Patiëntenfolder

Vitrectomie

Deze folder geeft algemene informatie over een vitrectomie en wat u van deze operatie kunt verwachten. Deze informatie dient ter ondersteuning van gesprekken die artsen en verpleegkundigen met u over de operatie zullen hebben. Niet alles in deze folder is op u van toepassing. Als u naar aanleiding van deze folder vragen heeft bespreek deze dan met uw oogarts.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Oogheelkunde.

Onze zorg

Wat is Vitrectomie?

Een vitrectomie is een operatie die uitgevoerd wordt ter behandeling van een aandoening van het glasvocht of het netvlies. Het glasvocht is een heldere gelei, die zich achter de lens in het oog bevindt. Het netvlies (retina) is de laag in het oog waar de beeldvorming plaatsvindt.

Waarom doen we dit onderzoek/deze behandeling?

Een vitrectomie kan om verschillende redenen nodig zijn. Het glasvocht kan troebel worden, spontaan of door een bloeding. Een vitrectomie kan in sommige gevallen nuttig zijn om het troebele glasvocht te verwijderen om het licht weer ongehinderd in het oog te laten.

Meestal wordt een vitrectomie echter uitgevoerd voor een afwijking aan het netvlies. Soms groeit er een vliesje over het netvlies (epiretinale membraan.) Dit kan vervorming van de gele vlek (pucker) veroorzaken, waardoor men ook vervormd gaat zien. Er kan ook een gaatje in de gele vlek ontstaan waardoor het scherpe zien ernstig vermindert (maculagat).

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

Bij een vitrectomie worden er drie kleine openingen in de harde oogrok vlak naast het hoornvlies gemaakt. Het glasvocht wordt tijdens de operatie meestal vervangen door een speciale vloeistof, maar soms door gas of olie. Gas en olie worden gebruikt om het netvlies na de operatie enige tijd steun te geven. De ernst en aard van de oogafwijking bepalen de keuze tussen vloeistof, gas en olie. De keuze wordt voor de operatie met u besproken. Soms zal de arts tijdens de operatie moeten besluiten van deze keuze af te wijken.

De speciale vloeistof wordt snel vervangen door vocht dat het oog zelf maakt.

Ook gas wordt door eigen oogvocht vervangen, maar blijft langer in het oog. Zolang er een grote gasbel in het oog zit, kunt u weinig zien. Na verloop van tijd merkt u dat u over de gasbel heen kunt kijken en de bel langzaam uit het oog verdwijnt. Bij gebruik van gas is het meestal nodig dat u gedurende een aantal dagen na de operatie een bepaalde houding aanneemt. Zolang de gasbel groot is, kunt u in ieder geval beter niet plat op uw rug liggen. De gasbel drukt dan namelijk tegen de ooglens aan. Zolang er gas in uw oog aanwezig is, moet u drukverschillen mijden, dat wil zeggen: niet vliegen, duiken of de bergen in.

Olie verdwijnt niet vanzelf, maar moet met een tweede operatie verwijderd worden. Deze operatie zal meestal enkele maanden na de eerste operatie plaats vinden.

Bij een netvliesloslating kan het nodig zijn tijdens de operatie een kunststof bandje (cerclage-bandje) rond het oog aan te brengen om het netvlies extra steun te geven. Dit bandje is van buitenaf niet zichtbaar en hoeft niet verwijderd te worden.

Indien het zicht op het netvlies door een troebele lens (staar) tijdens de operatie te slecht is, moet de ooglens verwijderd worden. In een aantal gevallen kan de verwijderde ooglens door een kunstlens worden vervangen. Dit is in geval van een vitrectomie een standaard (monofocale) kunstlens.

Meestal zal het aanbrengen van een cerclage-bandje en het verwijderen of vervangen van de ooglens tevoren met u worden besproken. Bij onvoorziene omstandigheden zal de arts tijdens de operatie de beslissing moeten nemen.

Als u onverhoopt binnen één maand na het inbrengen van het gas een operatie onder algehele anesthesie moet ondergaan dient u dit te melden aan de anesthesist. Er mag dan namelijk geen lachgas worden gebruikt.

De operatie vindt vaak in dagbehandeling plaats maar soms is het noodzakelijk om enkele dagen in het ziekenhuis te worden opgenomen.

Verdoving

Afhankelijk van de ernst van de afwijking kan de operatie een half uur tot enkele uren duren. De meeste operaties kunnen met een lokale verdoving met een injectie uitgevoerd worden. Soms is een narcose nodig. De wijze van verdoving zal tijdens het voorafgaande bezoek bij de oogarts met u besproken worden. 

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Zoals bij iedere operatie kan ook na een vitrectomie een bloeding of infectie optreden. Bij een bloeding wordt het beeld plotseling wazig. Een bloeding verdwijnt meestal vanzelf. Een infectie komt zelden voor, maar kan ernstige gevolgen hebben.

Als u nog niet aan staar geopereerd bent, zal enige tijd na een vitrectomie een staar-operatie nodig zijn. De termijn waarop staar zich bij u zal ontwikkelen, is zeer variabel (een maand tot meerdere jaren, sneller op hogere leeftijd.) Het ontstaan van staar merkt u op door een langzame achteruitgang van de gezichtsscherpte. In sommige gevallen wordt de staaroperatie gelijktijdig met de vitrectomie gedaan.

Het kan zijn dat na de operatie de oogdruk tijdelijk te hoog is. De oogdrukverhoging wordt meestal met extra oogdruppels of tabletten behandeld.

Soms treedt na de operatie een netvliesloslating op. Bij een netvliesloslating valt een deel van het gezichtsveld weg. De kans op een netvliesloslating is het grootst in de eerste maanden na de vitrectomie. Het is verstandig in deze periode het gezichtsveld af en toe zelf te controleren. Dit kunt u doen door uw hand in het gezichtsveld te bewegen, terwijl u recht vooruit blijft kijken en het niet geopereerde oog dicht houdt. Uw hand moet rondom overal evengoed zichtbaar zijn. Wanneer er opnieuw een netvliesloslating optreedt, is meestal een nieuwe operatie nodig. 

Nazorg

Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?

Meestal blijft u tot enkele weken na de operatie oogdruppels gebruiken. Hechtingen hoeven niet te worden verwijderd, maar ze kunnen vooral de eerste week irritatie geven. Het oog blijft enkele weken wat gevoelig, rood en gezwollen en in die tijd zult u fel licht waarschijnlijk slechtverdragen. Na één tot enkele weken kunt u al uw bezigheden hervatten.
Wanneer een cerclage-bandje is aangebracht, wordt na 3 maanden uw brilsterkte aangepast. De brilsterkte kan veranderen, omdat uw oog door het bandje iets van vorm is veranderd. Zie ook de folders
Netvliesloslating en Vlekken en flitsen.

Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Bij vragen of problemen kunt u contact opnemen met:

LUMC, polikliniek Oogheelkunde
Routenummer 598, locatie J3

Tel. 071 – 526 8030

Voor afspraken: 
Het medisch secretariaat tussen 9.00-12.00 uur, toets 1
Voor medische vragen: 
De verpleging tussen 08.30-17.00 uur, toets 2

Voor overige vragen: 
Het medisch secretariaat tussen 9.00-16.00 uur, toets 4

Buiten kantooruren: 071 – 526 9111
(vragen naar dienstdoende arts-assistent afdeling Oogheelkunde) 

Deze folder is tot stand gekomen onder redactie van de Commissie Patiëntevoorlichting van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG) in 2009 (www.oogheelkunde.org) en aangepast voor het LUMC in 2016.

Handige links