Patiëntenfolder

Coilen van een aneurysma in de hersenen

U hebt een afspraak voor het coilen van een aneurysma in uw hoofd. Oftewel het opvullen van een slagaderverwijding in uw hersenen. Uw behandelend arts heeft u hier al iets over verteld. In deze folder krijgt u meer informatie over wat deze behandeling inhoudt.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Radiologie 

Onze zorg

Wat is Coilen van een aneurysma in de hersenen?

De behandeling wordt gedaan om een vaatverwijding (aneurysma) in een van de hersenslagaders te behandelen. Dat doen we met coils: dunne platinum draadjes. De coils krullen op in het aneurysma en vullen deze helemaal op. Rond de coils stolt het bloed, zodat er geen kans meer is op een bloeding. Een interventieradioloog die specialist is in het doen van radiologische onderzoeken en behandelingen in het hoofd, voert de behandeling uit. U bent hierbij onder algehele narcose.

Voorbereiding

Hoe kunt u zich voorbereiden?

Kleding  

Het is voor u en voor onze medewerkers prettig wanneer u kleding aan hebt waarin u zich makkelijk kunt bewegen en die u makkelijk aan en uit kunt trekken.   

Medicijnen  

Over het algemeen kunt u uw medicijnen op de gebruikelijke manier en tijd innemen. Kan dat niet, dan hoort u dit van tevoren van uw behandelend arts. Neem in ieder geval een recente lijst (maximaal 14 dagen oud) mee met de medicijnen die u slikt. Weet u niet precies wat u gebruikt? Dan kunt u een medicijnenlijst bij uw apotheek ophalen.  

Let op: Meld het als u bloedverdunners gebruikt of recent gebruikt hebt. Ook wanneer u een stollingsziekte hebt, moet u dit altijd van tevoren doorgeven aan uw behandelend arts.  

Eten en drinken  

U krijgt algehele narcose. Daarvoor moet u nuchter zijn. Op de anesthesiepoli krijgt u instructies hoelang van tevoren u niet meer mag eten en drinken.  

Wat moet u meenemen?  

Neem een geldig paspoort, ID-kaart of rijbewijs mee. En denk ook aan het pasje van uw ziektekostenverzekering.   

Meld bijzonderheden vooraf  

Laat het ons weten wanneer u een lichamelijke beperking of handicap hebt. Zo kunnen we als het nodig is extra tijd inplannen voor uw onderzoek.  

Bent u zwanger?  

Bent u zwanger of denkt u zwanger te zijn? Neem dan contact op met uw behandelend arts en meld het voorafgaand aan het onderzoek bij de afdeling Radiologie.   

Bent u verhinderd?  

Laat het ons op tijd weten wanneer de afspraak niet kan doorgaan. Wij kunnen dan een andere patiënt in uw plaats helpen.  

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

De dag van de behandeling  

Waar moet u zich melden?  

Voordat u naar uw afspraak gaat, meldt u zich eenvoudig aan via de aanmeldzuilen in de centrale hal. Bij aankomst op de verpleegafdeling dient u zich nogmaals te melden bij de aanmeldzuil. Op het scherm van de aanmeldzuil wordt getoond in welke wachtruimte u mag plaatsnemen. 

Voorbereiding op de verpleegafdeling  

Een verpleegkundige ontvangt u op de verpleegafdeling. Die wijst u uw bed en legt u uit wat er tijdens de opname gaat gebeuren. Uiteraard kunt u altijd bij de verpleegkundigen terecht met uw vragen. Op de verpleegafdeling krijgt u een operatiejasje aan en een infuus. Ook neemt de verpleegkundige bloed af als dat nodig is. U wordt naar de afdeling Radiologie gebracht als de behandelkamer gereed is.  

De behandeling  

Wanneer u op de afdeling Radiologie komt, haalt een medewerker (een radiodiagnostisch laborant of een anesthesiemedewerker) uit het behandelteam u op en neemt de procedure met u door. U neemt plaats op de onderzoekstafel, waarbij de laborant ervoor zorgt dat u zo comfortabel mogelijk ligt. De anesthesiemedewerker sluit u op de bewakingsapparatuur aan om zo uw bloeddruk en zuurstofgehalte in het bloed in de gaten te houden.  

Wanneer u onder narcose bent gebracht, brengen we een blaaskatheter in. Een blaaskatheter is nodig omdat de blaas vol kan raken tijdens het onderzoek door de duur van het onderzoek en door toegediende vloeistoffen. Vervolgens desinfecteert de laborant uw lies en dekt hij of zij de plek af met een steriel laken om infecties te voorkomen. De radioloog prikt met een dunne naald het bloedvat in de lies ‘aan’ en brengt daarna een hol buisje (sheath) in dit bloedvat. Via de sheath wordt een dun slangetje (katheter) naar binnen geschoven. Dit slangetje wordt richting de hals,- en hersenbloedvaten gebracht. Dit gebeurt onder ‘röntgendoorlichting’: terwijl er contrastvloeistof wordt ingespoten en röntgenfoto’s worden gemaakt.  

Met een zeer dun slangetje (microcatheter) gaat de radioloog naar het aneurysma. Via deze microcatheter brengt hij of zij de coils in het aneurysma. Tijdens de procedure worden foto’s gemaakt om de precieze positie van de coils te controleren. Wanneer de vaatverwijding is dichtgemaakt, haalt de radioloog de katheter uit het bloedvat en maakt hij of zij de plek van de punctie dicht. Dat kan op 2 manieren.   

In de meeste gevallen wordt er een hechting geplaatst tegen de wand van het bloedvat (plugje of closure device). Op de prikopening komt een pleister. De tweede manier is dat er 15 minuten stevig op het prikgaatje wordt gedrukt om de punctieplek dicht te laten stollen. Daarna wordt een drukverband aangebracht.   

Hierna wordt u wakker gemaakt en gaat u in uw bed naar de uitslaapkamer. Daar blijft u minimaal 2 uur. Met een plugje/closure device is het belangrijk dat u 2 uur plat in bed blijft liggen. Wordt de prikplek dichtgedrukt, dan moet u 4 uur lang plat blijven liggen.  

Duur van de behandeling  

De behandeling duurt gemiddeld 120 minuten.

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Na de behandeling  

Wanneer u weer terug bent op de afdeling, verwijderen we de blaaskatheter en moet u enkele uren bedrust houden (zie kopje ‘Behandeling’). Dit betekent plat in bed liggen en het been gestrekt houden. Dit om de kans op een nabloeding in de lies zo klein mogelijk te houden. De zaalarts houdt dit in de gaten en de verpleegkundige meet ook een aantal keer uw bloeddruk, hartslag en temperatuur. Ook voelt de verpleegkundige de hartslag op de voet om zo zeker te weten dat het bloedvat waar geprikt is open is.  

Als alles er na de rusttijd goed uitziet, helpen de verpleegkundigen u uit bed en mag u weer bewegen. Na het onderzoek mag u gewoon eten en drinken. Het is goed om veel te drinken (minstens 1,5 liter water), zodat u de contrastvloeistof snel weer uit plast. In de loop van de dag die op de behandeling volgt, mag u naar huis. U blijft langer opgenomen als er een complicatie is opgetreden of u niet in staat wordt geacht naar huis te gaan.  

Mag ik na vertrek uit het ziekenhuis weer alles doen?  

Wat betreft de coils in het hoofd mag u alles weer doen. Eenmaal thuis moet u het de eerste 3 dagen rustig aan doen, waarbij u de lies niet te veel mag belasten. Dat wil zeggen zo weinig mogelijk de trap op- en afgaan, niet zwaar (>5 kg) tillen, sporten of bukken. Gedurende 3 tot 4 dagen (of tot de huid genezen is) mag u wel douchen, maar niet in bad of zwemmen. Verschoon de pleister dagelijks totdat de huid genezen is.   

Houdt u er rekening mee dat u de dag van de behandeling en de dag na de behandeling niet mag autorijden. 

Wanneer krijgt u de uitslag?

Tijdens de opname komt de interventieradioloog langs om de verrichte procedure met u te bespreken. Dit kan al op de uitslaapkamer of op de verpleegafdeling. Ook wordt uw contactpersoon na de procedure op de hoogte gesteld. Na ongeveer 6 weken volgt een controleafspraak op de poli bij de interventieradioloog. Hier spreekt u alles door, inclusief het vervolgbeleid.  

Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?

Elke ingreep heeft risico’s en dit geldt ook voor het coilen van een aneurysma. Het is een veilige ingreep die meestal zonder problemen verloopt. Een enkele keer treden er complicaties op. Er is een kleine kans dat een van de volgende complicaties zich voordoet:    

  • Nabloeding in de lies:
    Ondanks het afdrukken of het plaatsen van een plugje/closure device kan het aangeprikte bloedvat in de lies nabloeden. Dit kan een forse blauwe plek veroorzaken maar de bloeding kan ook ernstiger zijn als er te veel bloed weglekt. In zeldzame gevallen moet het bloedvat worden gerepareerd met een operatie. Soms is het bloedvat wel beschadigd geraakt en zwelt het op, maar treedt er (nog) geen bloeding op. Ook in zo’n geval kan het belangrijk zijn het bloedvat alvast te repareren. Meestal merkt u deze complicatie door zwelling of pijn in de lies.  
  • Afsluiting in de lies:
    Als het aangeprikte bloedvat in de lies gaat dichtzitten, kan het zijn dat er te weinig bloed het been bereikt. U merkt dit doordat het been kouder wordt en verkleurt. Ook dit kan een reden zijn voor een hersteloperatie. Ook deze complicatie is zeer zeldzaam.  
  • Contrast-effect:
    Heel zelden melden patiënten dat ze na het onderzoek nog steeds lichtflitsen zien of zelfs een tijdje niets meer zien. Dit is een zeldzaam effect van het gebruikte contrastmiddel en gaat altijd vanzelf weer voorbij.  
  • Infectie:
    De behandeling vindt plaats onder steriele omstandigheden. Dit betekent dat de punctieplaats ruim wordt gedesinfecteerd en dat er steriele materialen en afdekdoeken worden gebruikt. Het risico op een eventuele infectie bij dit onderzoek is daardoor zéér klein.  
  • Herseninfarct:
    Tijdens de behandeling kunnen bij het inbrengen van de katheters of de coils stolsels ontstaan. Een stolsel in een bloedvat veroorzaakt een herseninfarct. Om dit te voorkomen krijgt u tijdens de behandeling bloedverdunners toegediend. Het is gelukkig uiterst zeldzaam dat er ondanks deze voorzorgmaatregel toch stolsels ontstaan. De gevolgen kunnen variëren van mild tot zeer ernstig. Daarbij moet u denken aan verlammingsverschijnselen of moeite met spreken of zien.  
  • Hersenbloeding:
    Tijdens plaatsing van de katheter of de platinum draadjes in het aneurysma kan de wand van het aneurysma beschadigd raken, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Deze bloeding bevindt zich tussen de hersenen en de hersenvliezen (een zogenoemde 'subarachnoïdale bloeding'). Ook deze complicatie is gelukkig uiterst zeldzaam. De consequenties kunnen variëren van mild tot zeer ernstig.

Contrastmiddel  

Voor dit onderzoek gebruikt de radioloog jodiumhoudend contrastmiddel. Dit middel maakt bloedvaten en organen beter zichtbaar. Voor de meeste mensen is het gebruik van contrastvloeistof ongevaarlijk, binnen een paar uur plast u het weer uit.     

Bij een klein aantal patiënten treedt een allergische reactie op, waar in de meeste gevallen geen behandeling voor nodig is. Hebt u ooit zo’n reactie gehad? Meld dit dan van tevoren bij uw behandelend arts.  

Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Wist u dat? 

Uw mening over de afdeling Radiologie kunt geven via deze link: Ervaringen met het LUMC.

Hebt u nog vragen?  

Als u vragen hebt over de planning van de behandeling vooraf, kunt u contact opnemen met de afdeling Radiologie. Dat kan op werkdagen tussen 8.15 en 16.00 uur op telefoonnummer 071-526 24 10 of per e-mail via SecretariaatAngio-interventie@lumc.nl.

Bij lichamelijk klachten of vragen na de behandeling kunt u, binnen kantooruren, contact opnemen met de polikliniek Neurochirurgie: 071-526 21 85. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de verpleegafdeling Neurochirurgie via telefoonnummer 071-526 33 10. Uw vraag wordt dan overlegd met de dienstdoende assistent neurochirurgie.