Een duidelijk kompas: promoveren met open science, dialoog en impact
&width=710&height=710)
Onder onze onderzoekers zijn ruim 1.700 promovendi die elke dag werken aan impactvol onderzoek. Zij worden ondersteund door een promotieteam met promotor. Hun promotietraject laat zien dat zij over de vaardigheden beschikken om wetenschapper te zijn. Het is hierbij belangrijk dat resultaten landen bij de doelgroep voor wie deze bedoeld is, bijvoorbeeld mede-onderzoekers, patiënten en andere mensen in de samenleving. Daarmee maken promovendi met hun onderzoek impact in de wetenschap én de maatschappij.
Ongewenste variatie
Omdat er veel van promovendi gevraagd wordt, is duidelijkheid in verwachtingen belangrijk. Helaas bleek in de praktijk dat er ongewenste variatie in de verwachtingen ontstond. Kiki Kuijpers, voorzitter van de LUMC Association for PhD Candidates (LAP): “Er waren per afdeling verschillende verhalen over wat er van je verwacht werd om te promoveren. Dat zorgde voor veel onduidelijkheid en soms zelfs vertragingen in promotietrajecten.” Zo waren er verschillende verhalen of hoofdstukken allemaal gepubliceerd moeten zijn in wetenschappelijke tijdschriften met peer review, de positie van de promovendus in de auteurslijst en hoeveel hoofdstukken minimaal (en maximaal) in een proefschrift werden verwacht.
Duidelijkere verwachtingen
Bob Siegerink is hoofd van de Graduate School dat promotores en promovendi begeleidt in het promotieproces: “De verwachtingen moesten voor alle partijen verduidelijkt worden. Ook is de manier van wetenschap doen door de jaren heen veranderd. Daarom zijn we met het PhD Thesis Framework gestart om beter inzichtelijk te maken wat er in een proefschrift moet staan en wat de richtlijnen zijn voor een ‘typisch proefschrift’. We hebben veel gesprekken gevoerd met verschillende betrokkenen: promotores, promovendi, collega’s van andere faculteiten, andere universitair medische centra en zelfs internationale wetenschappers. De input die hieruit kwam, hebben we in het framework verwerkt. Uiteindelijk blijft de promotor eindverantwoordelijk voor de eerste beoordeling, waarna de promotiecommissie en oppositie haar oordeel geeft. Wel zal het framework de basis zijn voor een gesprek tussen de promotor en de promovendus en daarmee onrust en onduidelijkheid wegnemen.”
Kwaliteit boven kwantiteit
In het framework is meer aandacht voor de uitgangspunten van het programma Academia in Motion van de Universiteit Leiden. In dit programma komen ontwikkelingen op het gebied van ‘Erkennen en Waarderen’ en ‘Open Science’ samen in de ambitie voor een cultuurverandering naar een ‘open knowledge community’ die nauw verbonden is met de samenleving, en die ieders bijdrage aan de strategische doelen van de universiteit erkent en waardeert.
Marieke Adriaanse is de ambassadeur Erkennen en Waarderen binnen dit programma en werkte mee aan het framework: “Een promotietraject is een proeve van bekwaamheid. Het eindresultaat is het proefschrift en daarin willen we zien dat iemand een bepaalde mate van wetenschappelijke kwaliteit kan leveren. Eerder gebruikten we nog weleens publicatiestatus van de artikelen in dit proefschrift als een maatstaf voor kwaliteit. We keken dan naar hoe veel artikelen er zijn gepubliceerd en naar de zogenaamde ‘journal impact factor’ (JIF) van de tijdschriften waarin er is gepubliceerd. De JIF geeft weer hoe vaak artikelen gemiddeld geciteerd worden in een wetenschappelijk tijdschrift, maar is geen geschikte maatstaf voor de kwaliteit van individuele artikelen binnen dit tijdschrift. Bovendien kent kwalitatief hoogstaand onderzoek verschillende vormen, die niet altijd passen binnen dit soort tijdschriften en heeft het sturen op aantallen publicaties allerlei vervelende neveneffecten zoals ‘ salami slicing’. Dit verwijst naar het ophakken van één onderzoek om er zoveel mogelijk publicaties uit te halen, wat alleen de kwantiteit maar (zeker niet) de kwaliteit ten goede komt. Daarom hebben we kwaliteit boven kwantiteit gesteld en hanteren we een bredere definitie van kwaliteit.”
Preprints en samenwerking
“We zetten bovendien, in lijn met ontwikkelingen op het gebied van Open Science, veel meer in op samenwerking en preprints. Daarnaast maken we eerste-auteurs-publicaties in internationale wetenschappelijke tijdschriften veel minder een vereiste voor een proefschrift”, vertelt Adriaanse verder. “Als wetenschapper moet je natuurlijk wel commentaar van mede-wetenschappers (peer-review) kunnen verwerken. Daarom is het wel een vereiste om één peer reviewed internationale publicatie te hebben. Maar verder gaat het er vooral om dat je je werk deelt met anderen. Daar is een preprint ook prima geschikt voor. Dit voorkomt bovendien vertraging voor de promovendus, omdat het publicatieproces vaak heel lang duurt. Het is aan de beoordelaar, de promotor, om hierin samen met de promovendus de balans te vinden.”
Samenwerking is een ander belangrijk thema in het framework. Adriaanse: “Er heerst soms een beeld van wetenschappers die de hele dag in hun eentje briljante dingen aan het bedenken zijn. Maar wetenschap is teamwork. Het framework laat de ruimte om juist ook die teambijdrages in het proefschrift te verwerken. Ook is er ruimte om aan te geven wat jou verder een bekwame wetenschapper maakt. Sommige promovendi geven bijvoorbeeld les, zitten in een bestuur of hebben meegeschreven aan een beursaanvraag. Dit laat de ontwikkeling van promovendi als wetenschappers in de breedte zien. Dat is voor iedere wetenschapper van belang, van fundamenteel tot klinisch onderzoeker.”
Positieve reacties
Op 1 oktober 2025 wordt het PhD Thesis Framework officieel in gebruik genomen. Kuijpers: “De eerste reacties op het framework zijn heel positief. Tegelijkertijd leven er vragen over wat het framework precies betekent voor promovendi die midden in hun promotie(onderzoek) zitten. Vooral promovendi die aan het eind van hun traject zitten, vroegen zich af of zij nog extra informatie moeten aanleveren vanwege de nieuwe richtlijnen.”
Siegerink: “Dat is natuurlijk niet het geval. We gaan de spelregels niet veel strenger maken terwijl je midden in je traject zit. Het framework biedt een weergave van wat wij met zijn allen vinden waar een bekwame wetenschapper aan moet voldoen. De reglementen waren er al, maar het framework zorgt voor meer duidelijkheid hoe we die gezamenlijk interpreteren. Als we uitleggen dat het framework ruimte biedt om in het proefschrift ook andere activiteiten te laten zien die hun een goede wetenschapper maken en om samenwerking meer naar voren te laten komen, dan zijn ze blij met deze nieuwe mogelijkheden.”
“Natuurlijk gaan we evalueren met een promovendus die hier onderzoek naar doet. Het allercoolste is natuurlijk als we proefschriften binnenkrijgen die mooie leertrajecten en nóg meer de impact op de samenleving en wetenschap laten zien.”, vertelt Siegerink.
“Voor promovendi die nu starten, is het fijn dat ze aan de hand van het framework direct het gesprek kunnen starten”, geeft Kuijpers aan. “Ik ben heel benieuwd hoe zij over vier jaar terugkijken op hun traject.”
Onderzoek in het LUMC
Wetenschap leidt tot antwoorden op uiteenlopende vragen die uiteindelijk de gezondheid van mensen en de zorg verbeteren. Dat doen we in het LUMC op hele uiteenlopende manieren. Zo proberen we meer te weten te komen over hoe een ziekte werkt en kijken we naar innovatieve behandelingen en medicijnen. Ook houden we ons bezig met vragen rond preventie, ontwikkelen we handvatten voor zorgverleners en kijken we naar medisch-ethische kwesties. Samenwerking, innovatie en kennisdeling zijn hierbij de uitgangspunten.
Academia in Motion is onderdeel van Future@Work, onze strategische beweging naar een toekomstbestendige organisatie.
Meer informatie
- PhD Thesis Framework
- Promotietraject in het LUMC
- Luister ook naar deze AI-gegenereerde podcast waarin het PhD-thesis framework wordt uitgelegd.