Promotie: Verminderen voedingssupplementen agressief gedrag bij verstandelijk beperkten?

30 november 2022
leestijd
Moeilijk verstaanbaar gedrag en agressie komen veel voor binnen de gehandicaptenzorg. Er is daarom behoefte aan makkelijk toepasbare, betaalbare en veilige interventies. David Gast onderzocht tijdens zijn promotie of voedingssupplementen effect hebben op agressief gedrag bij mensen met een verstandelijke beperking. Hij licht zijn resultaten toe.

Gast deed in de vijf jaar dat zijn promotieonderzoek duurde verschillende studies. Zoals een interventiestudie waarin hij onderzocht of voedingssupplementen met mineralen, vitaminen en visolie kunnen helpen bij het verminderen van agressief gedrag bij mensen met een verstandelijke beperking. Deelnemers slikten 16 weken lang dagelijks voedingssupplementen of een placebo en er werd iedere dag geregistreerd of er agressie-incidenten waren. Samen met een team van de afdeling Psychiatrie in het LUMC voerden Gast het onderzoek uit op meer dan 80 locaties van zes zorgorganisaties. In totaal waren er 137 deelnemers en zijn er ruim 13000 agressie-incidenten geregistreerd. 

Resultaten

Weliswaar was er een vermindering van ongeveer 25% in agressie-incidenten ten opzicht van het begin van de studie, maar uit het onderzoek kwam geen verschil tussen de placebo- en de voedingssupplementen naar voren, wat zou kunnen wijzen op een placebo-effect. Daarbij moet wel de kanttekening worden geplaatst dat de resultaten waarschijnlijk zijn verstoord door de coronacrisis, die uitbrak tijdens de studie. Dit heeft een groot effect gehad op het gedrag van mensen met een verstandelijke beperking en de uitrol van de studie, waardoor Gast aanraadt deze studie te herhalen om het effect van voedingssupplementen in deze groep met zekerheid te kunnen vaststellen. Een aantal eerdere studie bij andere doelgroepen laten namelijk wel een effect zien. 

Zorgwekkend ongezond eetpatroon

Ook onderzocht Gast hoe de kans van slagen van een dergelijke interventie vergroot kan worden. Hij ging daarvoor in gesprek met medewerkers in de gehandicaptenzorg en cliënten zelf. Zij gaven aan moeite te hebben met het slikken van grote pillen en ook waren een aantal cliënten erg gevoelig voor de sterke geur en/of smaak van supplementen. Daarnaast nam Gast de kwaliteit van het eetpatroon van mensen met een verstandelijke beperking onder de loep. De zogenoemde eetscorelijst werd ingevuld door de persoonlijke begeleider, eventueel met hulp van de cliënt als die daartoe in staat was. 

Het bleek dat mensen met een verstandelijke beperking over het algemeen een ongezonder eetpatroon hebben dan de controlegroep van mensen zonder verstandelijke beperking. Op 12 van de 16 voedingsgroepen hadden ze significant lagere scores. Met name bij de groep van mensen met een licht verstandelijke beperking bleek de voeding zorgwekkend ongezond, waarbij er te veel suiker en ongezonde vetten werden gegeten en te weinig groenten, fruit en omega-3 vetzuren. Dit wijst erop dat er meer moet worden gedaan om de leefstijl bij deze groep te verbeteren. 

Uitsluitsel

Gast vond tijdens zijn promotieonderzoek dus geen bewijs dat voedingssupplementen beter werken dan placebo. Maar het leverde wel bruikbare inzichten op over hoe je onderzoek kan doen bij deze kwetsbare doelgroep. Een nieuwe interventiestudie, zonder grote verstoring, zal in de toekomst moeten uitwijzen of voedingssupplementen werkzaam zijn voor het verminderen van agressie bij mensen met een verstandelijke beperking.

Gast verdedigde zijn proefschrift op 29 november.