Tweelingtransfusiesyndroom (TTS)
DiagnoseAls u zwanger bent van een tweeling die de placenta deelt (ook wel monochoriale tweeling genoemd) is het belangrijk dat er elke twee weken een echo gemaakt wordt. Met behulp van echoscopie kan worden vastgesteld of er sprake is van het tweelingtransfusiesyndroom.
Afspraak maken voor diagnose TTS
De gynaecoloog die uw zwangerschap begeleidt, kan u verwijzen naar de polikliniek voor foetale geneeskunde. U krijgt bericht over wanneer en waar uw afspraak is. Meestal kunt u op korte termijn bij ons terecht.
Wie komt u tegen en wat staat u te wachten?
Voorafgaand aan uw eerste afspraak moet u zich inschrijven bij de centrale inschrijving in de centrale hal van het LUMC. Daarna volgt u route 36 naar de polikliniek Verloskunde en Prenatale Geneeskunde. Tijdens de eerste afspraak maakt een van de prenatale geneeskunde-artsen een echo. Hierna heeft u een gesprek met een van de gynaecologen van het team.
Het echo-onderzoek
De diagnose TTS wordt gesteld met behulp van echoscopie. Tijdens het echo-onderzoek kijken we naar een aantal zaken:
Hoeveelheid vruchtwater van elke foetus
De donor (de foetus die een deel van zijn bloed weggeeft) plast minder en heeft daardoor minder vruchtwater dan de ontvanger (de foetus die het bloed van de ander krijgt). Vaak heeft de donor zelfs helemaal geen vruchtwater meer en de ontvanger veel te veel. Het vlies van de vruchtzak van de donor zit dan strak om de foetus heen, op de afbeelding te herkennen aan de witte lijn boven de foetus. Dit wordt ook wel een 'stuck twin' genoemd.
Blaasvulling
De donor gaat steeds minder plassen, waardoor zijn blaas steeds minder of zelfs helemaal niet meer gevuld is. De ontvanger gaat juist steeds meer plassen en krijgt hierdoor een steeds vollere blaas.
Bloedstromen
De donor geeft een deel van zijn bloed weg aan de ontvanger. Hierdoor heeft de donor een te klein en de ontvanger een te groot bloedvolume. Beide foetussen kunnen hier ziek van worden. Dit is te onderzoeken door de bloedstroomsnelheden en –patronen in verschillende bloedvaten van de foetussen te meten.
Vochtophoping
Het kan gebeuren dat het hart van de ontvanger het teveel aan bloed niet goed meer kan rondpompen. Hierdoor kunnen de bloedstromen in de bloedvaten van de foetus dus beïnvloed worden. Ook kan zich vocht ophopen in de foetus. Dit is te zien met de echo.
Lengte van de baarmoedermond
Als de hoeveelheid urine (en dus vruchtwater) die de ontvanger uitplast erg veel is kan de baarmoedermond van binnenuit opengedrukt en daardoor korter worden. Dat betekent een hoger risico op vroeggeboorte. Een behandeling zullen we dan op heel korte termijn willen uitvoeren.
De uitslag van het onderzoek
Na de echo heeft u een gesprek met een van onze gynaecologen. We bespreken de diagnose, de ernst van de TTS, mogelijke veranderingen van de baarmoedermond en daarmee de noodzaak van eventueel directe behandeling. Bij de keuze voor de behandeling houden we rekening met de resultaten van het onderzoek en de risico’s voor moeder en kinderen.
Hoe kunt u zich voorbereiden?
- Neem uw verwijsbrief en/of zwangerschapskaart mee als u naar het LUMC komt.
- Het is goed mogelijk dat u vragen hebt. Schrijft u deze van tevoren op. Zo voorkomt u dat u belangrijke vragen vergeet te stellen.
- In sommige gevallen moet u meteen worden opgenomen. Uw verwijzend gynaecoloog kan daar mogelijk al een inschatting over maken. Het is hoe dan ook verstandig een tas mee te nemen voor eventuele opname.