Hemaferese; Informatie donor Matchis
Door de afdeling Hemaferese voor donoren die via Matchis hun stamcellen doneren.
Het doneren van stamcellen
Perifere Stamcellen
Stamcellen bevinden zich normaal alleen in het beenmerg en in zeer geringe mate in het bloed. Door een donor te injecteren met groeifactoren, wordt het beenmerg sterk geactiveerd om tijdelijk extra stamcellen aan te maken. Deze toename van stamcellen zorgt er uiteindelijk voor dat de stamcellen in de bloedbaan terechtkomen. De injecties met groeifactoren worden gedurende vijf dagen onderhuids toegediend.
Op de dag voor de donatie ontvangt u een mail van de verpleegkundige van de afdeling Hemaferese met hierin de laatste aanwijzingen voor de donatie.
Bijwerkingen
In de dagen dat de groeifactor wordt toegediend, krijgen de meeste donoren enige last van bot-, spier- en hoofdpijn en soms een grieperig gevoel, af en toe met wat verhoging. Een temperatuur tot 38.5°C is acceptabel. U kunt tegen deze klachten Paracetamol gebruiken, andere pijnstillers alleen in overleg met de arts van Matchis of de arts bloedtransfusiegeneeskunde of de afdeling Hemaferese van het LUMC. De klachten verdwijnen grotendeels binnen 24 uur na toediening van de laatste groeifactoren. Na 48 uur zijn alle klachten verdwenen.
Zeer zelden treden ernstigere bijwerkingen op, bij pijn in de linkerzij altijd contact opnemen met de arts! Bij klachten of twijfel/ongerustheid kunt u de Hemaferese afdeling bellen, zo nodig wordt u doorverbonden met de dienstdoende arts bloedtransfusiegeneeskunde.
Dag van afname
Op de vijfde dag na start met de groeifactoren, worden de stamcellen geoogst op de Hemaferese afdeling. C-11-P kamer 44 of route 265.
Bij een aferese wordt in de één arm een stalen naald en in de andere arm een infuusnaald ingebracht. In bepaalde situaties kan er afgeweken worden en krijgt u 2 infuusnaalden.
Het bloed loopt via een steriel slangensysteem in een aferese-apparaat. In dat apparaat worden de verschillende bloedcellen van elkaar gescheiden, waarbij de stamcellen apart worden gehouden. De overige bestanddelen van het bloed worden via de infuusnaald teruggegeven aan de donor.
De duur van een stamcelaferese is maximaal acht uur. Gemiddeld duurt een stamcelaferese vier tot zes uur. Soms is het noodzakelijk om de volgende dag de procedure te herhalen als de gewenste hoeveelheid stamcellen niet de eerste dag is behaald. Doordat er in beide armen een naald wordt ingebracht, bent u tijdens de aferese periode beperkt in u bewegingsvrijheid. Dezelfde of de volgende dag worden de stamcellen toegediend aan de patiënt.
Handige tips:
- Neem lekker zittende kleding mee of trek het aan (joggingbroek, vest)
- Denk aan entertainment zoals tablet/laptop/spelletje/boek/tijdschrift
- Er mag de hele dag iemand bij u zijn.
- U mag niet alleen naar huis aan het einde van de dag, zorg voor vervoer of laat eventueel een taxi via Matchis regelen (houdt rekening met wachttijd voor de taxi)
- Koffie/thee, fris en een broodmaaltijd zijn aanwezig voor u (neem bij specifieke dieetwensen zelf spullen mee).
- De hemaferese is bereikbaar op werkdagen van 8.00-17.30 uur. Buiten kantoortijden en feestdagen kunt u via het algemene LUMC nummer u door laten verbinden met de dienstdoende bloedtransfusiearts.
Belangrijke telefoonnummers:
Stichting Matchis: | 071-5685300 |
Apotheekzorg: | 0497-330301 |
Afdeling Hemaferese: | 071-5263810 |
Algemeen nummer LUMC: | 071-5269111 |
Bijlage: prikinstuctie voor subcutane toediening van G-CSF
Prikinstructie voor subcutaan toedienen G-CSF
De werkwijze
Haal de benodigde spuitjes een half uur voor toediening uit de koelkast of warm ze even op in de hand.
1. Was uw handen. Leg de injectiespuit en pleister klaar op een schone ondergrond.
2. Controleer de kant en klare injectiespuit op intacte verpakking en houdbaarheidsdatum.
3. De aanwezige luchtbel in de injectiespuit niet verwijderen; deze zorgt ervoor dat alle vloeistof wordt geïnjecteerd. Na volledige injectie zal deze luchtbel de ruimte in de naald opvullen, zodat alle werkzame stof toegediend wordt. De lucht die in de spuit aanwezig is kan geen schade aanbrengen.
4. Op de afbeelding 1 ziet u de aanbevolen plaatsen om de injectie toe te dienen.
Afbeelding 1
- kies een plek om te prikken
- de buik, minimaal 3 vingers naast de navel (voorkeur)
- de bovenkant van de bovenbenen
- wissel van prikplaats, prik niet in een blauwe plek, wondje ,striae of andere onregelmatigheid
5. Pak de spuit in de dominante hand en haal de beschermhoes van de naald, raak de naald hierna niet meer aan en leg de spuit niet meer neer.
6. Pak met 6. Pak met de andere hand een huidplooi op de prikplaats tussen duim en wijsvinger (afb.2), de huid dient schoon te zijn maar hoeft niet ontsmet te zijn.
7. Steek de naald in één beweging in de huidplooi waarbij u de spuit rechtop houdt, de naald moet helemaal in de huid geprikt worden (afbeelding 3).
8. Druk de spuit rustig leeg inclusief luchtbelletje (afbeelding 4).
9. Laat de naald 5 seconden in de huid zitten om te voorkomen dat er vloeistof terugloopt.
10. Trek de naald met één beweging uit de huid. Er kan een druppeltje bloed ontstaan (een haarvaatje geraakt) dep dit zonodig weg met een tissue.
11. Bewaar de lege spuitjes (evt. in een leeg plastic flesje) en neem dit weer mee naar de afdeling, zodat deze hier op de juiste wijze afgevoerd kunnen worden. De meegeleverde medicatie kunt u ook meenemen naar de afdeling.
Let op: Na het injecteren niet over de insteekplaats wrijven, dit kan blauwe plekken of rode schijven geven.
Algemene informatie:
- Bewaar de spuitjes in de koelkast.
- Haal het benodigde spuitje ±30 minuten voor gebruik uit de koelkast.
- Neem altijd contact op bij:
- Twijfel
- Hoge koorts (>38.5°C)
- Pijn in linker zij (milt)
- Bij klachten kunt u paracetamol gebruiken (8 x 500 mg = 4 x 1000 mg paracetamol per 24 uur)
- Dien de injecties volgens het meegegeven schema toe met een interval van 12 uur. Het is mogelijk dat de dosering van de injecties per ochtend- en avondgift verschilt
- Op dag 4 wordt u gebeld door de hemaferese verpleegkundige.
- Dag 5 (dag van afname) injecteert u zich 's morgens voor u naar het ziekenhuis vertrekt.