Deze meetmethode zorgt voor betere diagnose van nierproblemen bij ouderen

31 januari 2024
leestijd
Schattingen van de nierfunctie bij ouderen (65 jaar en ouder) zijn betrouwbaarder als er niet alleen gekeken wordt naar de stof creatinine in het bloed, maar een combinatie van deze stof met cystatine C. Dat ontdekte Edouard Fu, onderzoeker in het LUMC. Dit leidt tot betere diagnose van nierschade en daarmee een betere keuze voor behandelingen van oudere patiënten.

Zo wordt de nierfunctie geschat

Iemand lijdt aan chronische nierschade wanneer de nierfunctie minder dan 60% is. Als de nierfunctie minder dan 60% is, dan is er een groter risico op dialyse of overlijden. Er is discussie of dit ook voor oudere patiënten een juiste grens is. Eerdere onderzoeken hebben namelijk aangetoond dat bij ouderen mogelijk pas bij een nierfunctie lager dan 45% een verhoogd risico op dialyse of overlijden is. Dit zou kunnen betekenen dat oudere patiënten met een nierfunctie hierboven geen verhoogd risico hebben. Maar de uitkomst van 45% kan ook het gevolg zijn van schattingen op basis van de creatinine-concentratie in het bloed. Deze zijn voor ouderen mogelijk minder betrouwbaar.

Creatinine is een afbraakproduct van spiermassa. Bij een lage concentratie van creatinine in het bloed, wordt de nierfunctie hoog ingeschat. Dit komt omdat de stof snel wordt afgevoerd door goed werkende nieren. Echter, bij ouderen met weinig spiermassa kan een schatting van de nierfunctie op basis van creatinine te hoog uitvallen. De creatinine-concentratie in het bloed is dan laag door minder spiermassa. En niet doordat de stof snel wordt afgevoerd door goed werkende nieren. Dr. Fu onderzocht of dit inderdaad het geval is en of een andere meetmethode betrouwbaarder is, een combinatie van creatinine en cystatine C.

Combinatiemeting betrouwbaarder

Als zowel creatinine als cystatine C worden gebruikt om de nierfunctie te schatten, is er ook bij een nierfunctie van 60% een verhoogd risico op dialyse en overlijden. Hiermee toont het onderzoek aan dat de grens van een nierfunctie van 60% ook bij ouderen geschikt is om chronische nierschade te bepalen. Daarnaast laten de onderzoekers zien dat de combinatie van creatinine en cystatine C de nierfunctie lager inschat. Hierdoor krijgen meer oudere patiënten de diagnose chronische nierschade en komen zij in aanmerking voor behandeling. Bijkomend laat het onderzoek zien dat chronische nierschade het risico op veel meer uitkomsten verhoogt dan eerder gedacht, onder andere infecties en ziekenhuisopnames.

Wat betekent dit voor de oudere patiënt?

De uitkomsten van het onderzoek zorgen voor betere behandelbeslissingen op basis van de nierfunctie. Zo kan beter bepaald worden om te starten of stoppen met bepaalde medicijnen. En kan beter bepaald worden of de doorverwijzing naar een nefroloog, een specialist in nieren, nodig is. Gemiddeld genomen zullen oudere patiënten meer in aanmerking komen voor behandelingen die nierschade kunnen vertragen.   

Lees hier de publicatie van dit onderzoek in Annals of Internal Medicine.