevoel wordt gestild. 
  • Als een kind niet wil eten, geef er dan geen aandacht aan. Dwing nooit, maak van het eten geen strijd. 
  • Het kind geeft het tempo aan waarin de happen worden genomen, eerst de mond leeg eten, dan de volgende hap. 
  • Het kind geeft ook de hoeveelheid aan, genoeg is genoeg. 
  • Geef leiding aan sfeer; samen genieten en samen praten (praat niet over het eten). 
  • Schrap het woordje “NEE”, blijf positief benoemen wat je ziet of beleeft. Ja….. 
  • Geef geen eten tussen de voedingsmomenten door. Het kind krijgt geen honger gevoel omdat het lijf de hele dag bezig met het “eten te verwerken”. Het lijf krijgt geen rust en dat geeft een moe gevoel. 

Vooraf aan het eetmoment: 

  • Een vast ritueel maakt de eetsituatie voorspelbaar. 
  • Ga ontspannen aan tafel. 
  • Dek de tafel van te voren, vaste attributen: bord, lepel, vork, beker, slabber. 
  • Zorg van te voren dat alles op tafel staat/aanwezig is wat nodig is. 
  • Zorg voor rust, de TV uit en evt. 2 extra speeltjes aan tafel (bv. beker/bakje). 
  • Eet samen aan tafel, het kind zit op een eigen stoel en zit dicht bij een van de ouders. 
  • Ouders eten mee (voorbeeld geven) samen eten doet eten. 
  • Kijk naar de hoeveelheid eten op het bord. Maak porties die te overzien zijn, niet te groot. Het is beter om nog een tweede keer op te scheppen. 

Tijdens het eten: 

  • Volg de blikrichting en de initiatieven van het kind. Waar is de aandacht, waar wordt naar gekeken, waardoor wordt het kind afgeleid? Benoem de initiatieven en de afleiding, geef er taal aan om zo de aandacht weer (terug) te vragen. ( Ik zie dat…. Zo, dat heb je in de gaten….) 
  • Sluit aan bij de ontwikkelingsleeftijd van het kind, zoveel mogelijk zelf laten doen en alleen helpen waar nodig. Geef de baby’s een eigen lepel als gevoed worden met een lepel. 
  • Zeg wat je gaat doen, zeg wat je verwacht, dat maakt de situatie voorspelbaar. “kijk eens, ik heb nog een hapje voor jou” (= aandacht vragen). 
  • Voorkom om vragen te stellen; over een vraag moet worden nagedacht en “NEE” is nee. 
  • Benoem wat je ziet (ook emoties) en geef vervolgens leiding aan wat je wilt of verwacht. 
  • Geef géén complimenten over het eten. Eten is iets alledaags en moet als vanzelfsprekend ervaren worden. Zeg b.v.: “Ik zie dat je het lekker vindt…” i.p.v.: “goed zo” of “knap gedaan”.