Patiëntenfolder

Sonde en sondevoeding in de thuissituatie

Op dit moment is het binnenkrijgen van genoeg voedingsstoffen voor u niet mogelijk. Daarom is er in overleg met uw behandelend arts en diëtiste besloten om thuis verder te gaan met de sondevoeding. In deze patiëntenfolder krijgt u informatie over de verzorging van een neus-maagsonde, PEG-katheter, jejunostomie en sondevoeding in de thuissituatie.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Keel- neus- oorheelkunde 

Voeding behoort tot een van de levensbehoeften van de mens. Wanneer het lichaam een periode te weinig eiwit, energie en/of andere voedingstoffen binnenkrijgt of te veel verliest, kan ondervoeding ontstaan. We spreken dan ook wel over een slechte voedingstoestand. Het is belangrijk om tijdens ziekte en/of behandeling ondervoeding te voorkomen. Als ondervoeding al is opgetreden, is het belangrijk dat de voedingstoestand weer verbetert. 

  

Soms is sondevoeding nodig. Bijvoorbeeld als iemand niet goed kan slikken. Of als iemand zich verslikt als gevolg van een ziekte, bestraling of operatie in het hoofd-halsgebied of slokdarm.  

Wat zijn een neusmaagsonde, PEG-katheter en een jejunostomie?  

Neusmaagsonde  

Een maagsonde is een lange, dunne, flexibele slang die door de neus in de maag wordt gebracht om voeding toe te dienen. Zie de afbeelding hieronder.  

PEG-katheter  

PEG is de afkorting van Percutane Endoscopische Gastrostomie. Er wordt voor een PEG-katheter gekozen als u voor langere tijd afhankelijk zult zijn van (volledige) sondevoeding. De PEG-katheter wordt onder lokale verdoving in de maag geplaatst. Dit gebeurt via een punctie. Dat betekent dat de arts met een naald via de buikwand naar de maag gaat.  

Jejunostomie  

Als vanwege de operatie de sondevoeding niet direct de maag in mag, kiezen we voor een jejunostomie. Dit is een dun slangetje dat we via de buikwand in de dunne darm plaatsen, zie hieronder. Dit gebeurt tijdens uw operatie.  

Hoe controleer ik ligging van de neusmaagsonde?  

Het is belangrijk dat u voor het toedienen van de sondevoeding en/of medicijnen controleert of de sonde nog goed in de maag ligt. Hiervoor zijn een aantal mogelijkheden.  

  • Kijk hoe lang het stuk sonde is dat uit de neus komt. Als dat langer is geworden, ligt de sonde niet meer in de maag.  
  • U kunt ook controleren of u maagsap op kunt trekken. Dit doet u door een lege spuit op het kraantje te zetten en vervolgens de spuit op te trekken. Komt het maagsap omhoog, dan weet u dat de sonde nog goed in de maag ligt. Krijgt u geen maaginhoud terug, wil dit niet zeggen dat de sonde niet goed zit. De maag kan namelijk leeg zijn. Spuit in dat geval lucht met een spuitje door de sonde. Vaak voelt u tijdens het inspuiten van de lucht geborrel in de maag. Wanneer u dit niet voelt of hoort borrelen probeer het dan op uw zij. Twijfelt u over de ligging van de sonde? Neem dan contact op met de poli KNO.  
  • Moet u tijdens het toedienen de hele tijd hoesten, dan ligt de sonde niet meer in de maag maar komt die uit in de luchtpijp. Stop dan direct de sondevoeding een neem contact op met poli KNO.  

Bij een PEG-katheter of jejunostomie hoeft u de ligging niet te controleren. Deze zijn vastgezet en kunnen niet van positie veranderen.  

Wat is sondevoeding?  

Sondevoeding is een dunne, vloeibare voeding. Hierin zitten alle voedingsstoffen die u dagelijks nodig heeft. Denk daarbij aan koolhydraten, eiwitten, vetten, vitamines, mineralen en water. Er zijn verschillende soorten sondevoedingen.  

Welke sondevoeding moet ik gebruiken?  

De diëtiste bij wie u onder behandeling bent zorgt voor de sondevoeding die het beste bij uw lichaamsbehoefte past. U hebt regelmatig een afspraak met hem of haar. Als het nodig is, zal hij of zij de voeding aanpassen.    

Soms kunt u, als het veilig is, naast de sondevoeding eten en drinken. Hierover zal u behandelend arts beslissen.  

Hoe bewaar ik de sondevoeding?  

Ongeopend is de verpakking (pack) buiten de koelkast houdbaar tot de houdbaarheidsdatum.  

Als een pack aangesloten is op de pomp, is deze 24 uur houdbaar. Geopend met de dop erop en in de koelkast is de voeding 24 uur houdbaar.  

Hoe moet ik de sondevoeding geven?  

Er zijn verschillende mogelijkheden voor het geven van sondevoeding. U kunt het doen door middel van een voedingspomp of per spuit.  

Voedingspomp  

Gebruikt u voor het geven van de sondevoeding een voedingspomp dan is deze is door uw behandelend diëtiste aangevraagd. De leverancier van de voedingspomp komt bij u langs om uitleg te geven over de voedingspomp. Ook ontvangt u van de leverancier schriftelijke informatie over het gebruik van de pomp.  

Toedienen van sondevoeding per spuit  

Deze manier van toedienen wordt vaak gebruikt wanneer u sondevoeding in porties moet krijgen. U gebruikt hiervoor een spuit. Met een 50-ml-spuit trekt u sondevoeding op. Vervolgens koppelt u de spuit aan het verbindingsstuk en draait u het kraantje zo dat de spuit in verbinding is met de sonde. Nu kunt u de spuit langzaam leegdrukken. Het is belangrijk om voldoende tijd te nemen voor deze handeling. Wanneer u de voeding te snel toedient, kunt u last krijgen van maagkrampen en diarree. Neem per spuit 5 minuten de tijd om deze toe te dienen. Afhankelijk van de grootte van de portie herhaalt u deze stappen tot dat de volledige portie is toegediend.  

Hoe geef ik mijn medicijnen door de sonde?  

Bij een neusmaagsonde en PEG-katheter  

Sommige tabletten mogen niet gemalen worden. Dat geldt bijvoorbeeld voor medicijnen die voorzien zijn van een beschermlaagje tegen het maagzuur. Of voor medicijnen die een vertraagde afgifte hebben (retardtabletten).  

Er wordt door de arts en de verpleegkundige gekeken naar een alternatief.  

Overleg bij het voorschrijven van nieuwe medicijnen met uw behandelend arts of apotheker of de medicijnen fijngemalen mogen worden. Let tijdens het toedienen van de medicijnen op de volgende punten:  

  • Spuit de neusmaagsonde of PEG-katheter voor en na de toedienen van medicijnen door. Doe dit met een ruime hoeveelheid lauwwarm water.  
  • Vermeng de medicijnen nooit met sondevoeding.  
  • Het kan voorkomen dat u medicijnen op de lege (nuchtere) maag moet innemen. Hierdoor moet de sondevoeding, als deze continu via de pomp toegediend wordt, een tijdje stopgezet worden. Stel u diëtiste hiervan op de hoogte zodat hij of zij rekening kan houden met de pompstand wanneer u continue sondevoeding krijgt.  

Het toedienen van medicijnen bij een jejunostomie  

De sonde van de jejunostomie is zo dun dat deze gemakkelijk verstopt kan raken. Daarom mogen er geen gestampte of fijngemalen medicijnen doorheen. Een uitzondering geldt voor strikt noodzakelijke medicijnen zoals bètablokkers.  

Het is belangrijk dat uw behandelend arts of apotheek alle medicijnen vervangt voor een suspensie, poeder, druppels of zetpil. Let tijdens het toedienen van de medicijnen op dezelfde punten die gelden bij de neusmaagsonde/PEG-katheter.  

Doorspoelen van een neusmaagsonde, PEG-katheter of jejunostomie  

Het doorspoelen is belangrijk om verstoppingen te voorkomen. U moet de sonde minimaal 4 tot 6 keer per dag doorspoelen met 20 cc lauwwarm water. In ieder geval voor en na het toedienen van sondevoeding of het geven van medicijnen. Volg hiervoor onderstaande aanwijzingen.  

  • Zet de sondevoeding stop.  
  • Pak een 20- of 50-ml-spuit en vul deze met lauwwarm kraanwater.  
  • Koppel de spuit aan het verbindingstukje van de maagsonde en draai het kraantje in de goede richting.  
  • Druk nu met enige kracht de spuit leeg.  
  • Sluit het kraantje weer en koppel de spuit af.  
  • Sluit vervolgens het kraantje af met een dopje.  
  • Mocht de voedingssonde toch verstopt zitten, zie dan het kopje ‘Wat te doen bij…’  

Hygiëne  

Bij het toedienen van sondevoeding en het verzorgen van een maagsonde is het belangrijk om zo hygiënisch mogelijk te werken. Hygiënisch werken maakt de kans op problemen (complicaties) zo klein mogelijk.  

Het is daarom belangrijk om een aantal regels te volgen:  

  • Was altijd uw handen voordat u begint met het verzorgen van de maagsonde of met het toedienen van sondevoeding.  
  • Zorg voor een schone werkplek, bijvoorbeeld een tafel of een aanrecht.  
  • Let op de uiterste houdbaarheidsdatum van de sondevoeding.  
  • Verwissel een pack sondevoeding na maximaal 24 uur, ook al is het pack nog niet leeg.  
  • Verwissel minstens 1 keer per 24 uur het sondevoedingssysteem, het toedieningskraantje en het afsluitdopje.  
  • Spoel de sonde minimaal 4 tot 6 keer per dag door met 20-30 ml lauwwarm kraanwater. Zie ook het kopje ‘Doorspoelen van een neusmaagsonde, PEG-katheter of jejunostomie’.  
  • Wanneer een pack al geopend is, maar niet aangesloten, moet u deze afgesloten in de koelkast bewaren. Het pack is dan maximaal 24 uur houdbaar.  

Verwisselen toedieningssysteem, het tussenkraantje en het afsluitdopje  

Verschoon dagelijks het toedieningssysteem, het tussenkraantje en het afsluitdopje dat aangesloten zit op de maagsonde/PEG/jejunostomie. Dit om te voorkomen dat het toedieningssysteem gaat verstoppen. Het toedieningssysteem, het tussenkraantje en het afsluitdopje kunt u het beste verwisselen wanneer u een nieuw pack sondevoeding gaat aansluiten.  

Hoe kunt u het toedieningssysteem, het tussenkraantje en het afsluitdopje verwisselen?  

  • Leg een nieuw toedieningssysteem, tussenkraantje en afsluitdopje klaar en haal deze uit de verpakking.  
  • Sluit het nieuwe toedieningssysteem aan op het pack sondevoeding.  
  • Vul het gehele systeem met sondevoeding. Volg hierbij de gebruiksaanwijzing van de pomp en de uitleg van de verpleegkundige.  
  • Sluit als het systeem gevuld is het tussenkraantje aan op het nieuwe toedieningssysteem en doe het afsluitdopje op het tussenkraantje.  
  • Nu kunt u het gebruikte toedieningssysteem verwisselen voor het nieuwe toedieningssysteem.  
  • U kunt loskoppelen door aan het toedieningssysteem en de sonde te draaien.  

Verzorging neus, mond en gebit  

De neusmaagsonde gaat via de neus, door de slokdarm naar de maag. Doordat de maagsonde via de neus gaat, kan het neusslijmvlies geïrriteerd raken. Als dat het geval is, kunt u gebruikmaken van een vaselinezalf die u op de binnenkant van het neusgat kunt aanbrengen. Daarnaast kunt u de maagsonde op een andere plek vastplakken dan waar deze eerst zat. Verder raden we aan om de neus dagelijks te controleren op roodheid en/of beginnende wondjes.  

Wanneer er geen voedsel via de mond wordt ingenomen, worden de speekselklieren in de mond niet gestimuleerd tot het produceren van speeksel. Het speeksel heeft een beschermende taak ten aanzien van de mond. Volg daarom de onderstaande regels:  

  • Poets bij voorkeur 3 keer per dag uw tanden of gebitsprothese en uw tandvlees. Gebruik hiervoor een zachte tandenborstel.  
  • Spoel eventueel met chloorhexidine mond-kaakspoeling.  
  • Vet uw lippen in met vaseline.  

Hoe verzorg ik mijn neuspleister bij een maagsonde?  

Een maagsonde wordt meestal op de neus vastgemaakt met een pleister. Hierdoor blijft de maagsonde goed op zijn plek zitten.  

Door het uitdrogen van de pleister of door transpiratievocht en huidvet kan de kleefkracht van de pleister afnemen. Om te voorkomen dat de neusmaagsonde uit de neus valt of dat de maagsonde verschuift, is het belangrijk om ongeveer om de 3 dagen of na een douchebeurt de pleister te vervangen voor een nieuwe. Wanneer de pleister niet meer goed kleeft maar er zijn nog geen 3 dagen verstreken moet u deze ook vervangen.  

Hoe verwisselt u een neuspleister?  

  • Leg een pleister en eventueel een vochtig gaasje of washandje klaar.  
  • Knip 2 stukken pleister af: 1 van 8 centimeter en 1 van 2 centimeter.  
  • Houd de maagsonde vast op uw wang of bovenkleding om verschuiving te voorkomen. Haal vervolgens voorzichtig de oude pleister los.  
  • Verwijder oude pleisterresten met een washandje met koud water. U kunt in plaats van water ook wasbenzine gebruiken. Droog vervolgens de neus goed af. Laat het wel goed opdrogen, anders plakt de pleister niet goed.  
  • Begin met het lange stuk op de neus, draai de pleister 2 keer om de sonde en eindig weer op de neus. Gebruik het korte stukje om de pleisters nog extra vast te zetten op de neus.  

Hoe verzorg ik een Bridle?  

Een Bridle wordt gebruikt om verschuiving of verwijdering van de maagsonde te voorkomen. Hiermee wordt voorkomen dat de maagsonde herplaatst moet worden. Bridle betekent letterlijk ‘teugel’ of ‘lus’ en in dit geval is het bedoeld om een neus-maagsonde vast te zetten (fixeren) waarbij er geen pleisters worden gebruikt.  

Controleer of de bevestigingsclip nog op de juiste plek zit (1 cm onder de neus). Controleer ook of de bevestigingsclip nog goed vast gesloten is.  

Hoe verzorg ik mijn PEG-katheter?  

Een PEG-katheter verzorgt u anders omdat u een fistel in de buik heeft. Een fistel is een gemaakte verbinding tussen buikwand en maag.  

De verzorging de eerste 10 dagen na het plaatsen van de PEG-katheter  

In de eerste week is het belangrijk dat er een goede fistelvorming plaatsvindt. Door het niet (hygiënisch) verzorgen ervan bestaat het risico op een infectie.  

Volg om dit te voorkomen de regels hieronder:  

  • Bij gebruik voor voeding en/of medicijnen: spuit dagelijks de PEG-katheter iedere 6 uur door met 20 ml (lauw) kraanwater. Spuit ook door voor en na het toedienen van sondevoeding en medicijnen.  
  • Beweeg de PEG-katheter zo min mogelijk zodat de fistelweg kan genezen.  
  • U mag gedurende deze week niet in bad of douchen.  
  • Het verband (tegaderm) niet verwijderen/verschonen.  
  • Bij wondlekkage kunt u verbandgaas erover aanbrengen.  

Verzorging vanaf 10 dagen na plaatsing van de PEG-katheter  

Na 10 dagen het verband, tegaderm, verwijderen.  

  • Was voor u begint met het verzorgen van de PEG-katheter altijd uw handen.  
  • Na de eerste 10 dagen is het van groot belang het stomagebied dagelijks schoon te maken. Volg hierbij de 4 D's:  
    • Doorspoelen van de katheter.  
    • Draaien 360° en  
    • Dompelen van de PEG-katheter. Dit zodat het plaatje van de PEG niet kan ingroeien aan de binnenkant van de maag. Pak voor het dompelen de PEG-katheter tussen duim en wijsvinger vast en duw 2 tot 3 centimeter naar binnen. Draai vervolgens eenmaal rond. Breng daarna de PEG-sonde weer in de beginpositie.  
    • Drogen van de huid na het schoonmaken.  
  • Bekijk de huid rondom het fistel. Let daarbij op roodheid, zwelling, huidirritatie en drukplekken.  
  • Sluit de voedingsklem en maak de fixatieschijf los.  
  • Maak de huid en beide kanten van de fixatieplaat schoon met water. Droog daarna weer goed (niet met een föhn).  
  • Zolang het fistel nog vocht afscheidt, moet u de huid en de fixatieplaat schoonmaken met een gaasje doordrenkt in chloorhexidine. Daarna kan is schoonmaken met water voldoende
  • Bij wondlekkage kunt u een splitgaasje onder het schildje leggen.  
  • Wanneer de wond is genezen en de fistel zich gevormd heeft, is het niet meer nodig om gaasjes te gebruiken.  
  • Plaats de fixatieschijf weer terug en sluit deze. De fixatieschijf mag niet te strak op de huis zitten.  
  • De fixatieplaat mag niet te strak op de huid zitten. Als u denkt dat dit wel het geval is, neem dan contact op met de afdeling waar de PEG-katheter is geplaatst.  
  • Zie ook folder: Verzorging gastrostomiekatheter van de afdeling Maag-, darm- en leverziekten.  

Hoe verzorg ik mijn jejunostomie?  

  • Was voor u begint met het verzorgen van een jejunostomie altijd uw handen.  
  • Dagelijks reinigen en doorspoelen is belangrijk om de levensduur van de jejunostomie te verlengen. Ook verlaagt dit het risico op het ontwikkelen van een infectie.  
  • Bekijk de huid rondom het fistel. Let hierbij op roodheid, zwelling, huidirritatie en drukplekken.  
  • Maak de huid en beide kanten van de fixatieplaat en de hechtingen schoon met water. Droog daarna weer goed (niet met een föhn).  
  • Zolang het fistel nog vocht afscheidt, moet u de huid en de fixatieplaat schoonmaken met een gaasje doordrenkt in chloorhexidine. Daarna kan is schoonmaken met water voldoende 
  • Bij wondlekkage kunt u een splitgaasje onder het schildje leggen.  
  • Wanneer de wond is genezen en de fistel zich gevormd heeft, is het niet meer nodig om gaasjes te gebruiken.  

Wat te doen bij…  

Een verstopte voedingssonde  

Mocht de voedingssonde tóch verstopt raken of moeilijk doorgankelijk zijn, dan kunt u het volgende proberen:  

  • Neem een spuit van 2 of 5 ml ml en spuit met lichte druk lauwwarm water door de voedingssonde. Herhaal dit als dat nodig is.  
  • Gebruik nooit koolzuurhoudend bronwater of frisdranken.  
  • Als u de verstopping kunt zien, kunt u proberen om de voedingssonde op die plek zachtjes te kneden. Als de verstopping dan loskomt, kunt u de sonde doorspuiten met lauwwarm water.  

Obstipatie  

Obstipatie (verstopping) betekent dat u langer dan 3 dagen geen ontlasting heeft gehad, tenzij dit uw normale ontlastingspatroon is. Mogelijke oorzaken van obstipatie kunnen zijn:  

  • Sondevoeding met te weinig vezels.  
  • Te weinig vochtinname.  
  • Te weinig beweging.  
  • Medicijngebruik.  

Neem in het geval van obstipatie contact op met u behandelend diëtiste of (huis)arts.  

Diarree  

Belangrijk bij diarree is dat u voldoende vocht binnenkrijgt. U kunt water door de voedingssonde geven, of – als dat mag – kunt u het drinken.  

Neem contact op met uw (huis)arts als de diarree langer dan 3 dagen aanhoudt. Bent u sinds kort veranderd van sondevoeding, neem dan contact op met uw behandelend diëtiste.  

Mogelijke oorzaken van diarree kunnen zijn:  

  • Te hoge toedieningssnelheid.  
  • Te grote porties.  
  • Te koude voeding.  
  • Onhygiënisch bereiden en/of toedienen van de sondevoeding.  
  • Medicijngebruik  

Misselijkheid en braken  

Het kan voorkomen dat indien u afwijkt van uw normale voedingsschema misselijkheid en braken kan optreden. Andere oorzaken kunnen zijn:  

  • Te koude voeding.  
  • Verkeerde positie van de voedingssonde.

Als u veranderd bent van voedingsschema neem dan contact op met u behandelend diëtiste. Zo niet neem dan contact op met uw (huis)arts.  

Het uitvallen van de neusmaagsonde  

Het kan voorkomen dat de neusmaagsonde niet goed ligt of eruit gevallen is. Neem dan contact op met:  

  • De thuiszorg of de wijkverpleegkundige (als u daar bekend bent).  
  • (Huis)arts.  
  • Behandelend diëtiste.  

Het uitvallen van de PEG-katheter of jejunostomiekatheter  

Als de PEG-katheter of jejunostomiekatheter eruit is, moet u direct contact opnemen met u huisarts of wijkverpleegkundige. Zijn deze niet bereikbaar, dan moet u direct naar de Spoedeisende Hulp (SEH) komen. Dit is belangrijk omdat de fistelopening binnen enkele uren kan dichtgroeien. Er moet zo snel mogelijk een nieuwe PEG-katheter of jejunostomie worden teruggeplaatst.  

Heeft u vragen?  

Als u vragen heeft, kunt u contact opnemen met de afdeling KNO langverblijf of de polikliniek KNO. Dat kan tijdens kantooruren via:  

  • 071-526 25 39 (KNO langverblijf) 
  • 071-526 80 20 (Polikliniek KNO)