Eline Slagboom benoemd tot Medical Delta hoogleraar

“De delta-regio is voor mij een plek waar momenteel alles samenkomt”

10 januari 2023
leestijd
Al meer dan twintig jaar bestudeert LUMC-hoogleraar Eline Slagboom meerdere generaties van families. Daarmee verzamelt ze data over waarom sommige mensen gezond oud worden en anderen al vroeg achteruitgaan. Met deze kennis kun je nauwkeuriger iemands biologische leeftijd vaststellen en de best passende individuele behandeling of leefstijladviezen geven. Ze is recentelijk benoemd tot Medical Delta hoogleraar.

Eline Slagboom

Eline Slagboom is hoogleraar moleculaire epidemiologie aan het LUMC en een van de Scientific Leader van het wetenschappelijke programma METABODELTA: Metabolomics for clinical advances in the Medical Delta. Sinds kort is zij ook benoemd tot Medical Delta hoogleraar met een dubbelaanstelling aan de TU Delft. “Deze benoeming voelt als een pluim op je hoed”, vertelt Slagboom. “Ik werk al lang samen met Rotterdam en Delft en het is heel leuk dat dit nu meer zichtbaar wordt en een roze Medical Delta kleur krijgt. Wetenschap is samenwerken en hiermee kun je dat ook goed uitdragen. Hopelijk inspireert het en leidt het tot meer kruisbestuiving en meer kansen voor jonge mensen om zich aan verouderingsonderzoek te verbinden.”

Kun je kort vertellen wat jouw expertise is?

“Ik ben bioloog en hoogleraar moleculaire epidemiologie. Mijn expertise is biologisch nadenken, met name op het gebied van humane biologie van veroudering. De stijgende leeftijd is de grootste risicofactor voor bijna alle bevolkingsaandoeningen. Ik zoek het antwoord op vragen als: kun je met biomarkers in een vroeg stadium mensen herkennen die snel achteruitgaan door veroudering en biologisch kwetsbaar zijn en wat doe je met die informatie in de populatie en de kliniek? Kun je dat proces afremmen, wat is de fysiologische en mentale capaciteit van ouderen die je nog kunt stimuleren met interventies? En de mechanistische vraag: waarom heeft de ene persoon veel meer profijt van een behandeling dan de ander? Ouderen hebben nog veel te winnen op hun eigen niveau. Voeding en beweging dragen bij aan gezond oud worden en dat effect kun je allemaal weer meten en biologisch interpreteren.”

Is er genoeg aandacht voor ouderen?

“Te weinig bij jonge mensen. Er komen enorme aantallen ouderen aan. In 2040 is maar liefst 25% van de Nederlanders 65 jaar of ouder. Die komen ook allemaal naar de kliniek. Daar zijn jonge artsen voor nodig. Die moeten beseffen dat het behandelen van ouderen en oudere patiënten een apart verhaal is. Er moeten creatieve en nieuwe manieren komen om ouderen in de maatschappij en kliniek vitaal te houden. Ouderen willen of kunnen niet elke behandeling ondergaan. In het LUMC zijn we bezig hoe we jonge dokters en onderzoekers kunnen stimuleren daar meer over na te denken.  

Veroudering is geen fancy onderwerp. Tenzij je uitlegt dat de hele levensloop erbij hoort en je over diverse generaties metingen kunt doen. Dan komt het al dichterbij voor jonge onderzoekers en artsen. Hoewel de vergrijzing er is, en steeds prominenter zal worden, doen heel veel mensen alsof het niet bestaat. Je kunt vooral jonge mensen stimuleren om zich te realiseren hoe de vergrijzing hun vak gaat beïnvloeden. Ook engineers moeten gaan nadenken over oplossingen voor de golf ouderen. Aandacht van creatieve en slimme jongeren op problematiek van vergrijzing is hard nodig.”

Wat is je ambitie als onderzoeker?

“Mijn werk spreidt zich uit over drie poten: mechanistisch onderzoek, biomarkers en interventies. Ik heb het ultieme bereikt als ik in elk van deze iets neerzet waar ik echt trots op ben. Ik ben al heel lang op jacht naar de ‘langleven genen’ in mensen uit de families van de Leiden Lang Leven studie. Generatie na generatie worden familieleden in goede gezondheid uitzonderlijk oud. Van de 20.000 genen in het genoom hebben we dat na 20 jaar onderzoek teruggebracht naar nog maar 300 genen. Een enorme stap waar ik erg trots op ben. Tegelijk is het een cliffhanger, welke genen zijn het nu precies en hoe werken deze? Nu stoppen met onderzoek is geen optie.

Ook op het gebied van biomarkers zijn stappen gezet. Je kunt nu aan moleculaire profielen in het bloed meten hoe gezond of ongezond je ouder wordt en iets leren over je biologische leeftijd. Deze methode wordt al in klinische onderzoek bekeken. We zijn echt op bijzonder biomarkers gestuit, waarvan we nu kijken hoe bruikbaar dat is.

Het blijkt dat wanneer je 65 of 70 bent je nog heel veel aan je eigen gezondheid kunt verbeteren. Dat gaat veel over bewegen, voeding, je bioritme en slaap, stress en je sociale netwerk. Aan biomarkers kun je weer meten hoe je daarmee vooruitgaat. Er is blijkbaar altijd een verborgen capaciteit om jezelf gezonder te maken. Wanneer je vooruitgang kunt aantonen, werkt dat motiverend. We hebben mooie interventies gedaan en zien het resultaat.”

Lees het hele interview op de website van Medical Delta