Patiëntenfolder

Carpale tunnel syndroom – behandeling

Het carpale tunnel syndroom (CTS) is een aandoening waarbij de zenuw aan de binnenzijde van de pols bekneld is. In de pols ligt een kanaal (de carpale tunnel). Naast de buigpezen van de vingers loopt hier ook de zenuw die o.a. de duim, wijsvinger, middelvinger en helft van de ringvinger van gevoel voorziet (de nervus medianus genoemd). Door zwelling van de pezen of het omliggende weefsel kan deze zenuw bekneld raken. Dit veroorzaakt pijn, tintelingen en/of een doof gevoel in de duim, vingers of handpalm en kan in sommige gevallen zelfs tot krachtsverlies leiden. Veel patiënten worden ’s nachts wakker van deze klachten.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Plastische Chirurgie.

Voorbereiding

Wat gaat er vooraf aan het onderzoek of de behandeling?

Voorbereiding 

U heeft altijd eerst een intakegesprek op onze polikliniek. De arts stelt u enkele vragen en doet lichamelijk onderzoek. Indien uw klachten passen bij carpale tunnel syndroom kan het zijn dat de arts een EMG (elektromyografie) en/of zenuwecho laat verrichten. 

Indien er sprake is van een carpale tunnel syndroom, dan wordt er een ingreep voor u ingepland. De ingreep vindt plaats op de poliklinische behandelkamer en vindt plaats onder plaatselijke verdoving. Voor de ingreep hoeft u niet nuchter te zijn. U kunt dus gewoon eten en drinken.

Hoe kunt u zich voorbereiden?

Na de behandeling mag u gelijk naar huis. Houdt u er rekening mee dat uw hand na de operatie in een verband zit. Ook de verdoving werkt dan nog, u mag daarom niet autorijden of zelfstandig aan het verkeer deelnemen. Zorgt u dus voor vervoer naar huis. 

Verder vragen wij u rekening te houden met de volgende zaken: 

  • Geef eventuele allergieën voor de ingreep door aan de arts; 
  • Stop in overleg met de arts enkele dagen voor de operatie met bloed verdunnende medicatie. U kunt dit vaak één dag na de operatie weer hervatten;
  • Haal alvast pijnstilling in huis (paracetamol volstaat).

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

De ingreep vindt plaats op onze polikliniek. Draagt u sieraden om uw pols of hand? Verwijder deze dan voor de ingreep. Om uw bovenarm komt een strakke band. Dit kan een vervelend gevoel geven. Deze band blijft de hele operatie opgepompt, zodat er geen bloed in de arm stroomt. Zo heeft de plastisch chirurg geen hinder van bloed in het operatiegebied. De hand wordt vervolgens gedesinfecteerd en afgedekt met steriele doeken. De plastisch chirurg tekent met inkt de plaats van de snede. Rondom de plek van de snede krijgt u een aantal prikjes voor de plaatselijke verdoving, dit kan kortdurend wat pijnlijk en branderig aanvoelen. 

Tijdens de ingreep opent de plastisch chirurg de te nauwe carpale tunnel via een kleine snede in de handpalm. Hierdoor krijgt de zenuw meer ruimte en zullen de pijnklachten afnemen. Na de ingreep hecht de chirurg de huid met niet-oplosbare hechtingen en wordt uw hand verbonden. 

De operatie duurt in totaal ongeveer 15 minuten.

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Het is raadzaam om de hand de eerste 2 dagen goed hoog te houden, dit om zwelling te voorkomen. De wond kan soms wat bloed nalekken, dit is meestal niet ernstig. Het drukverband mag u na 1 week zelf verwijderen, hierna adviseren wij u de wond dagelijks kort te spoelen voorzichtig droog te deppen of aan de lucht laten drogen. Het is verstandig de wond niet langdurig onder water te houden zo lang de hechtingen erin zitten. 

Waarschijnlijk heeft u na de ingreep niet veel pijn. Mocht u toch pijn hebben dan kunt u hiervoor paracetamol innemen (maximaal 4 x 2 tabletten van 500mg per dag).

Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?

Mogelijke complicaties 

Net als bij andere operaties is er ook bij deze ingreep een geringe kans dat zich complicaties voordoen.

  • Nabloeding: U kunt de wond in dit geval zelf 10-15 minuten afdrukken, de bloeding stopt dan bijna altijd vanzelf. 
  • Wondinfectie: Neem bij roodheid, pus, koorts of warm aanvoelen van de huid contact op met het ziekenhuis. 
  • Terugkerende klachten: Door littekenweefsel kunnen de klachten op lange termijn terugkomen. Dit is echter zeldzaam.

Let op! Roken geeft een slechtere wondgenezing en verhoogt de kans op complicaties.

Nazorg

Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?

Na ongeveer 2 weken komt u terug voor wondcontrole en het verwijderen van de hechtingen. Het litteken in de handpalm kan nog een tijd stug, dik en gevoelig blijven. Dit verdwijnt meestal binnen zes weken na de ingreep. Wij adviseren om het litteken nadat de hechtingen zijn verwijderd, in te smeren met Calendulan zalf, dit is verkrijgbaar bij elke drogist zonder recept.

Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Indien u vragen heeft kunt u terecht bij: 

  • Polikliniek Plastische, Reconstructieve en Handchirurgie, bereikbaar van maandag t/m donderdag van 10.00-12.00 uur op telefoonnummer 071-5262939.
  • Onze doktersassistente Plastische Chirurgie, bereikbaar van maandag t/m donderdag van 10.00-12.00 uur op telefoonnummer 071-5296476.