Prolactinoomonderzoek

Een nationaal onderzoek naar de behandeling van prolactinomen, gericht op het verbeteren van de zorg voor patiënten met een prolactinoom.

Wat is een prolactinoom?

Een prolactinoom is een goedaardige tumor (ook wel adenoom genoemd) van de hypofyse, welke prolactine maakt. Hierdoor komt er een verhoogd gehalte van het prolactine in het bloed.

De hypofyse is een klier in het hoofd die verschillende hormonen maakt, een daarvan is prolactine. Een tumor van de hypofyse kan verschillende hormonen maken, maar dit hoeft niet. Bij sommige patiënten maakt het adenoom helemaal geen hormoon, of juist meer dan een. Alleen als het gezwel prolactine maakt, noemen we het een prolactinoom. Ongeveer de helft van de tumoren in de hypofyse is een prolactinoom.

Een prolactinoom is een goedaardige tumor (ook wel adenoom genoemd) van de hypofyse, welke prolactine maakt. Hierdoor komt er een verhoogd gehalte van het prolactine in het bloed.

De hypofyse is een klier in het hoofd die verschillende hormonen maakt, een daarvan is prolactine. Een tumor van de hypofyse kan verschillende hormonen maken, maar dit hoeft niet. Bij sommige patiënten maakt het adenoom helemaal geen hormoon, of juist meer dan een. Alleen als het gezwel prolactine maakt, noemen we het een prolactinoom. Ongeveer de helft van de tumoren in de hypofyse is een prolactinoom.

Zowel mannen als vrouwen kunnen een prolactinoom ontwikkelen, maar het komt vaker voor bij vrouwen. De prolactinomen worden ingedeeld naar grootte: prolactinomen kleiner dan 1 cm worden microprolactinoom genoemd; prolactinomen groter dan 1 cm macroprolactinoom.Een prolactinoom van groter dan 4 cm heet een giant prolactinoom. De grootte van het prolactinoom kan belangrijk zijn voor de keuze van behandeling ook voor het meedoen aan het prolactinoom onderzoek. Patiënten met een giant prolactinoom kunnen bijvoorbeeld wel meedoen met de ProlaC studie (observationeel onderzoek) en niet met de ProlaCT studie (interventie onderzoek).

Prolactinomen zijn vrijwel altijd goedaardig, wat inhoudt dat ze zich vrijwel nooit verspreiden door het lichaam, of uitzaaiingen veroorzaken. Prolactinomen kunnen wel vervelende klachten veroorzaken, zoals verminderde vruchtbaarheid en tepelvloed.

Waarom doen we deze studie

Bij patiënten met een verhoogd gehalte van prolactine is er meestal sprake van een kleine, goedaardige tumor in de hypofyse, een prolactinoom. Dit kan klachten geven als tepelvloed en verminderde vruchtbaarheid. De standaardbehandeling van een prolactinoom bestaat uit medicijnen die de afgifte van prolactine verminderen, zoals Cabergoline. Deze medicijnen leiden bij de meeste patiënten (90%) tot een daling van het prolactine. Indien op proef gestopt wordt met medicatie, stijgt bij 60-80% van de patiënten het prolactine weer. De medicijnen moeten dus vaak langdurig gebruikt worden. Terwijl helaas ongeveer 40% van de patiënten last heeft van bijwerkingen, zoals misselijkheid, obstipatie of hoofdpijn.

Bij patiënten met een verhoogd gehalte van prolactine is er meestal sprake van een kleine, goedaardige tumor in de hypofyse, een prolactinoom. Dit kan klachten geven als tepelvloed en verminderde vruchtbaarheid. De standaardbehandeling van een prolactinoom bestaat uit medicijnen die de afgifte van prolactine verminderen, zoals Cabergoline. Deze medicijnen leiden bij de meeste patiënten (90%) tot een daling van het prolactine. Indien op proef gestopt wordt met medicatie, stijgt bij 60-80% van de patiënten het prolactine weer. De medicijnen moeten dus vaak langdurig gebruikt worden. Terwijl helaas ongeveer 40% van de patiënten last heeft van bijwerkingen, zoals misselijkheid, obstipatie of hoofdpijn.

Een alternatieve behandeling is operatie. Via de neus wordt dan met een endoscopische operatie het prolactinoom verwijderd. Na zo’n operatie wordt het prolactine in meer dan 90% van de gevallen vrijwel direct normaal.  Wel keert bij 15% van de patiënten het prolactinoom in loop van de tijd terug. Daarnaast brengt een operatie natuurlijk een kans op complicaties met zich mee. In totaal is die kans echter, met het verbeteren van de operatietechnieken, nu kleiner dan 5%.

Tot op heden zijn de behandelmogelijkheden voor prolactinomen nooit in een wetenschappelijk onderzoek met elkaar vergeleken, wat wel nodig is om te weten wat de beste behandeling is. Onze onderzoeken zijn erop gericht om in kaart te brengen hoe het de patiënten met een prolactinoom in Nederland vergaat (ProlaC) en te vergelijken welke behandeling de beste is in welk specifieke geval (PRolaCT). 

ProlaC – observatie onderzoek

Een cohortonderzoek is een onderzoek dat zich richt op het observeren van de huidige gang van zaken, ook wel observationeel onderzoek genoemd.

Met het cohortonderzoek willen we een aantal gegevens over de ziekte en behandeling van zo veel mogelijk patiënten met een prolactinoom in Nederland gedurende 5 jaar in kaart te brengen. Uit deze registratie willen we lering trekken om de volgende vragen te beantwoorden:

Een cohortonderzoek is een onderzoek dat zich richt op het observeren van de huidige gang van zaken, ook wel observationeel onderzoek genoemd.

Met het cohortonderzoek willen we een aantal gegevens over de ziekte en behandeling van zo veel mogelijk patiënten met een prolactinoom in Nederland gedurende 5 jaar in kaart te brengen. Uit deze registratie willen we lering trekken om de volgende vragen te beantwoorden:

  • Hoe vaak leidt medicatie tot genezing?
  • Hoe ervaren patiënten bijwerkingen van medicatie?
  • Hoe is de kwaliteit van leven van patiënten met een prolactinoom?
  • Hoe vaak leidt operatie tot genezing, en hoe ervaren patiënten de impact van een operatie?
  • Hoe vaak zijn er complicaties van operatie?
  • Welke behandeling past het best bij welke patiënt?
  • Hoe hoog zijn de kosten van beide behandelingen?

Wat het cohortonderzoek inhoudt

Patiënten die meedoen met ons cohortonderzoek, ontvangen de zorg voor hun prolactinoom zoals dat op dit moment in Nederland standaard is. De behandeling vindt plaats door hun eigen arts, in hun eigen ziekenhuis, volgens de (inter-)nationale richtlijnen, toegepast voor een ieders persoonlijke situatie. Ook de controles, waaronder alle bezoeken aan de arts, alle bloedonderzoeken en alle beeldvormende onderzoeken, zoals MRI-scans, worden verricht volgens de standaard zorg. Wat wij voor dit onderzoek extra zullen doen en wat valt onder de reguliere patiëntenzorg, wordensamengevat het figuur hieronder.

Deelname aan het cohortonderzoek houdt in dat een aantal gegevens over de behandeling verzameld zullen worden via de behandelend arts. Dit gaat om bloeduitslagen, scanuitslagen, gegevens over de voorgeschiedenis en medicijngebruik, maar ook zwangerschap, bijwerkingen en andere resultaten van de behandeling.

Daarnaast zal een deelnemende patiënt gevraagd worden ongeveer eens per 6 maanden vragenlijsten in de vullen. Deze vragenlijsten gaan over kwaliteit van leven, klachten van angst of depressie, bijwerkingen van Cabergoline en hoe het gaat op het werk of in het huishouden. Het duurt ongeveer 30-60 minuten per keer om de vragenlijsten in te vullen. Het invullen van de vragenlijst verloopt digitaal, via deze website, maar kan ook op papier.

Tenslotte krijgen alle patiënten die meedoen in het cohortonderzoek de mogelijkheid aan te geven of ze benaderd zouden willen worden voor het tweede deel van het onderzoek, de PRolaCT-studie. Alleen patiënten die geschikt zijn voor deelname, en daarvoor toestemming hebben gegeven, zullen hiervoor benaderd worden. Onderstaand kunt u meer informatie over de PRolaCT-studie lezen.

PRolaCT - interventie onderzoek

In deze, zogenaamde, gerandomiseerde studie zullen de verschillende behandelmogelijkheden voor prolactinoom met elkaar worden vergeleken.

Het doel van dit onderzoek is de behandeling van prolactinomen door middel van operatie en behandeling met medicijnen met elkaar te vergelijken. Dit is nodig om te onderzoeken welke behandeling het beste is. Hiermee willen we antwoord geven op de volgende vragen:

In deze, zogenaamde, gerandomiseerde studie zullen de verschillende behandelmogelijkheden voor prolactinoom met elkaar worden vergeleken.

Het doel van dit onderzoek is de behandeling van prolactinomen door middel van operatie en behandeling met medicijnen met elkaar te vergelijken. Dit is nodig om te onderzoeken welke behandeling het beste is. Hiermee willen we antwoord geven op de volgende vragen:

  • Leidt een operatie vaker tot genezing dan medicatie?
  • Heeft het doen van een operatie minder negatieve gevolgen dan langdurige behandeling met medicatie?
  • Is de kwaliteit van leven beter bij patiënten die een operatie ondergaan hebben dan patiënten die met medicijnen behandeld worden?
  • Op welk moment van de behandeling kan een patiënt het beste geopereerd worden?
  • Wegen de kosten van een operatie op tegen de kosten van medicatie?

Wat meedoen inhoudt

Patiënten die meedoen in het cohortonderzoek krijgen de mogelijkheid aan te geven of ze benaderd zouden willen worden voor het tweede deel van het onderzoek, de PRolaCT-studie. Alleen patiënten die geschikt zijn voor deelname, en daarvoor toestemming hebben gegeven, zullen hiervoor benaderd worden. 

In dit onderzoek zullen we behandeling met medicijnen vergelijken met behandeling door middel van operatie, in een zogenaamde gerandomiseerde studie. Middels loting wordt bepaald of een patiënt de standaardbehandeling met medicatie krijgt of dat hij/zij verwezen wordt naar een neurochirurgisch hypofysecentrum voor een eventuele operatie. Of u daadwerkelijk in aanmerking komt voor operatie en of uw voorkeur definitief uitgaat naar deze behandeling wordt bepaald na het gesprek met de neurochirurg.

Loting - Als u overweegt mee te doen, zal eerst bepaald worden of u daadwerkelijk mee kunt doen. Daarna vindt er een loting plaats. De loting bepaalt of u terecht komt in de groep die de standaardbehandeling in het eigen centrum krijgt, of in de groep die wordt doorverwezen naar een hypofysecentrum voor een gesprek met een neurochirurg. Deze loting is willekeurig en kan dus niet beïnvloed worden door uw arts of de onderzoeker.

Observatie zonder loting - Patiënten die met de lotingstudie mee kunnen doen, maar niet willen loten, kunnen meedoen met observatie zonder loting. Dan worden gedurende het hele onderzoek dezelfde gegevens verzameld als in de lotingstudie, zoals medische gegevens en vragenlijsten.

Er zijn 3 groepen patiënten met een prolactinoom die mee kunnen doen met dit onderzoek: (1) patiënten die nog geen enkele behandeling hebben gehad, (2) patiënten die kortdurend behandeld zijn met medicijnen, en (3) patiënten die langdurig behandeld zijn met medicijnen. Al deze patienten kunnen meedoen met de observatie zonder loting. 

Van alle patiënten die meedoen met dit onderzoek, worden er gedurende 5 jaar gegevens bijgehouden over hun behandeling en aan hen wordt af en toe gevraagd vragenlijsten in te vullen.

Meer informatie over het onderzoek kunt u lezen in de patiënteninformatiebrief. Deze kunt u downloaden en printen zodat u de informatie nog rustig kunt nalezen wanneer u wilt. Er zijn verschillende informatiebrieven voor de verschillende groepen patiënten:

Het onderzoeksteam

Wij werken voor dit onderzoek samen met verschillende ziekenhuizen, verspreid over Nederland.

Contact

Coördinerend onderzoeker LUMC:

I.C.M. Pelsma, arts-onderzoeker afdeling Endocrinologie en Metabolisme, LUMC

Postbus 9600, intern adres: C7-Q-044

2300 RC Leiden

E-mail: prolactinoom@lumc.nl

Telefoonnummer: +31 (0)71 5296743

 

Onafhankelijk arts LUMC:

M.A. Schroijen, internist-endocrinoloog; afdeling endocrinologie LUMC

Postbus 9600, intern adres: C07-044

Coördinerend onderzoeker LUMC:

I.C.M. Pelsma, arts-onderzoeker afdeling Endocrinologie en Metabolisme, LUMC

Postbus 9600, intern adres: C7-Q-044

2300 RC Leiden

E-mail: prolactinoom@lumc.nl

Telefoonnummer: +31 (0)71 5296743

 

Onafhankelijk arts LUMC:

M.A. Schroijen, internist-endocrinoloog; afdeling endocrinologie LUMC

Postbus 9600, intern adres: C07-044

2300 RC Leiden

Telefoonnummer: +31 (0)71 5263082 (secretariaat)

 

Voor klachten:

In geval van klachten over het onderzoek kunt u zich wenden tot Team Klachten van het LUMC via email: patiëntenservicebureau@lumc.nl. U kunt ook telefonisch contact opnemen met Patiëntenservicebureau (071-5262989; tijdens kantooruren). Zij zullen de klacht in behandeling nemen volgens de geldende afspraken.

 

Voor contactgegevens van de Functionaris voor de Gegevensbescherming:

Wanneer u vragen heeft over de bescherming van uw privacy kunt u contact opnemen met een van de functionarissen gegevensbescherming van het LUMC (FG) via privacy@lumc.nl.​