Patiëntenfolder

Medicijnen na een levertransplantatie

U leeft met een getransplanteerde lever. Na een levertransplantatie krijgt u altijd medicijnen voorgeschreven. Zo krijgt u onder andere medicijnen om afstoting van de nieuwe lever tegen te gaan. Door u te houden aan de adviezen van uw behandelaars, verkleint u de kans op afstoting en andere problemen (complicaties). Het juiste gebruik van medicijnen, sommige levenslang, hoort hierbij. Het ontvangen van een donororgaan is een ingrijpende verandering in uw leven. U heeft medicijnen nodig om de gevaren van infectie en afstoting tegen te gaan. Om uw lever in goede conditie te houden, moet u de adviezen van uw transplantatieteam opvolgen. Hiervoor is kracht om het vol te houden (discipline) nodig. Dit noemen we ook wel therapietrouw. Het is soms moeilijk om therapietrouw te zijn. Maar in uw geval is het zeer belangrijk. Als u de medicijnen weleens of misschien wel regelmatig vergeet, kunt u last krijgen van chronische of acute afstoting. Als u problemen heeft met het vol

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Transplantatie Centrum.

Wat u moet weten van medicijnen

Het is belangrijk om uw medicijnen op de goede manier te gebruiken. Door verkeerdgebruik kunnen ze hun werk niet doen of kunnen bijwerkingen erger worden.

Gebruik medicijnen altijd zoals de arts met u afspreekt

Verander niets op eigen houtje. Sommige medicijnen moeten in zijn geheel worden doorgeslikt of moeten met veel water worden ingenomen. Zorg dat u weet hoe u de medicijnen moet innemen. Vraag de apotheker om advies als dat nodig is. Bij onduidelijkheden kunt u uw arts bellen.

Stop nooit zomaar met de medicijnen

Stop nooit met de medicijnen die tegen afstotingsverschijnselen worden gebruikt. Het zomaar stoppen, hoe kort ook, kan tot afstoting van uw orgaan leiden. Overleg altijd eerst met de arts voordat u iets wilt gaan veranderen, ook al heeft u last van bijwerkingen.

Vraag op tijd een nieuw recept aan

Zorg dat u nooit zonder medicijnen komt te zitten. Vraag daarom op tijd een nieuw recept aan. Sommige medicijnen heeft de apotheek misschien niet zelf in huis en moeten worden besteld. Overleg met de apotheek hoelang van tevoren u uw recept moet inleveren om er zeker van te zijn dat ze er op tijd zijn.

Overgeven

Heeft u binnen 30 minuten na inname van het medicijn overgegeven? Neem dan de hele dosering opnieuw in. Heeft u meer dan 60 minuten na inname van het medicijn overgegeven? Dan kunt u ervan uitgaan dat de medicijnen voldoende door het lichaam zijn opgenomen.

Neem als u meerdere keren heeft moeten overgeven altijd contact op met uw arts of verpleegkundig specialist levertransplantatie.

Diarree

Heeft u aanhoudende diarree (langer dan één dag)? Dan worden veel medicijnen niet voldoende uit de darmen opgenomen in het bloed. Neem in dit soort gevallen contact op met uw arts of verpleegkundig specialist levertransplantatie.

Vergeet niet uw medicijnen op tijd in te nemen

Het is belangrijk om de medicijnen altijd in te nemen volgens het afgesproken innameschema. Het blijkt goed te werken om het te koppelen aan een dagelijkse handeling bijvoorbeeld, het ontbijt of tandenpoetsen. 

Met een horloge met meerdere alarmen of met een zogenoemde ‘pillenwekker’ (vraag uw apotheek) kunt u zichzelf eraan herinneren dat het tijd is voor een dosis.

Als u medicijnen vergeten bent in te nemen, moet u zo snel mogelijk de gemiste dosering alsnog innemen. Dit kunt u doen tot 3 uur na de tijd waarop het eigenlijk moest. Is het langer dan 3 uur geleden? Dan moet u contact opnemen met de polikliniek of uw arts.

Vergeet de controleafspraken niet

Tijdens de bloedcontrole wordt onder andere de hoeveelheid van bepaalde medicijnen in uw bloed gemeten. Zo kan de arts zien of de dosering goed is of moet worden aangepast. Ook kunnen in het bloed eerder afwijkingen worden opgespoord dan u zelf kunt merken.

Tacrolimus (prograft/advagraf/envarsus), Mycofenolaat (cellcept), everolimus en sirolimus mag u pas innemen nadat er bloed afgenomen is. Neem deze medicijnen daarom mee naar de polikliniek. 

Bij ciclosporine wordt de dosering bepaald op geleide van een twee-uursspiegel. Dat wil zeggen dat de bloedspiegels precies 2 uur na inname gemeten worden.

Bewaar medicijnen op de goede manier 

De meeste medicijnen kunt u gewoon bij kamertemperatuur bewaren. De badkamer is de minst geschikte plek in huis! De vochtige warmte kan er voor zorgen dat de medicijnen hun werking verliezen. Als een middel koel bewaard moet worden, dan staat dit op de verpakking en op het etiket. U kunt het middel het beste afgesloten in een plastic bak in de groentelade van de koelkast bewaren. 

Bewaar de medicijnen in de originele verpakking om verandering van de werkzame stoffen te voorkomen.

Wisselwerkingen met andere medicijnen of voedingsmiddelen

Medicijnen kunnen elkaars werking beïnvloeden. Dit noemen we ‘wisselwerkingen’. Soms versterken ze elkaar, soms verzwakken ze elkaar juist. Slik daarom alleen medicijnen nadat uw apotheek heeft gecontroleerd of u de medicijnen veilig naast elkaar kunt gebruiken. 

Ook voedingsmiddelen kunnen de werking van medicijnen beïnvloeden. Een voorbeeld hiervan is grapefruit en het sap ervan. In dat geval staat op het etiket vermeld: niet met grapefruitsap innemen.

Medicijnen verkrijgbaar zonder recept

Er kunnen ook wisselwerkingen zijn met middelen die u zonder recept kunt kopen bij apotheek of drogist. Vooral pijnstillers geven veel wisselwerkingen met de medicijnen die u gebruikt. Overleg daarom altijd eerst met uw arts als u een medicijn nodig denkt te hebben. 

Bepaalde kruidengeneesmiddelen, zoals sint-janskruid of homeopathische middelen, kunnen de werking van veel andere medicijnen verminderen. Het is daarom beter deze producten helemaal niet te gebruiken.

Pijnstillers

Na de transplantatie kunt u last hebben van pijn. U kunt dan 2 paracetamoltabletten van 500 mg innemen. Per dag mag u maximaal 6 tabletten gebruiken. Houd tussen 2 opeenvolgende doses een pauze van minstens 4 uur aan. Meld het bij uw huisarts als de paracetamol niet werkt. Geef het ook aan als u het middel gebruikt zonder overleg met uw arts en u na 5 dagen nog altijd een pijnstiller nodig heeft. 

Gebruik nooit pijnstillers van het type NSAID’s. Dit zijn bijvoorbeeld ibuprofen, diclofenac en naproxen. Als u acute pijn heeft, laat dit dan weten aan de dienstdoende arts.

Maagbeschermers

Pantoprazol en Omeprazol (Losec) zijn medicijnen die de maag beschermen. U krijgt deze voorgeschreven om maagklachten tegen te gaan. Er treden over het algemeen weinig bijwerkingen op bij het gebruik van deze medicijnen. 

Het is belangrijk dat u geen maagzuurbindende middelen zonder recept gebruikt zoals antagel of rennies. Deze middelen verminderen ook de opname van mycofenolaat en tacrolimus als ze tegelijk worden gebruikt. We raden aan deze middelen helemaal niet te gebruiken.

Medicijnen om afstoting te voorkomen

Afstoting

Afstotingsverschijnselen ontstaan door het afweersysteem. Dit is een systeem van het lichaam om ‘vreemde’ stoffen die binnendringen onschadelijk te maken. Dit is nuttig als het gaat om ziekteverwekkers, zoals bacteriën en virussen. Maar bij een transplantatie is het afweersysteem schadelijk, omdat het de levensvatbaarheid van het ‘vreemde’ orgaan (lever, nier) bedreigt. Daarom zijn er medicijnen ontwikkeld die het mechanisme van afstoting remmen: de immunosuppressiva. Immuun betekent afweer, suppressief betekent onderdrukkend.

De keuze van afstotingsmedicijnen bij de behandeling

De laatste jaren zijn er veel verschillende soorten medicijnen tegen afstoting ontwikkeld. Wanneer een medicijn niet verdragen wordt of onvoldoende werkt, zijn er vaak mogelijkheden voor andere medicijnen. Welke afstotingsmedicijnen u krijgt, hangt af van het transplantatiecentrum en van uw persoonlijke omstandigheden. Er is geen vaste regel die voor iedereen geldt. Bijna altijd krijgt u een combinatie van middelen met een verschillend werkingsmechanisme. Hierdoor wordt de afstotingsreactie beter geremd dan wanneer u maar één middel zou gebruiken. Ook kan de dosis van de afzonderlijke middelen lager worden gehouden. Hierdoor is de kans op schadelijke bijwerkingen kleiner. 

Medicijnen tegen de afstoting moet u uw hele leven gebruiken. Maar het is niet zo dat er in de loop van die tijd in de behandeling niets verandert. Het is de uitdaging een balans te vinden tussen een goede onderdrukking van de afstotingsverschijnselen en zo min mogelijk bijwerkingen. We zullen u daarom regelmatig onderzoeken om te kijken of de afstotingsverschijnselen onder controle zijn en of er bijwerkingen zijn.

Bijwerkingen van immunosuppressiva (medicijnen tegen de afstoting)

Na de transplantatie moet u de rest van uw leven bepaalde medicijnen slikken. 

Immunosuppressiva zijn sterk werkende medicijnen en kunnen ook veel bijwerkingen hebben. Bijwerkingen kunnen een reden zijn om medicijnen niet meer te willen innemen. Het is belangrijk om alle klachten die u heeft te bespreken met uw arts of verpleegkundig specialist levertransplantatie. 

Het maakt daarbij niet uit of u denkt dat het van een medicijn komt of niet. U zult adviezen krijgen om de klachten te verminderen. Soms is het nodig om een dosering aan te passen of over te gaan op een ander medicijn. Maar stop nooit zomaar met een medicijn als u denkt dat u er bijwerkingen van krijgt. Neem altijd contact op met uw arts of verpleegkundig specialist levertransplantatie.

Het is belangrijk dat u zich beseft dat bijwerkingen op kúnnen treden, maar het hoeft dus niet het geval te zijn.

Geneesmiddelenbeschrijvingen

Hieronder volgen de beschrijvingen van mogelijke geneesmiddelen die u gebruikt. Hiervan zult u er een aantal gebruiken maar niet allemaal.

Corticosteroïden

Het lichaam zelf maakt in de bijnieren bijnierschorshormonen aan. Bij het gebruik van een hogere dosering dan het lichaam zelf maakt, gaan deze medicijnen ontstekingen tegen. Ook onderdrukken ze de afweer. Het meest gebruikt zijn prednisolon, prednison en methylprednisolon.

Naam: prednisolon, prednison

Werking

Onderdrukt het afweersysteem en remt ontstekingen. De begindosering is hoger. Daarna wordt de dosering langzaam volgens een schema afgebouwd over een periode van enkele weken. Meestal houden patiënten lange tijd een lage dosering. Soms kan dit middel na een tijd worden gestopt.

Bijwerkingen

De belangrijkste bijwerkingen in het begin:

  • Maag-darmklachten
  • Hoofdpijn en spierpijn

Ook kunt u last krijgen van:

  • Veranderingen in emoties
  • Vocht in uw benen of handen
  • Vertraagde wondgenezing
  • (Meestal tijdelijk) diabetes (suikerziekte)
  • Botontkalking
  • Grotere gevoeligheid voor infecties
  • Grotere gevoeligheid voor stemmingsveranderingen

Bijzonderheden

Neem de dosis ’s ochtends bij het ontbijt in.

Calcineurineblokkers

Dit zijn bijvoorbeeld ciclosporine (Neoral) en tacrolimus (Prograft of Advagraf). Meestal is een van deze middelen opgenomen in de combinatie van middelen die men moet gebruiken om afstotingsverschijnselen te onderdrukken. Ciclosporine en tacrolimus zijn middelen waarvan de concentratie in het bloed regelmatig moet worden gecontroleerd. Bij een tekort werkt het middel niet voldoende en bij teveel neemt de kans op bijwerkingen toe. Daarom meten we regelmatig de concentratie in het bloed en passen we de dosering eventueel aan. Binnen dezelfde persoon kan dit ook van tijd tot tijd erg verschillen. Daarom moet de dosering van deze middelen soms na controle worden bijgesteld. U neemt op dagen dat uw bloed wordt afgenomen de dosis tacrolimus pas in nadat u geprikt bent.

Naam: Tacrolimus (Prograft/Advagraf/Envarsus)

Werking

Onderdrukt het afweersysteem.

Bijwerkingen

Verhoogde kans op:

  • Infecties
  • Zenuwbeschadiging
  • Verhoogde bloeddruk
  • Nierfunctiestoornissen
  • Diabetes (suikerziekte)
  • Hoofdpijn
  • Maag-darmklachten (diarree, misselijkheid)
  • Haaruitval

Bij gebruik voor lange tijd is er, net als bij de andere immunosuppressiva, een verhoogde kans op huidkanker.

Diabetes (suikerziekte) kan ontstaan bij een aantal mensen, vooral volwassenen. Vaak zijn hiervoor medicijnen nodig. Na verloop van tijd kan de diabetes afnemen, maar soms blijft men lange tijd diabetespatiënt.

Zenuwbeschadiging merkt men het eerst aan trillingen en een doof gevoel in de ledematen. Meestal verdwijnt deze bijwerking weer als de dosering van tacrolimus wordt verlaagd.

Bijzonderheden

Dit middel heeft zeer veel wisselwerkingen met andere geneesmiddelen. Overleg met uw arts of dit ook geldt voor geneesmiddelen die hij of zij u nieuw voorschrijft. 

Extra controle van de concentratie tacrolimus in het bloed en eventueel dosisaanpassing kunnen nodig zijn. Let op, ook bij stoppen van geneesmiddelen kan het zijn dat de dosering van tacrolimus weer aangepast moet worden.

Prograft

Dit middel neemt u 2 keer per dag in. Houd 12 uur tussen de innames aan. Doe dit zorgvuldig om schommelingen in de medicijnspiegel te beperken.

Advagraf/Envarsus

Werkt 24 uur lang, maar moet wel op een vast tijdstip worden ingenomen.

Naam: Ciclosporine (Neoral, Sandimmune)

Werking

Werkt hetzelfde als tacrolimus/

Bijwerkingen

De bijwerkingen van ciclosporine lijken op die van tacrolimus.

Ciclosporine heeft als extra bijwerkingen:

  • Tandvleeszwelling
  • Overmatige haargroei
  • Epilepsie
  • Het geeft minder kans op diabetes en mogelijk minder kans op zenuwbeschadiging dan tacrolimus.

Bij tandvleeszwelling is het belangrijk om goed te poetsen en te flossen. Bezoek eens in de zes maanden uw tandarts en vertel hem of haar welke medicijnen u gebruikt. 

Epilepsie komt bijna nooit voor. Mensen die epilepsie hebben (gehad) lopen hier iets meer risico op. Mogelijk kan epilepsie het gevolg zijn van een tekort aan het mineraal magnesium. De arts kan dit meten in het bloed en eventueel magnesium voorschrijven.

Bijzonderheden

Bewaar de capsules in de doordrukstrip totdat u ze gaat innemen. In de strip zijn de bewaaromstandigheden het best. Meestal moet u dit middel 2 keer per dag innemen. Neem het in voor de maaltijd en houd 12 uur tussen de innamen.

Naam: Mycofenolaatmofetil (CellCept)

Werking

Onderdrukt de lichaamseigen afweer tegen vreemde cellen en remt ontstekingen.

Bijwerkingen

  • Maag-darmklachten zoals misselijkheid en diarree
  • Verhoogde kans op infecties, bloedafwijkingen

Wisselwerkingen:

De galzuurbindende medicijnen tegen een verhoogd cholesterol verminderen de opname van mycofenolaat uit de darm. Gebruik deze combinatie bij voorkeur niet.

Everolimus (Certican)

Werking

Onderdrukt de lichaamsafweer tegen vreemde cellen.

Bijwerkingen

  • Verhoogd cholesterol
  • Verhoogde bloedingsneiging (sneller blauwe plekken, bloedneus of wondjes die langer nabloeden)
  • Verhoogde bloeddruk
  • Maag-darmklachten zoals buikpijn, diarree, vochtophoping, urineweginfectie

Sirolimus (Rapamune)

Werking

Onderdrukt de lichaamseigen afweer tegen vreemde cellen.

Bijwerking

  • Slechte wondgenezing
  • Buikpijn, misselijkheid, diarree
  • Diabetes (suikerziekte)

Algemene aandachtspunten

Mondverzorging

Door de afweeronderdrukkende medicijnen heeft u meer kans op een ontsteking van het tandvlees. Verzorg uw tanden en tandvlees daarom goed. Wij raden u aan om twee keer per jaar naar de tandarts of mondhygiënist te gaan. Als u een tandheelkundige behandeling moet krijgen, vertel de tandarts dan dat u een transplantatie heeft ondergaan. Bij ingrepen waarbij het kan bloeden, moet u preventief antibiotica gebruiken. Neem hiervoor contact op met uw behandelend arts.

Wondjes

De afweeronderdrukkende medicijnen die u inneemt, kunnen ervoor zorgen dat wondjes slechter genezen. Daarom moet u uw wondjes goed in de gaten houden. Als u merkt dat uw wondjes niet genezen, neem dan contact op met uw huisarts of arts van het LUMC.

Zon

Door het gebruik van prednison wordt uw huid dunner. Hierdoor kunt u eerder verbranden in de zon dan u misschien gewend bent. Het is voor u daarom belangrijk een zonnebrandcrème te gebruiken met een hoge beschermingsfactor en niet uitgebreid te zonnen.

Voor meer informatie over medicijnen kunt u ook kijken op www.apotheek.nl