Oratie Hedwig Vos

‘Gezond of ongezond zijn, is geen individuele keuze, maar heeft te maken met de situatie waar je in zit.’

20 november 2025
leestijd
‘Strijd voor gezondheid’ is de titel van de oratie van hoogleraar Huisartsgeneeskunde Hedwig Vos. En die titel is er niet zomaar. In alles wat ze doet, staat het maatschappelijk belang voorop, van meer kennis over vrouwengezondheid tot het verkleinen van gezondheidsverschillen.

Foto door: Annemarie Bakker

Hedwig Vos

Je bent hoogleraar huisartsgeneeskunde, net als het vak van de huisarts is dit erg breed. Waar doe je met je team onderzoek naar?

 “Het is inderdaad erg breed, maar de prioriteit ligt bij onderzoek voor mensen die dit het hardst nodig hebben. Met de Health Campus onderzoeken we bijvoorbeeld hoe we gezondheidsverschillen in de maatschappij kunnen verkleinen. Hierbij kijken we ook naar duurzaamheid en klimaatrechtvaardigheid. Ook doen we op de afdeling veel onderzoek naar ouderen. Daarnaast ben ik gespecialiseerd in sekse- en genderverschillen, onder andere vrouwengezondheid. Zo zijn we dit jaar gestart met een grote studie rond vrouwen die een verhoogd risico lopen op hart- en vaatziekten, omdat ze tijdens de zwangerschap, zwangerschapsvergiftiging hebben gehad. Er is een richtlijn dat we deze vrouwen vaker willen zien, maar in de praktijk doen we dit nog te weinig. Wat hebben vrouwen zelf nodig? En hoe zorgen we ervoor dat de huisartsen dit ook gaan doen? Dat zijn vragen die we willen beantwoorden.”

“Tegelijkertijd kijken we ook in de breedte. Zo hebben we in Leiden bijzondere aandacht voor veelvoorkomende aandoeningen, vroeger ook wel ‘kleine kwalen’ genoemd. Ondanks dat deze vaak voorkomen, is er nog onvoldoende onderzoek naar. Hierdoor maak je als huisarts soms afwegingen die risico’s meebrengen. Met ons onderzoek willen we de kennis hierover vergroten. Onze promovendus Roeland Watjer heeft bijvoorbeeld het effect van schimmelnagellak onderzocht. Met deze onderzoeken kunnen we heel veel mensen nóg beter helpen.”

Jouw oratie heet ‘Strijd voor gezondheid’. Wat hoop je dat mensen meenemen uit jouw oratie?

“Dat hoewel wij een gezondheidssysteem hebben dat voor iedereen toegankelijk is, dit in de praktijk niet voor alle groepen het geval is. Dat heeft te maken met het feit dat we van bepaalde groepen gewoonweg niet zoveel afweten. Denk bijvoorbeeld aan vrouwen. Ondanks dat de zorg voor vrouwen prima toegankelijk is, krijgen zij niet altijd de zorg die ze nodig hebben. Dit geldt ook voor mensen met psychiatrische problemen, bijvoorbeeld omdat er zulke lange wachtlijsten zijn. En zo zijn er veel meer mensen, in de LHBTIQ+ gemeenschap; mensen met een migratieachtergrond; mensen met post-covid of mensen met overgewicht, die niet de beste zorg krijgen.”

“Waar ik dieper in mijn oratie op inga, is of het toeval is dat dit vaak groepen betreft waar een stigma op zit. Ik denk van niet. Ik denk dat er een laag onder zit, namelijk dat wij er (onbewust) wat van vinden of dat we die patiënten moeilijk vinden. Dat moeten we met elkaar erkennen en moeten we wat mee doen. En hoe doen we dat dan? In de spreekkamer, maar ook in het onderzoek? Want als je alleen naar Engelstalige onderzoeken kijkt, heb je een hele Westerse blik. Misschien kun je juist wel van een onderzoek in het Koreaans heel veel leren.”

“Dat geldt ook voor het onderwijs. Artsen met een lagere sociaaleconomische status, of wat voor verschil dan ook, merken dat ze anders worden beoordeeld en soms zelfs de opleiding niet inkomen. Terwijl ik denk dat als je artsen met diverse achtergronden hebt, je ook je patiënten diverser kan behandelen. Waarmee je ook gezondheidsverschillen kan verkleinen. Dat is de strijd voor gezondheid die ik met de titel van mijn oratie bedoel.”

Hierin komt jouw maatschappelijke betrokkenheid echt naar voren. Wat motiveert jou hierin?

“Ik denk dat dit heel persoonlijk is. Mijn vader en moeder hebben de kans gehad om te studeren, iets dat niet vanzelfsprekend voor ze was. Hierdoor ben ik op een kansrijke plek opgegroeid. Het is bekend dat mensen in wijken met een lage sociaaleconomische status tot 25 jaar langer in ongezondheid leven. Het is bizar als je daarbij stilstaat. Gezond of ongezond zijn, is geen individuele keuze van mensen, maar heeft te maken met de situatie waar je in zit. Als huisarts zie ik hoe die onrechtvaardigheid zijn uitwerking heeft. Dat heeft enorm veel impact.”

Je zet je ook in voor meer kennis bij geneeskundestudenten over beroepen buiten het ziekenhuis. Waarom vind je dit zo belangrijk?

“In mijn studietijd lag er in de geneeskundeopleiding in Leiden toch vaak nog wel de focus op specialismen in het ziekenhuis. Dan is het logisch dat je als student alleen deze rolmodellen ziet en niet weet wat er verder nog allemaal is. Gelukkig is die beroepsoriëntatie in de geneeskundeopleiding nu veel breder. Zo kunnen studenten meer leren over het werk in bijvoorbeeld een verpleeghuis of jeugdgezondheidszorg. Vanuit de afdeling coördineren we themaweken rondom beroepsoriëntatie. Daarnaast is er ook een landelijke campagne ‘Next Level Dokter’ die studenten laat kennismaken met beroepskeuzes buiten het ziekenhuis.”

“Het belangrijkste is dat studenten een eerlijke en goede keuze kunnen maken. Niet iedereen moet natuurlijk huisarts worden, maar het is wel veel leuker als je al vroeg weet wat er allemaal is buiten het ziekenhuis. Als je eerder kennismaakt met een verslavingsarts, jeugdarts, medisch milieukundige of forensisch arts, weet je pas echt of dit bij je past.”

Wat is het mooiste moment uit jouw carrière?

“Eigenlijk alle keuzes die geleid hebben tot de realisatie dat ik inderdaad huisarts wilde worden. Tijdens mijn coschappen, kwam ik erachter dat ik graag buiten het ziekenhuis aan de slag wilde.. Toen ik in een hele leuke huisartsenpraktijk met leuke opleider ging werken, was ik er zeker van dat dit bij mij paste. Dat soort momenten zijn heel belangrijk.”

“Ik moet ook altijd lachen als ik terugdenk aan het moment dat ik thuis vertelde dat ik de huisartsenopleiding ging doen. De eerste reactie van mijn moeder was: “Huisarts, maar je kon toch zo goed leren?”. Dat is kenmerkend voor hoe er vroeger naar het huisartsenvak werd gekeken. Het werd niet altijd gezien als een volwaardig medisch specialisme. Meer dan 50 jaar geleden was je,  als je uitstroomde uit de geneeskundeopleiding, automatisch huisarts. Gelukkig is dat beeld nu wel veranderd. We hebben veel meer patiënten die in de eerste lijn behandeld worden, en hebben onze eigen richtlijnen en samenwerkingen.”

 “Bijzonder is ook dat specialisten uit het ziekenhuis patiënten met een complexe zorgvraag nu soms zelfs doorsturen naar de huisarts. De reden die de specialisten geven, is dat de huisarts veel beter weet wat er speelt in het leven van de patiënt. Dan vinden ze het fijn als wij meekijken. De complexiteit van de ziekte is iets voor de tweede lijn (met doorverwijzing, red.) of derde lijn (sterk gespecialiseerde zorg, red.), maar de complexiteit van de combinatie van ziekten, psychosociale factoren en de patiënt, dat kunnen we als huisartsen heel goed.”

Als we mogen dromen, waar zou het huisartsenvak dan over 10 of 15 jaar staan?

“Ik hoop dat we blijven inzetten op persoonsgerichte generalistische zorg waarin we de context van mensen blijven zien. Dat bijvoorbeeld drie mensen met dezelfde klachten, naar buiten lopen met zorg die persoonlijk bij hen past.”

“Het werk in de huisartsenpraktijk zal in de toekomst denk ik ook minder om de huisartsen zelf draaien en meer om de mensen die daar werken, zoals: verpleegkundig specialisten, physician assistants en praktijkondersteuners. Het is teamwork en gelukkig is dat nu ook steeds zichtbaarder. Ik denk ook dat we nog veel meer gaan samenwerken met andere organisaties, denk aan maatschappelijk werk, het sociaal domein, verpleegkunde, ziekenhuizen, et cetera. En als we het dan toch over ziekenhuizen hebben, dat er personeel is dat zowel in het ziekenhuis als in de huisartsenpraktijk werkt. Zo kun je de kennis vanuit het ziekenhuis nog beter naar de huisartsenpraktijk brengen, en andersom. Die verbinding tussen verschillende specialismen, is belangrijk om te kijken wat er in een groep mensen speelt en welke hulp zij nodig hebben.”

De oratie van Hedwig Vos ‘Strijd voor gezondheid’, vindt op 21 november plaats en is live te volgen via de livestream op de website van de Universiteit Leiden.

Strategie-Banner-Samen in zorg, onderzoek en onderwijs.png