Patiëntenfolder

Spreekuur Erfelijke borstkanker

Bij ruim 5% (1 op 20) van de vrouwen met borstkanker is de oorzaak een erfelijke aanleg. Van een aantal genen (erffactoren) weten we dat een verandering (mutatie) in één van die genen het risico groter maakt om borstkanker en soms ook eierstokkanker te krijgen. Het herkennen van families met erfelijke kanker  is van belang in verband met de mogelijkheid van preventie. Als een erfelijke aanleg blijkt te bestaan, kan men door regelmatig onderzoek van patiënt en familieleden tumoren in een vroeg stadium ontdekken, wat gunstig is voor de prognose.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Klinische Genetica. 

Onze zorg

Wat is Spreekuur Erfelijke borstkanker?

Borstkanker komt vaak voor. In Nederland krijgt ongeveer 1 op de 8 vrouwen borstkanker. Meestal is borstkanker niet erfelijk.  In één familie kunnen meerdere vrouwen borstkanker krijgen, zonder dat de oorzaak een erfelijke aanleg voor borstkanker hoeft te zijn. Van alle vrouwen met borstkanker, komt dit in ongeveer 15% ook in de familie voor, bijvoorbeeld bij een zus of moeder. Vaak kunnen we hierbij geen genetische oorzaak  vaststellen. Ongeveer 1 op de 20 (5%) vrouwen bij wie borstkanker is voorgekomen heeft een erfelijke aanleg voor borstkanker.

Verschijnselen

Aanwijzingen voor een mogelijke erfelijke aanleg voor borstkanker zijn het voorkomen van borstkanker op jonge leeftijd, dubbelzijdig borstkanker, borstkanker bij een man, borstkanker bij meerdere familieleden, en het voorkomen van eierstokkanker in de familie.

Oorzaak

De onderliggende oorzaak voor erfelijk borstkanker is een verandering (mutatie) in het erfelijk materiaal (DNA). Veranderingen kunnen zitten in genen als ATM, BRCA1, BRCA2, CHEK2,  PALB2. Hiermee wordt bedoeld dat één verandering (mutatie) in het DNA de belangrijkste oorzaak is van het ontstaan van borstkanker en/of soms ook eierstokkanker

Waarom u bij ons in goede handen bent

In het LUMC werken we samen in een ervaren en gespecialiseerd  team van onder andere klinisch genetici, radiologen, chirurgen, gynaecologen die goede onderlinge afstemming hebben. We zijn betrokken bij de ontwikkeling van Nederlandse en internationale  richtlijnen. Tenslotte wordt er veel onderzoek gedaan en zijn we door al deze activiteiten goed op de hoogte van de laatste inzichten.

Diagnose

Op grond van de verwijsbrief van uw huisarts of specialist wordt bepaald of u een afspraak krijgt op de polikliniek Klinische genetica.
De klinisch geneticus brengt, vaak samen met een gespecialiseerde medewerker, uw familie in kaart. Op grond hiervan wordt bepaald of aanvullend onderzoek, zoals het opvragen van medische gegevens van familieleden en DNA-onderzoek (in bloed of tumorweefsel) nodig is.

Uitslag van het onderzoek

Uit het onderzoek kan blijken dat er sprake is van een erfelijke vorm van borstkanker, soms gecombineerd met eierstokkanker.

Behandeling

Welke behandelingen zijn er mogelijk?

Afhankelijk van de eventuele vastgestelde genetische oorzaak voor de borst- en/of eierstokkanker, wordt het controle schema geadviseerd voor personen in de familie met een verhoogd risico. 

Bij een aangetoonde BRCA mutatie, is de startleeftijd voor deze controles 25 jaar. 

Bij andere genen of als er in een familie met borstkanker geen mutatie is aangetoond, kan de startleeftijd voor controles later zijn.

Hoe kunt u zich op de behandeling voorbereiden?

Voor de eerste afspraak worden u formulieren toegestuurd. Het formulier met informatie over de familie ontvangen wij graag ruim voor uw eerste afspraak retour, zodat er al een stamboom klaar gezet kan worden bij de eerste afspraak en we u een goed advies kunnen geven ten aanzien van mogelijk verder onderzoek. 

Algemene informatie kunt u vinden op de pagina Erfelijkheidsonderzoek en -advisering.

Wat is de prognose?

Indien er sprake is van een erfelijke vorm van borst-(eierstok)kanker, dan kunnen regelmatige  controles van de borsten  dan wel een preventieve operatie(s) de kans op kanker in  een vergevorderd stadium verlagen.

Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?

Voor DNA -onderzoek is meestal bloedafname nodig, hierbij zijn weinig complicaties.  Soms is naar aanleiding van een eerste testresultaat verder onderzoek nodig. 

Over eventuele gevolgen van screening en  eventuele gevolgen van een preventieve operaties van borsten en eierstokken wordt door de betreffende specialisten met u besproken.

Meedoen aan wetenschappelijk onderzoek

Tijdens het spreekuur op de polikliniek Klinische genetica zal met u worden besproken of u toestemming wilt geven voor het delen van uw gegevens en eventueel aanwezig tumorweefsel voor verder onderzoek.

Nazorg

Binnen de polikliniek Klinische genetica zijn psychologen werkzaam die desgewenst ondersteuning kunnen bieden bij het erfelijkheidsonderzoek.

Welke specifieke nazorg kunnen we bieden bij deze aandoening?

Als er een erfelijke aanleg wordt aangetoond nemen wij in veel gevallen na enkele  weken opnieuw contact met u op om te bespreken hoe het met u gaat en of er behoefte is aan een extra ondersteuning voor u zelf of voor het informeren van familieleden.

Waar moet u op letten na uw behandeling?

Als  er een erfelijke aanleg wordt vastgesteld kan dit psychische en medische gevolgen voor patiënt en ook familieleden hebben. Nazorg in de vorm van o.a. een gesprek bij een van onze psychologen kan steun geven bij het omgaan met deze kennis en handvaten geven hoe dit bespreken met familieleden en kinderen.

Contact bij problemen na uw behandeling

U kunt opnieuw contact opnemen met de polikliniek Klinische genetica bij vragen of behoefte aan een na gesprek bij een arts of psycholoog.

Behandelteam

Behandelteam

In het LUMC bestaat voor deze aandoening een multidisciplinair team bestaande uit klinisch genetici (o.a. Prof. Dr. C.J. van Asperen), verpleegkundig specialist mw. J. van Leeuwen-Büttner, moleculair genetici (o.a. dr. R. van der Luijt), gynaecologen (o.a. Dr. K.N. Gaarenstroom) (plastisch) chirurgen (o.a. Dr. G.J. Liefers), radiologen (o.a dr. E.M.C. Voormolen)), pathologen (Prof.dr. V.T.H.B.M. Smit).   

Tevens is er een mogelijkheid voor psychologische ondersteuning bij het erfelijkheidsonderzoek (Dr. L.B. van der Meer, dr. S. van Rooden).

Ons onderzoek

Aan welke studies kan je meedoen?

In het LUMC wordt er onderzoek gedaan naar familie met DNA-varianten in  BRCA1/2 en PALB2 gen waarvan de klinische betekenis nog onduidelijk is, met andere woorden: het is nog niet zeker of zo’n DNA variant de oorzaak is van de ziekte. 

Een ander belangrijk onderzoek richt zich op andere risicofactoren in het ontstaan van borstkanker. Recentelijk is onze kennis over risicofactoren enorm toegenomen en steeds meer van die factoren (familiegeschiedenis, genetische factoren en niet-genetische factoren zoals leefstijl, borstweefseldichtheid en hormoongebruik) worden met elkaar gecombineerd in statistische rekenmodellen. Wij werken er aan om deze modellen verder toepasbaar te maken voor de klinische praktijk. 

https://www.hebon.nl/ of op de pagina research van de website Afdeling Klinische Genetica in het LUMC.

Meer informatie

Links

Patiëntenvereniging
Voor meer informatie over erfelijke aanleg voor borst- en of eierstokkanker mutaties kunt u terecht op de volgende websites: https://kankerindefamilie.nl/ en https://erfelijkheid.nl/ziektes/borstkanker

Informatie over het informeren van familieleden over een erfelijke aanleg voor kanker vindt u op de website  https://erfelijkheid.nl/ziektes-en-dan/familie-vertellen-over-erfelijke-aanleg-kanker .

Naast deze site staat er ook goede, betrouwbare informatie op http://www.erfelijkheid.nl/