Impactanalyse NZa brengt concentratie kinderhartinterventies verder

CAHAL omarmt uitkomsten impactanalyse NZa

6 december 2022
leestijd
De impactanalyse van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vormt een goede basis om als umc’s gezamenlijk te komen tot een duurzaam en toekomstbestendig fundament voor de academische zorg voor kinderen in Nederland. Een fundament van waaruit de concentratie van de kinderhartchirurgie en andere specialismen gestalte kan krijgen volgens transparante en toetsbare criteria.

Foto: Sandra Stokmans

Dat stelt CAHAL, het samenwerkingsverband van het LUMC en Amsterdam UMC, in een eerste reactie op de vandaag gepubliceerde NZa-analyse over de concentratie van interventiezorg voor patiënten met een aangeboren hartafwijking. CAHAL onderschrijft de uitkomsten en vindt dat deze integraal het vertrekpunt moeten zijn voor de verdere gesprekken en de transparante besluitvorming hierover door minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Op deze manier kunnen we samen blijven werken aan kwaliteitszorg, toponderwijs en grensverleggend onderzoek in dienst van onze patiënten.

Eerste objectieve onderzoek: zorgvuldig, compleet en concreet

Eerder dit jaar gaf minister Kuipers de NZa, mede op verzoek van de Tweede kamer, de opdracht tot het uitvoeren van een analyse. De NZa-rapportage is het eerste objectieve onderzoek in dit dossier waarbij een analyse van de gehele zorgketen (van foetus tot volwassenen) is gemaakt van de impact van concentratie op de toegankelijkheid, doorontwikkeling en kwaliteit van de acute (kinder)zorgketen. CAHAL heeft grote waardering voor de NZa-impactanalyse ‘concentratie cardiale interventies bij patiënten met een aangeboren hartafwijking’, het transparante proces en de gehanteerde objectieve en toetsbare criteria. En bestempelt de uitkomsten als zorgvuldig, compleet en concreet.

Integrale visie is noodzakelijk

CAHAL staat achter het advies van de NZa om nu geen onomkeerbaar en geïsoleerd concentratiebesluit te nemen, maar eerst in gezamenlijkheid werk te maken van een integrale visie op de inrichting van het academische zorglandschap voor kinderen. Dit is cruciaal om vervolgens te komen tot logische, zorgvuldige voorstellen voor de concentratie van interventiezorg voor patiënten met een aangeboren hartafwijking. Mits de afweging wordt gemaakt op basis van transparante en toetsbare (kwaliteits)criteria. Dat concentratie kan bijdragen aan betere zorg is geen discussiepunt, maar zal altijd in een bredere context geplaatst moeten worden. Door uitvoering te geven aan het advies van de NZa wordt voorkomen dat zorgvuldig opgebouwde (wetenschappelijke) kennis, capaciteit en het internationaal gerenommeerde en unieke en specifieke zorgaanbod in het belang van kwetsbare patiënten verloren gaat. Dit nog los van de disproportionele gevolgen van concentratie naar twee centra voor de nu al zeer beperkte beschikbaarheid van kinder-IC-bedden voor alle acuut ernstig zieke kinderen in Nederland.

Waarom wij geloven in samenwerking

Zowel voor het LUMC als het Amsterdam UMC vormt samenwerken de sleutel tot succes. Al meer dan 25 jaar laten we dit in de praktijk zien met CAHAL. Deze samenwerking tussen beide umc’s zorgt voor resultaten die we als afzonderlijke centra nooit alleen hadden kunnen bereiken. Resultaat van deze kruisbestuiving is het brede en toegankelijk aanbod dat we samen realiseren (de levensloopzorg van foetus tot volwassenen), grensverleggende innovaties, het wetenschappelijk trackrecord, het onderwijsprogramma en de internationale erkenning. Daarmee wordt al sinds 1995 samen vorm en inhoud gegeven aan concentratie van zorg in het belang van kwetsbare patiënten. Omdat we samen beter zijn dan alleen.

Laten we samen werken aan oplossingen

Wij doen daarom samen een open oproep aan alle umc’s: laten we verder bouwen aan een integrale kijk op academische kinderhartzorg en van daaruit komen tot een logische rolverdeling (welke zorg kan worden gespreid en welke zorg moet worden geconcentreerd). Met een passende rolverdeling en respect voor ieders (specifieke) expertise. Als we de handen ineen slaan, kunnen we de kwalitatief hoogstaande hartzorg in Nederland behouden en op een efficiënte en duurzame wijze verder ontwikkelen. Het door de NZa geopperde clustermodel Noord (met Amsterdam, Groningen en Leiden) en Zuid (met Rotterdam, Utrecht, Nijmegen en Maastricht) is wat CAHAL betreft een goede eerste stap, waarmee wij aan de slag gaan. Een oplossing die ook toepasbaar is om voor andere aandoeningen de toegankelijkheid en kwaliteit op academisch niveau te garanderen. Vanuit onze ervaringen met CAHAL – waar specialisten uit diverse centra nauw samenwerken en waar we operateurs en zorgmedewerkers uitwisselen – staan wij achter deze aanpak. Wij roepen daarom alle umc’s op samen constructief aan oplossingen te werken, omwille van onze patienten.

[This item is also available in English]