Janneke de Man-van Ginkel benoemd tot hoogleraar Verplegingswetenschap
&width=710&height=710)
Bieden individuele verpleegkundigen dezelfde zorg aan een patiënt?
De Man-van Ginkel richt haar onderzoek op essentiële verpleegkundige zorg binnen een multidisciplinaire context, gedurende het hele zorgtraject van de patiënt. Haar doel is dat patiënten, ondanks ziekte of beperkingen, actief kunnen blijven deelnemen aan de samenleving of op een waardige manier afscheid kunnen nemen van het leven. Binnen dit brede kader besteedt zij specifieke aandacht aan continuïteit van zorg. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat deze continuïteit afhankelijk is van drie factoren: informatie die nodig is voor goede zorg, de organisatie van de zorg, en de relatie tussen patiënt en zorgprofessional.
“Ik wil daar een vierde aspect aan toevoegen, namelijk continuïteit in de inhoud van de zorg”, zegt De Man-van Ginkel. “De vraag is of individuele verpleegkundigen dezelfde zorg bieden aan een patiënt. Volgen zij de beschikbare kennis en gemaakte afspraken, of hun persoonlijke opvattingen en voorkeuren.” Eenduidigheid is volgens haar belangrijk voor de effectiviteit van verpleegkundige interventies, die vaak complex zijn en uit meerdere handelingen bestaan die specifieke vaardigheden en gedrag vereisen van zowel de patiënt als de zorgverlener. Daarom onderzoekt zij ook de kenmerken van verschillende patiëntgroepen, hun behoeften en voorkeuren, evenals de overtuigingen en het handelen van zorgprofessionals.
Verpleegkundig vakgebied veelomvattend
Volgens De Man-van Ginkel is het verpleegkundig vakgebied veelomvattend en raakt het alle levensfasen, van geboorte tot levenseinde. Verpleegkundige zorg wordt aangeboden in uiteenlopende zorgomgevingen, zoals verpleegafdelingen in ziekenhuizen, poliklinieken, thuiszorg, revalidatiecentra en woon-zorginstellingen. De beroepsgroep is divers en bestaat uit professionals met verschillende opleidingsniveaus en achtergronden, variërend van helpenden tot hoogleraren.
Deze diversiteit zorgt ervoor dat leerstoelen Verplegingswetenschap vaak een brede opdracht hebben, zeker als het een eerste leerstoel is in een organisatie. Dat sluit volgens De Man-van Ginkel aan bij het vakgebied. “Veel aspecten van verpleegkundige zorg worden niet uitsluitend bepaald door een ziekte zelf”, zegt ze. “De zorg wordt ook bepaald door de gevolgen van een ziekte voor het fysieke, psychische en sociale functioneren van mensen. Hierdoor zijn er veel overeenkomsten tussen verschillende ziektebeelden. Dat betekent dat één leerstoel Verplegingswetenschap relevant kan zijn voor een groot deel van het vakgebied. Toch is het niet mogelijk om met één leerstoel het hele vakgebied te bedienen. Het is dan ook positief dat het aantal leerstoelen Verplegingswetenschap in Nederland de afgelopen jaren sterk is toegenomen.”
Verplegingswetenschappelijk onderzoek van groot belang voor de maatschappij: continuïteit van zorg
Verplegingswetenschappelijk onderzoek is van groot belang, niet alleen voor het vakgebied zelf maar ook voor de maatschappij. Door toenemende kennis over ziekten en behandelmogelijkheden is er meer specialisatie in de zorg ontstaan. Dit is waardevol gezien de demografische ontwikkelingen die leiden tot een groeiende en complexere zorgvraag, maar leidt ook tot versnippering van de zorg. Tegelijkertijd staat de beschikbaarheid van zorg onder druk door een tekort aan zorgpersoneel, vooral verpleegkundigen. Dit raakt direct aan het centrale thema van De Man-van Ginkels leerstoel: continuïteit van zorg.
Krachten bundelen en samen werken aan toekomstbestendige zorg
Voor een toekomstbestendige gezondheidszorg is een flexibele, wendbare beroepsgroep van verpleegkundigen cruciaal. Verpleegkundigen moeten in staat zijn om leiderschap te tonen om met een gelijkblijvend aantal professionals te voldoen aan de groeiende vraag naar hoogwaardige zorg. Dit vraagt de vaardigheid om binnen interprofessionele samenwerking en in het publieke domein op te komen voor het verpleegkundig beroep.
Daarbij is goed onderzoek nodig dat het handelen van verpleegkundigen wetenschappelijk onderbouwt, maar ook goed onderwijs in zowel de beroepsopleiding als het academische vervolgonderwijs. De Man-van Ginkel: “Daarom geef ik les aan de master Verplegingswetenschap in Utrecht en werk ik samen met collega-hoogleraren aan een langetermijnvisie voor het wetenschappelijke masteronderwijs.” Ze benadrukt dat er meer academisch opgeleide verpleegkundigen nodig zijn om de belangen van het beroep goed te kunnen vertegenwoordigen in discussies over de toekomst van de zorg.
Integratie onderzoek en onderwijs in de verpleegkundige zorg
Om dit te realiseren is het noodzakelijk dat onderzoek en onderwijs beter geïntegreerd worden in de verpleegkundige praktijk. Daarom richt De Man-van Ginkel zich met haar leerstoel ook op de academisering van de verpleegkunde. Zorg, onderzoek en onderwijs moeten volgens haar nauw met elkaar verbonden zijn. In het LUMC worden nieuwe functies geïntroduceerd waarin deze rollen gecombineerd worden, zoals die van verpleegkundig onderzoeker. In deze functie verricht een academische opgeleide verpleegkundige zorg aan het bed en doet tegelijkertijd wetenschappelijk onderzoek onder supervisie van de leerstoel. Dit biedt verpleegkundigen de mogelijkheid om een wetenschappelijke loopbaan op te bouwen binnen de zorg en zo bij te dragen aan continue kennisontwikkeling, wat leidt tot betere uitkomsten voor de patiënt.
Deze aanpak sluit naadloos aan bij de missie van het LUMC: als innovator bijdragen aan de verbetering van de gezondheidszorg en de gezondheid van mensen door middel van toonaangevend onderzoek en vernieuwend onderwijs, met als doel de best mogelijke zorg voor patiënten.
Curriculum vitae
Janneke de Man-van Ginkel is BIG-geregistreerd verpleegkundige, verplegingswetenschapper en klinisch epidemioloog. Ze heeft ruim tien jaar ervaring als neuroverpleegkundige en verpleegkundig specialist, en is expert in complexe verpleegkundige zorg voor patiënten met acute aandoeningen, die langdurige gevolgen hebben voor het fysiek en psychosociaal functioneren.
Ze haalde haar master Verplegingswetenschap in 2008, rondde in 2011 de post-graduate master Epidemiologie af en promoveerde in 2012. Daarna ging ze in het UMC Utrecht door als assistant professor en vanaf 2019 als associate professor. Van 2014-2022 was ze programmacoördinator van de master Nursing Science aan de Universiteit Utrecht. In maart 2022 maakte ze de overstap naar het LUMC.
Daarnaast is ze voorzitter van de raad van toezicht van een organisatie voor langdurige zorg en bestuurslid van de European Academy of Nursing Science.