Blog Irene van Vliet

Verschil tussen vrouwen en mannen in de geneeskunde

18 januari 2024
leestijd
De beste behandeling voor de patiënt is van veel factoren afhankelijk: de leeftijd van de patiënt, etnische achtergrond, beroep, hobby’s en levensgewoontes kunnen allemaal het verschil maken. Ook sekse en gender horen bij die factoren. De aandacht hiervoor is de laatste jaren sterk gegroeid.

Irene van Vliet is chef de (poli)clinique bij de afdeling Psychiatrie LUMC.

Sekse- en genderspecifieke geneeskunde

Er wordt steeds meer rekening gehouden met man of vrouw zijn in de geneeskunde. Niet alleen bij de diagnostiek van ziekten, maar ook bij onderliggende ziekteprocessen en de behandeling. De aandacht hiervoor wordt ook wel sekse- en genderspecifieke geneeskunde genoemd. Met sekse worden de biologische aspecten bedoeld. Gender gaat over sociaal-culturele aspecten zoals identiteit, rollen en relaties, houdingen en gevoelens die een samenleving associeert met een geslacht.

Hartinfarct en migraine

Twee voorbeelden van ziekten met duidelijke man-vrouw-verschillen zijn hartinfarct en migraine. Een hartinfarct komt twee keer zo vaak voor bij mannen dan bij vrouwen. Inmiddels weten de meeste artsen wel dat de verschijnselen van een hartinfarct bij vrouwen vaak niet de voor iedereen bekende zijn zoals bij een man, met acute bandvormige pijn op de borst, uitstralend naar de linkerarm, zweten en benauwdheid. Bij vrouwen uit een hartinfarct zich vaker in pijn in de bovenbuik en rug, vermoeidheid en een onrustig gevoel. Ook het onderliggende ziekteproces blijkt te verschillen en dat is weer van belang voor de behandeling. Daarnaast is migraine een aandoening die veel vaker bij vrouwen dan bij mannen voorkomt, 33 versus 13%. Bij de oorzaak en het beloop van migraine spelen geslachtshormonen een duidelijke rol. Of dat betekent dat de behandeling bij vrouwen wellicht anders moet zijn dan bij mannen, is nog niet goed bekend.

Psychiatrische ziekten

Binnen de afdeling psychiatrie in het LUMC zien wij ook deze man-vrouw-verschillen als het gaat om psychiatrische ziekten. Autisme bij vrouwen gaat, naar het voor de omgeving lijkt, met minder hindernissen in sociale interacties gepaard dan bij mannen. Daarnaast komt autisme minder vaak bij vrouwen voor of wordt bij vrouwen minder goed herkend dan bij mannen. De eerste verschijnselen van schizofrenie beginnen bij vrouwen jaren later dan bij mannen. Dit komt mogelijk doordat de vrouwelijke geslachtshormonen een beschermende werking op de ontwikkeling van de hersenen en daarmee op het onderliggende ziekteproces hebben. Depressie en angststoornissen komen veel vaker bij vrouwen dan bij mannen voor, wellicht onder andere samenhangend met een gevoeliger systeem van de boodschapperstof serotonine in de hersenen. Zo’n boodschapperstof zorgt voor goede ‘communicatie’ tussen hersengebieden en daarmee een beter functioneren. Ziektebeelden waarbij de boodschapperstof dopamine een belangrijke rol speelt, zoals de ziekte van Parkinson, komen daarentegen weer vaker bij mannen voor.

Hulpzoekgedrag

Vrouwen en mannen verschillen ook in hulpzoekgedrag. In het algemeen gaan vrouwen bij klachten eerder naar de dokter dan mannen. Blaaskanker komt vaker voor bij vrouwen. Maar blaaskanker wordt bij vrouwen juist later gediagnosticeerd dan bij mannen omdat vrouwen bij klachten eerder denken aan een blaasontsteking. Bij vrouwen komt blaaskanker veel vaker voor. Als mannen klachten hebben zullen ze eerder aan iets ernstigs denken en een dokter raadplegen.

Behandeling

Vrouwen en mannen blijken soms andere afwegingen te maken wat betreft behandelkeuzes, bijvoorbeeld op basis van verschillen in bijwerkingen of invloed van de behandeling op hun functioneren. Verder weten we inmiddels dat de opname van medicijnen in een vrouwenlichaam deels anders is dan bij een man. Zo kan de dosering van een geneesmiddel die voor een man prima is, juist te hoog zijn voor een vrouw. Ook blijken vrouwen meer last te hebben van bijwerkingen of wellicht praten ze er makkelijker over en melden ze het vaker.

Weeg dus mee of je patiënt een vrouw of man betreft. Het kan van belang zijn bij de diagnostiek, het onderliggende ziekteproces en voor de behandeling. En daarbij: er is nog veel te leren op het terrein van sekse- en genderspecifieke geneeskunde. ‘Werk aan de winkel’ dus.