Oratie: ‘Wat kleine microben groot maakt’

30 januari 2023
leestijd
Hermelijn Smits is hoogleraar Immuunmodulatie door gastheercommensaal interacties. In die rol vergroot zij het huidige begrip van de manier waarop microben en parasieten ons immuunsysteem vormgeven om ons te beschermen tegen infecties aan de luchtwegen en chronische ontstekingsziekten. In haar oratie op 3 februari zoemt zij in op die kleine onzichtbare wereld van de micro-organismen.

Deze wereld is heel lang onbekend geweest omdat mensen het niet konden zien. Dat werd anders door de ontwikkelingen van de microscoop en ook door ontwikkelingen waarin aangetoond werd dat bepaalde micro-organismen betrokken zijn bij ziekten en dus ook bij dood. Dat is zo’n ruim 100 jaar geleden ontdekt. Sindsdien zitten de micro-organismen als het ware in het ‘verdomhoekje’. Ze worden vooral gezien als veroorzakers van ziekten en dood. En door gebruik van antibiotica kun je die bestrijden, maar het devies is vooral om er zover mogelijk bij uit de buurt te blijven wil je gezond blijven.

Niet alle micro-organismen zijn slecht

Smits wil graag een ander verhaal laten horen. In haar oratie laat zij weten dat je micro-organismen niet allemaal over één kam moet scheren; dat niet alle micro-organismen slecht zijn. Er is een hele groep van micro-organismen die juist goed voor je is en die ervoor zorgt dat je immuunsysteem in balans komt. Dat je dus juist niet ziek wordt.

Waar 100 jaar geleden infectieziekten als belangrijkste oorzaak van de dood gezien werden, is dat nu niet meer zo. Dat hebben we vooral te danken aan de antibiotica. We hebben nu echter te maken met een andere epidemie, die van de chronische ontstekingsziekten. Zoals allergieën, astma, bepaalde vormen van auto-immuniteit, chronische darmziekten, hart- en vaatziekten en type 1 en type 2 diabetes. Ziekten die onbehandeld mogelijk de dood tot gevolg kunnen hebben. En dat is eigenlijk in een hele korte tijd zo ontwikkeld. En de grote vraag is: hoe kan dat dan?

Veranderende omgeving en levensstijl

Hier zijn de afgelopen jaren heel veel epidemiologische studies naar gedaan. De grote gemene deler is dat er een grote verandering is opgetreden hoe we in aanraking komen met micro-organismen. Mogelijk heeft onze veranderende omgeving en levensstijl daarmee te maken. Ons immuunsysteem wordt anders geprikkeld en opgevoed. Er zijn bijvoorbeeld grote verschillen gevonden in astma, allergieën en bepaalde vormen van auto-immuniteit bij de inwoners van Oost- en West-Duitsland ten tijde van de Muur.

Een hypothese die hiermee samenhangt, is de hygiënehypothese van Strachan. Smits: “In de wandelgangen wordt dit vaak uitgelegd als dat we nu te schoon zouden leven en dat we vaker vieze handen zouden moeten krijgen. Dit wil ik bestrijden. Er is niks mis met schone handen, een goede persoonlijke hygiëne of een schoon en opgeruimd huis. Het ligt veel genuanceerder. De Britse arts en microbioloog Graham Rook heeft de hygiënehypothese verfijnd en meer toegespitst op micro-organismen die ertoe doen, in plaats van alle micro-organismen over één kam te scheren. Hij heeft dit de ‘Oude vrienden’-hypothese genoemd.”

Leren van de microben

Deze ‘oude vrienden’ zijn micro-organismen van het begin van de evolutie toen het immuunsysteem ontwikkeld werd en de mensen als verzamelaars en jagers leefden. Zij kwamen op een hele andere manier met die micro-organismen en hun signalen in aanraking. Nu door de eeuwen heen ons leven anders ingericht is, ontvangen we niet meer diezelfde prikkels en met name niet van die zogenaamde ‘oude vrienden’.

In haar oratie stelt Smits de vraag of we ons immuunsysteem weer in de juiste richting kunnen duwen met adequate prikkels zodat we de vroegere weerbaarheid en veerkracht weer terugkrijgen. Kunnen we onze moderne levensstijl combineren met de gunstige eigenschappen van micro-organismen? Natuurlijk is dat al geprobeerd door diverse onderzoekers, maar blijkt het niet zo makkelijk te zijn. Toch stelt Smits dat het kan. Via voorbeelden laat zij dat zien. We moeten daarbij alleen veel meer lering trekken uit de werking van micro-organismen en welke invloed ze kunnen hebben op ons immuunsysteem.

Zij maken het verschil

Naast dit alles wil Smits met haar oratie ook een lans breken voor zowel de jonge wetenschappers als de gezondheidsfondsen. Smits: ”Ik zou willen pleiten voor meer behoud en ondersteuning van jonge en waardevolle onderzoekers binnen de academie. Nu vallen deze jonge mensen vaak af op het moment dat de eerste cruciale beurs niet wordt toegewezen. En dat is zonde. Zij vormen namelijk vaak het cement van de onderzoeksgroep en kunnen ondersteunen bij onderwijs en training.”

De gezondheidsfondsen ziet Smits als een brug tussen het onderzoek en de maatschappelijke impact. Zij vormen een cruciale rol als aanjager en stimulator om academische bevindingen naar de kliniek te brengen door op te treden als intermediair richting biotech- of farmabedrijven, dan wel om dáár in te springen waar bedrijven geen verdienmodel zien zoals bijvoorbeeld bij initiatieven gericht op preventie. Daar waar het maatschappelijk belang groot is, kunnen zij het verschil maken. In het uitdragen en opzoeken van maatschappelijke impact vormen zij de spreekbuis richting patiënten en het algemeen publiek.” Ze wil hiermee benadrukken dat het belangrijk is om de gezondheidsfondsen te ondersteunen. Ook in deze moeilijke tijden waarin er minder geld wordt vrijgemaakt voor deze fondsen. 

De oratie van Hermelijn Smits is vrijdag 3 februari vanaf 16.00 uur live te volgen via de website van de Universiteit Leiden.