Patiëntenfolder

Speekselstenen

In deze folder vindt u informatie over speekselstenen en de behandeling daarvan.  

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie.

Onze zorg

Wat is Speekselstenen?

Wat is een speekselklier?  

Er zijn drie paren klieren (links en rechts) die speeksel maken. Via kleine (korte) buisjes komt het geproduceerde speeksel vanuit deze klieren in de mond. De parotisklieren (grote speekselklieren) liggen net onder en voor de oren. Speeksel vloeit in de binnenkant van de wangen naar de mond. 

De submandibulaire klieren (onderkaakspeekselklieren) liggen in de mondbodem - één aan elke kant - en voeren het speeksel daar ook in af. De sublinguale klieren bevinden zich net onder de tong. Je maakt constant kleine hoeveelheden speeksel om je mond vochtig te houden. Als je eet produceren de speekselklieren normaliter meer speeksel, dat zich mengt met het voedsel. 

Wat is een speekselsteen? 

Een speekselsteen bestaat uit kalk en komt vooral voor in de uitvoergang van de speekselklier maar zelden in de klier zelf. Soms zijn er meerdere stenen. Speekselstenen komen meestal voor in de uitvoergang van de onderkaakspeekselklier die in de mondbodem is gelegen (90%). Ongeveer 10% van de stenen komt voor in de uitvoergang van de oorspeekselklier.

Een speekselsteen kan klachten veroorzaken die worden gekenmerkt door pijn en zwelling in het gebied van de speekselklier voorafgaande aan of tijdens de maaltijden. Deze verdwijnen vaak na enige tijd vanzelf omdat beperkte afvloed van speeksel langs de steen meestal mogelijk is.

Verschijnselen

De meest voorkomende symptomen zijn pijn en zwelling van de aangedane klier tijdens de maaltijden. Dit gebeurt als de steen volledig een speekselklierkanaal blokkeert. Je maakt extra speeksel tijdens een maaltijd, dat speeksel loopt normaliter via het speekselklierkanaal de mond in. Dat lukt niet als het speekselklierkanaal geblokkeerd is door een steen. De pijn kan plotseling en intens worden net na het beginnen van een maaltijd. Zwelling volgt snel. De pijn en zwelling worden dan weer minder ongeveer 1-2 uur na een maaltijd als ook de speekselklierproductie afneemt.

De meeste stenen blokkeren echter een speekselklierkanaal niet volledig. Een steen kan gedeeltelijk de speekselstroom blokkeren of de doorstroming helemaal niet tegenhouden als de steen is ingebed in het lichaam van de klier. In deze gevallen kunnen de symptomen variëren van: 

  • Doffe pijn van tijd tot tijd in de getroffen klier. 
  • Zwelling van de klier. Zwelling kan aanhoudend zijn of in omvang variëren in de tijd. 
  • Infectie van de klier kan optreden wat roodheid en pijn veroorzaakt. Dit kan uitgroeien tot een abces (holte gevuld met pus) waar je je meestal behoorlijk ziek van kunt voelen.

Sommige mensen met speekselstenen hebben helemaal geen symptomen. Een steen kan een toevalsbevinding zijn op een röntgenfoto die om een andere reden wordt gemaakt.

Oorzaak

Hoe ontstaat een speekselsteen?  

Sommige mensen vormen één of meer kleine steentjes in een speekselklier. Dit gebeurt vaker bij mensen boven de leeftijd van 40, hoewel het kan voorkomen op elke leeftijd. De reden waarom zich een steen vormt is niet bekend. De meeste speekselstenen bestaan voornamelijk uit calcium (kalk). Speekselstenen worden meestal niet geassocieerd met een andere ziekte.  


De grootte van de steen kan variëren van minder dan 1 mm tot een paar centimeter in diameter. Ongeveer 9 op de 10 stenen zijn kleiner dan 10 mm.

Diagnose

Is er onderzoek nodig?  

De symptomen zijn vaak typisch en de diagnose is meestal helder. Een arts kan soms voelen of er een steen in de opening van een kanaal zit. Een gewone röntgenfoto kan de steen aantonen in ongeveer 80% van de gevallen. Dan is geen verder onderzoek nodig.

In 20% van de gevallen is een speekselsteen niet op een gewone röntgenfoto zichtbaar en is ander onderzoek nodig:

  • Een scan zoals een CT-scan, echografie of MRI-scan.
  • Sialografie (sialogram). Dit is een speciaal röntgenonderzoek. Dit toont de klier, het speekselklierkanaal en de eventuele afwijkingen in het kanaal zoals een steen. Hierin wordt een klein plastic buisje in het getroffen kanaal geschoven en kleurstof geïnjecteerd. Het buisje wordt verwijderd en hierna worden röntgenfoto’s genomen. Daarop is de kleurstof in de klier en de speekselklierkanaaltjes zichtbaar. Dit geeft een goed overzicht van de structuren en toont alle eventuele afwijkingen.
  • Sialendoscopie. Bij dit onderzoek wordt een zeer dun buisje (endoscoop) met een klein lichtje en camera op het uiteinde in het speekselkanaal gebracht. De arts kan dan rechtstreeks in het kanaal en de klier kijken om te zien of er een steen aanwezig is.
Behandeling

Welke behandelingen zijn er mogelijk?

De meeste stenen die symptomen veroorzaken, verdwijnen niet meer vanzelf. Soms komt een kleine steen spontaan uit de klierafvoergang. Als dat niet gebeurt zal één van de volgende behandelingen worden ingesteld:  

  • Zachtjes duwen in het speekselklierkanaal van binnen uit de mond met een dun stomp instrument kan soms een steen laten vrijkomen die dan in de mond valt. Dit wordt gedaan door een arts. 
  • Therapeutische sialendoscopie. Dit is een soortgelijke procedure als hierboven beschreven. Het maakt ook gebruik van een zeer dunne endoscoop (buis) met een camera en licht aan de top. De buis wordt in het kanaal gebracht. Als een steen wordt gezien, dan worden een klein ‘mandje’ of twee ‘grijpers’ gebruikt die zijn aangesloten op de buis om de steen te pakken en eruit te halen. Deze techniek kan met succes ongeveer 17 op de 20 stenen verwijderen. Meestal wordt het speekselklierkanaal voor aanvang van de procedure plaatselijk verdoofd. In sommige gevallen, waar de steen vrij groot is, wordt de steen eerst in stukjes gebroken en dan worden de fragmenten eruit getrokken. 
  • Een kleine operatie om de steen eruit te snijden is de traditionele behandeling, maar wordt minder gedaan sinds de therapeutische sialendoscopie beschikbaar is gekomen. Het kan nog wel nodig zijn als therapeutische sialendoscopie geen optie is of wanneer deze methode faalt.
Nazorg

Waar moet u op letten na uw behandeling?

Na een poliklinische verwijdering van een speekselsteen vallen de pijnklachten doorgaans mee. De meeste patiënten ervaren het als een opluchting dat het speeksel weer normaal kan stromen. Meestal is paracetamol voldoende om eventuele napijn te bestrijden. 

Het is verstandig de eerste dagen na de behandeling de speekselproductie extra te stimuleren door het gebruik van suikervrije zuurtjes. De extra speekselvloed die hierdoor optreedt spoelt eventueel ‘gruis’ dat in het speekselklierkanaal is achtergebleven weg.

Een speekselsteen is meestal een eenmalige gebeurtenis. Nadat de steen is verwijderd zijn er meestal geen verdere problemen. Maar soms ontwikkelen mensen later nog één of meer stenen. Soms ontwikkelen ze zelfs meerdere stenen in dezelfde klier. Een operatie waarbij de hele speekselklier wordt verwijderd kan dan een optie zijn voor mensen die steeds opnieuw stenen of meerdere stenen ontwikkelen. 

Je maakt nog steeds genoeg speeksel met de overige klieren als er één speekselklier is verwijderd.

Kunnen terugkerende speekselstenen voorkomen worden?  

Het is niet duidelijk waarom speekselstenen zich ontwikkelen en er zijn geen concrete manieren waarop deze kunnen worden voorkomen. Hoewel er geen bewijs voor is wordt wel gezegd dat veel (water) drinken de vorming van stenen helpt voorkomen. Het kan dus verstandig zijn om veel te drinken, vooral als je veel sport of in een warm land woont.

Meer informatie

Contact

Bij vragen of problemen kunt u contact opnemen met de polikliniek Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie.
Tijdens kantooruren bereikbaar tussen 9.00 - 12.00 uur en 14.00 - 15.00 uur via telefoonnummer 071 – 526 23 72.