Patiëntenfolder

Triggerpoint injectie

Met u is op de polikliniek besproken dat u voor de behandeling van uw pijnklachten een trigger point injectie zult ondergaan. In deze folder vindt u informatie over de injectie en instructies over wat te doen rondom de injectie.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Anesthesiologie.

Onze zorg

Wat is een triggerpoint injectie?

Triggerpoints of spierknopen zijn pijnlijke verhardingen in de spieren die niet meer ontspannen. Een triggerpoint of spierknoop kan bewegingsbeperkingen, stijfheid, krachtverlies en pijnklachten veroorzaken. Een spier is opgebouwd uit afzonderlijke spiervezels. In een normale ruststand is een spiervezel noch uitgerekt, noch samengetrokken. Wanneer er een triggerpoint in de spier zit dan blijkt dat de spiervezels in rusttoestand op bepaalde punten meer samengetrokken zijn dan in het omringende gebied. Op deze punten is de spierspanning dus hoger en blijven de spiervezels zelfs in rust samengetrokken. Hierdoor ontstaat een lokale verdikking met een slechte doorbloeding, waardoor afvalstoffen zich ophopen. Een trigger point injectie kan helpen de spier te ontspannen en de pijnklachten te verminderen. 

Voorbereiding

Hoe kunt u zich voorbereiden?

Waar moet u zich melden?   

U krijgt een brief toegezonden per post. Hierin staat hoe laat en op welke afdeling u zich moet melden.   

Eten en drinken

U mag voor de behandeling gewoon eten en drinken.

Bloedverdunners 

Als u bloedverdunners gebruikt zal de pijnspecialist u op de polikliniek instructies geven wat u moet doen met uw bloedverdunners. Zorg dat u weet hoeveel dagen u voor uw behandeling met de bloedverdunners moet stoppen.   

Kleding, sieraden en protheses   

Voor de ingrepen op de polikliniek vragen we u om zoveel mogelijk uw sieraden thuis te laten. Draag makkelijk zittende kleding.   

Ook belangrijk   

Meld voor de behandeling altijd aan de pijnspecialist of verpleegkundige of:

  • U (mogelijk) zwanger bent

  • U allergisch bent voor contrastvloeistof, jodium of medicijnen

  • U een pacemaker of ICD heeft

Neem voor de behandeling contact op met het Pijnbehandelcentrum als:

  • U geen pijn of klachten meer heeft

  • U de dag van de behandeling ziek bent of koorts heeft

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

Voor een trigger point injectie komt u naar de polikliniek van het Pijnbehandelcentrum. Wanneer u aan de beurt bent, zal op de behandelkamer van de polikliniek de injectie plaatsvinden. Voor de injectie worden de trigger points door de specialist gemarkeerd. Afhankelijk van de locatie zal deze onder direct zicht, of met behulp van een echoapparaat worden uitgevoerd. Wanneer de naald op de juiste plaats is gepositioneerd, worden de medicijnen in de spier gespoten. Deze medicijnen betreffen een lokale verdoving, meestal in combinatie met een ontstekingsremmer (corticosteroïd). De lokale verdoving zorgt meestal vrij snel voor vermindering van de pijn, echter nadat deze is uitgewerkt kan de pijn terugkomen. De ontstekingsremmer heeft soms tot twee weken nodig om in te werken. De ontstekingsremmers kunnen enkele maanden voor pijnvermindering zorgen. Deze behandeling duurt ongeveer 15-30 minuten.

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Wat gebeurt er na de behandeling?

Als u behandeld bent op de polikliniek, vragen we u na de blokkade tien tot vijftien minuten plaats te nemen in de wachtkamer. Mocht u ongewenste effecten hebben van de behandeling, dan kunnen we deze voor u verhelpen. Voelt u zich na deze tijd goed, dan mag u naar huis.

Naar huis

Houdt u er rekening mee dat u een begeleider heeft die u naar huis brengt. U mag niet zelf actief deelnemen aan het verkeer.   

Pijnmedicatie   

U gaat door met de pijnmedicatie u in dezelfde dosering als voor de behandeling, tenzij de pijnspecialist u een andere instructie heeft gegeven.   

Bloedverdunners   

De pijnspecialist zal u bij ontslag een instructie geven wanneer u uw bloedverdunners mag hervatten.   

Napijn   

Na de behandeling kunt u napijn hebben. Deze napijn kan één tot twee weken aanhouden, maar verdwijnt vanzelf. U kunt hiervoor eventueel een pijnstiller innemen. 

Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?

Uw pijnspecialist zal de behandeling zorgvuldig uitvoeren. Toch bestaat er een kleine kans op complicaties.

  • Napijn

  • Toename van pijn

  • Een bloeding

  • Een infectie. Krijgt u koorts? Neem dan contact op met uw pijnspecialist of huisarts.

  • Verminderde kracht, dit zal tijdelijk zijn.

Als er ontstekingsremmers (corticosteroïden) zijn ingespoten, kunt u ongeveer tot drie dagen na de behandeling last hebben van bijwerkingen. Deze gaan vanzelf weer over. 

Mogelijke bijwerkingen zijn:   

  • Een rood of warm gezicht  
  • Opvliegers  
  • Ontregelde menstruatie  
  • De anticonceptiepil kan gedurende één cyclus minder betrouwbaar zijn  
  • Spierkrampen 
  • Verhoogde bloedsuikerspiegel. Heeft u diabetes (suikerziekte)? Controleer dan de eerste dagen na de behandeling regelmatig de bloedsuikerspiegel.
Nazorg

Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?

Controle   

U krijgt zes weken na de behandeling een telefonische controle. Tijdens dit gesprek zal het effect van de blokkade worden geëvalueerd en het beleid besproken worden.  

Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Bij vragen of problemen kunt u contact opnemen met:   

Polikliniek Pijnbehandelcentrum 

Tijdens kantooruren bereikbaar tussen: 08.00 en 10.00 uur en van 13.30 tot 15.00 uur via telefoonnummer 071 – 526 2369.  

Overig

Instructies ten aanzien van bloedverdunners via de trombosedienst   

Indien u bekend bent bij de trombosedienst, regelt deze op ons verzoek wanneer u stopt met de bloedverdunners. Een controle INR is in dit geval vereist voor de verrichting, dit kan met uw eigen thuismeting of via de trombosedienst. Indien dit niet mogelijk is, zal er een uur voor de verrichting een INR moeten worden bepaald in het LUMC laboratorium.