Patiëntenfolder

Diabetes Mellitus type 2

Diabetes mellitus (suikerziekte) is een ziekte waarbij de concentratie van suiker in het bloed te hoog is. Het hormoon insuline, dat gemaakt wordt door de alvleesklier, is heel belangrijk voor de suikerstofwisseling. Als we eten komt suiker via de darmen in het bloed. De alvleesklier gaat insuline maken zodra de bloedsuikerconcentratie stijgt. Insuline zorgt er dan voor dat suiker uit het bloed wordt opgenomen in spieren en vetcellen. Bovendien remt insuline de suikerproductie door de lever (de lever maakt voortdurend glucose aan die nodig is als we lange tijd niet eten). Daarom verlaagt insuline de bloedsuiker-concentratie.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Endocrinologie.

Onze zorg

Wat is Diabetes Mellitus type 2?

Diabetes mellitus ontstaat wanneer er onvoldoende insuline door de alvleesklier wordt aangemaakt en/of wanneer insuline niet goed meer werkt. In beide gevallen kan insuline er niet meer voor zorgen dat suiker vanuit het bloed wordt opgenomen in de weefsels en dat de productie van suiker door de lever wordt geremd. De concentratie van suiker in het bloed stijgt dan: er is sprake van suikerziekte.


Diabetes mellitus type 1 (andere namen: “jeugd-suiker”, “insuline-afhankelijke suikerziekte”) ontstaat wanneer de alvleeskliercellen die insuline maken (“beta-cellen” in “eilandjes van Langerhans”) om onduidelijke redenen door het afweersysteem worden afgebroken. Dit type diabetes zal hier niet worden besproken. Diabetes mellitus type 2 (andere naam: “ouderdoms-suikerziekte”) ontstaat doordat insuline niet goed meer werkt en bovendien te weinig wordt aangemaakt.

Verschijnselen

De klachten die veel patiënten met DM2 hebben worden veroorzaakt door hoge bloedsuikers of door complicaties van de ziekte. Vaak hebben patiënten met DM2 een hoge bloeddruk en hoge concentraties van vetten in het bloed (cholesterol en triglyceriden). Daarvan merken ze meestal niets, maar beide verschijnselen dragen wel sterk bij aan het ontstaan van complicaties (zie onder).

Verschijnselen van hoge bloedsuiker-concentratie

Hoge bloedsuikers veroorzaken dorst, veel plassen, vermoeidheid, wazig zien en infecties, vooral van de blaas en urinewegen. Meestal begint de ziekte heel sluipend: de klachten zijn niet ernstig en de patiënt denkt soms erg lang “dat het wel weer over zal gaan”. Daarom bestaat de ziekte vaak waarschijnlijk al geruime tijd (tot enkele jaren) voordat de diagnose wordt gesteld.

Oorzaak

DM2 ontstaat door overgewicht, te veel en te vet eten en/of te weinig bewegen, in combinatie met erfelijke aanleg. Of iemand de aanleg heeft om DM2 te krijgen kan vaak worden afgelezen aan de familie: meestal (maar zeker niet altijd) zijn er anderen die ook DM2 hebben. Veroudering speelt ook een belangrijke rol: de kans op diabetes wordt steeds groter naar mate mensen ouder worden. Echter, omdat wij tegenwoordig veel te veel eten en te weinig bewegen worden veel mensen al op jonge leeftijd te zwaar en krijgen zij diabetes. De term “ouderdoms-diabetes” is daarom niet juist (meer).

Diagnose

De diagnose diabetes mellitus wordt gesteld door meting van de bloedsuiker-concentratie. Wanneer die ’s morgens, na 8-10 uur vasten, bij herhaling hoger is dan 7.0 mmol/L is sprake van diabetes mellitus. Wanneer de bloedsuikerconcentratie op een willekeurig moment van de dag hoger is dan 11.1 mmol/L en u hebt klachten van hoge bloedsuiker (zie boven), is de diagnose ook gesteld.

Behandeling

Welke behandelingen zijn er mogelijk?

De behandeling van DM2 heeft 2 doelen:
1. Complicaties voorkomen
2. Klachten bestrijden
Het is de laatste jaren heel duidelijk geworden dat goede regulatie van de bloedsuiker, de bloeddruk en cholesterol de kans op complicaties zeer veel verlaagt. Daarnaast verlicht verlaging van de bloedsuikerconcentratie veel van de bovengenoemde klachten.

Leefstijlveranderingen

De basis van de behandeling van DM2 bestaat uit voedingsadviezen en lichamelijke oefening. Zonder deze leefstijlveranderingen is de behandeling van DM2 erg moeilijk, soms zelfs onmogelijk. In grote lijnen betekenen de adviezen dat mensen met DM2 gezond en niet te veel moeten eten en tenminste drie kwartier per dag matig intensieve lichamelijke inspanning moeten verrichten (dat betekent bijvoorbeeld fietsen of wandelen). Gedetailleerd advies krijgt u van uw diëtist en/of diabetesverpleegkundige. Bovendien wordt u zeer dringend geadviseerd het roken te stoppen. Roken is voor iedereen buitengewoon slecht, maar roken met diabetes samen is desastreus voor hart- en bloedvaten.

Geneesmiddelen

Wanneer deze maatregelen onvoldoende blijken, zijn er medicijnen die kunnen helpen. Daarbij is het van groot belang om te bedenken dat medicijnen nooit de voedings- en bewegingsadviezen kunnen vervangen: die blijven altijd nodig. Helaas hebben patiënten met DM2 vaak meerdere geneesmiddelen nodig voor

  1. De regulatie van de bloedsuiker
    Er zijn medicijnen die de aanmaak van insuline stimuleren en er zijn medicijnen die het lichaam gevoeliger maken voor de werking van insuline. Uw internist zal u meestal in eerste instantie één medicijn voorschrijven. Als dat nog steeds onvoldoende is kan dat medicijn nog met andere medicijnen worden gecombineerd. Als alle leefstijladviezen en de medicijnen samen onvoldoende blijken om de bloedsuikerconcentratie normaal te maken is insuline behandeling noodzakelijk. Hoe langer mensen DM2 hebben, hoe groter de kans dat insuline behandeling nodig wordt. Insuline kan alleen per injectie worden toegediend.

  2. De regulatie van de bloeddruk
    De leefstijladviezen zijn ook van groot belang voor bloeddruk verlaging. Daarnaast zijn er heel veel verschillende soorten medicamenten die de bloeddruk lager maken. Soms hebben patiënten met DM2 meerdere medicijnen nodig om een acceptabele bloeddruk te krijgen. In principe streven we naar een bloeddruk van 135/85 mmHg. Of die bloeddruk haalbaar en gewenst is, hangt echter van een aantal factoren af die per persoon verschillen.
  3. De regulatie van cholesterol
    Een hoog cholesterol gehalte in bloed is slecht voor hart- en bloedvaten. Patiënten met DM2 die een hoog cholesterol hebben, lopen extra risico. Daarom zal regelmatig het cholesterolgehalte in het bloed worden gecontroleerd. Wanneer uw cholesterol verhoogd is, zal de diëtist u adviezen geven over beperking van cholesterol in uw voeding. Heel vaak is daarnaast nog een geneesmiddel nodig om het cholesterol laag genoeg te maken. Wij streven naar een zogenaamd LDL-cholesterol gehalte van 2,5 mmol/L of lager. Of dat haalbaar en gewenst is, is afhankelijk van een aantal factoren, die per patiënt verschillen.

Wat is de prognose?

De prognose (toekomstperspectief) van DM2 is erg moeilijk te voorspellen en sterk afhankelijk van de regulatie van de bloedsuiker, cholesterol en bloeddruk. De meeste mensen die goed gereguleerd zijn krijgen geen of slechts weinig complicaties. Zij kunnen een normaal leven leiden, met dien verstande dat zij zich de gezonde leefstijl eigen moeten maken en soms daarnaast nog medicijnen moeten gebruiken. De mensen met hoge bloedsuikers en/of bloedvetten en/of bloeddruk hebben een veel grotere kans op één of zelfs meerdere complicaties. De complicaties van diabetes kunnen veel problemen geven.

Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?

In de loop van de tijd ontstaan bij sommige mensen met diabetes mellitus complicaties. De complicaties van diabetes mellitus zijn

  • Beschadiging van hart- en bloedvaten (“atherosclerose”)
  • Beschadiging van het netvlies (“retinopathie”)
  • Beschadiging van de nieren (“nefropathie”)
  • Beschadiging van de zenuwen (“neuropathie”)
  • Zweren en infecties van de voeten en onderbenen (diabetische voet)

Zoals u zult begrijpen zijn de verschijnselen van de verschillende complicaties zeer uiteenlopend. Informatie hierover valt buiten het bestek van deze folder. Uw internist is altijd bereid vragen te beantwoorden.

Andere verschijnselen

Veel mensen met diabetes hebben stijve gewrichten (diabetische arthropathie) of tintelingen in de vingers (carpale tunnel syndroom). Het is niet bekend waarom mensen met diabetes deze klachten krijgen.

Nazorg

Welke specifieke nazorg kunnen we bieden bij deze aandoening?

Wat kunt u van ons diabetesteam verwachten?

Omdat verandering van leefstijl de onmisbare basis vormt van de behandeling van DM2, wordt veel van u zelf verwacht. Uiteraard krijgt u van ons adviezen betreffende uw voeding en lichamelijke oefening. Maar u bent zelf de enige die de veranderingen die nodig zijn kan uitvoeren. Zonder verandering van leefstijl is de behandeling van DM2 veel moeilijker en soms zelfs niet goed mogelijk.

U krijgt van ons ook, indien nodig, adviezen betreffende het gebruik van medicijnen. Dat gaat om medicijnen voor de bloedsuiker, maar ook voor de bloeddruk en de bloedvetten.

Er wordt van u verwacht dat u, een week voor controle in het ziekenhuis, een buisje met een heel klein beetje bloed, dat u thuis zelf uit uw vinger prikt, in een envelop opstuurt naar ons laboratorium. Daar meten we dan het HbA1C in. We kunnen u dan tijdens de polikliniekvisite vertellen of uw bloedsuiker de afgelopen tijd acceptabel is geweest. Soms zullen we u ook vragen thuis een aantal keren uw bloedsuiker te meten.

Ieder jaar nemen we wat extra bloed af en vragen we of u wat urine inlevert om uw bloedvetten te controleren en voor onderzoek naar beschadiging van de nieren. Elke 2 jaar doen we bovendien onderzoek naar schade aan uw zenuwen, fotograferen we uw ogen om uw netvlies te controleren (tenzij u bij een oogarts in controle bent) en maken we een hartfilmpje om uw hart in de gaten te houden.

Waar moet u op letten na uw behandeling?

Hoe worden patiënten met DM2 gecontroleerd?

Het is van groot belang regelmatig de bloedsuiker te controleren. U kunt zich voorstellen dat de bloedsuiker (onder andere) afhankelijk is van wat iemand eet. Daarom wisselt het bloedsuikergehalte sterk. Zo maar een keer een bloedsuiker meten zegt dus niet veel over hoe die gemiddeld over de dag is.

Daarom gebruiken we het zogenaamde HbA1C om de gemiddelde bloedsuikerconcentratie in te schatten. We bepalen welk percentage van een eiwit in bloed, het hemoglobine (Hb), glucose (=suiker) gebonden heeft. U kunt zich voorstellen, dat meer glucose aan het Hb bindt wanneer de bloedsuiker gemiddeld hoger is: het HbA1C stijgt. Het HbA1C is dus echt iets anders dan de bloedsuiker, het is een afspiegeling van de gemiddelde bloedsuiker. Normaal is tussen de 4 en 5,5% van het Hb gebonden aan glucose. Mensen met diabetes hebben vaak een HbA1C van 7% of hoger, tot zelfs 15%. We weten dat het (op dit moment nog) bijna onmogelijk is het HbA1C helemaal normaal te maken bij patiënten met diabetes. We streven in het algemeen naar een zo laag mogelijk HbA1C, maar in ieder geval onder de 7%. Dat is omdat de kans op complicaties aan de ogen, de nieren, de zenuwen en/of de bloedvaten sterk toeneemt wanneer het HbA1C hoger is.

Naast de bloedsuiker moeten ook de bloedvetten en de bloeddruk goed gecontroleerd worden. Bovendien moet regelmatig worden gekeken of er afwijkingen zijn aan de ogen, de nieren, de zenuwen of de bloedvaten.

Meer informatie

Overig

Diabetes mellitus type 2 wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door een verkeerde leefstijl. Bovendien kunnen de belangrijkste richtlijnen voor de behandeling van DM2 alleen door u zelf in de praktijk worden gebracht. Het is daarom van het allergrootste belang dat u goed op de hoogte bent van alle achtergronden van de ziekte. Deze folder is slechts een zeer beknopte samenvatting van wat van belang is. Met vragen kunt u altijd terecht bij uw diabetesverpleegkundige, diëtist of arts. Er is ook een vereniging van diabetespatiënten die buitengewoon goed geïnformeerd is. De Diabetes Vereniging Nederland kan u vinden op www.dvn.nl.